Hoe gemeente Utrecht mantelzorgers van niet-westerse herkomst ondersteunt

Mantelzorgers van niet-westerse herkomst zijn vaak kwetsbaar, verkeren soms in een isolement en hebben meer risico op overbelasting. Gemeenten lukt het niet altijd om deze groep mantelzorgers in beeld te krijgen en hen goed te ondersteunen. Gemeente Utrecht vertelt over hun aanpak om de situatie te verbeteren.

Artikel
Intercultureel vakmanschap

Gerard de Geus (beleidsadviseur gemeente Utrecht): ‘Uit diverse lokale onderzoeken en contacten met organisaties kregen we signalen dat mantelzorgers met een niet-westerse komaf meer kans hebben op overbelasting en daarmee een risicogroep zijn.’ Samen met Steunpunt Mantelzorg Utrecht, die de uitvoerende taak hierin heeft, keek de gemeente naar alle partijen die iets van doen hebben met deze groep mantelzorgers. De Geus: 'We stelden onszelf de vraag: hoe gebruik je de bestaande infrastructuur om deze groep te bereiken en te ondersteunen?’

Dit leidde tot twee concrete acties:

1. Lotgenotengroepen

Drie jaar geleden startte gemeente Utrecht met de AMWAHT-methodiek als pilot. AMWAHT richt zich op het vergroten van het zelfsturend vermogen van mantelzorgers met een niet-westerse herkomst door middel van het bieden van een opleiding van één dag per week. Tijdens een tien maanden durende opleiding werken deze mantelzorgers aan hun eigen ontwikkeling, lopen ze stage en leren zelf lotgenotengroepen opzetten en begeleiden. Om mantelzorgers van niet-westerse herkomst beter te bereiken en beter aan te sluiten bij hun ondersteuningsbehoefte, was door Steunpunt Mantelzorg Utrecht al eerder een Marokkaans-Nederlandse consulent in dienst genomen. Zo lukte het hun om binnen korte tijd veel Marokkaanse- en Turks-Nederlandse mantelzorgers te werven die mee wilden doen aan de pilot. Sindsdien is de opleiding twee keer georganiseerd waarbij er zo’n twintig tot dertig vrouwen een jaar lang zijn opgeleid.

'In lotgenotengroepen worden vrouwen aangemoedigd om “nee” te durven zeggen'

Margriet Tiemersma, leidinggevende bij de Steunpunt Mantelzorg Utrecht: ‘We hebben nu een groep van twaalf à vijftien actieve deelnemers die ieder half jaar opnieuw start met een reeks lotgenotenbijeenkomsten. De bijeenkomsten bieden voorlichting over ziektes en geven uitleg over ondersteuning. Ook worden er gesprekken gevoerd over taboes rondom ouderdom en ziekte en wordt er gewerkt aan de assertiviteit van deze vrouwen. De vrouwen worden aangemoedigd om “nee” te durven zeggen en hun taken beter te verdelen zodat het risico op overbelasting minder wordt. Via deze lotgenotenbijeenkomsten bereiken we per jaar minimaal 120 mantelzorgers met een niet-westerse herkomst.' De AMWAHT-methodiek wordt niet alleen door het Steunpunt Mantelzorg ingezet, maar ook door het Steunpunt GGZ in Utrecht, dat cliënten met een psychiatrische aandoening en hun familie ondersteunt. Onder hen zijn veel mensen met een niet-westerse achtergrond.

Naast Marokkaanse-Nederlanders, focust Steunpunt Mantelzorg Utrecht ook op de Turks-Nederlandse gemeenschap. Er zijn inmiddels acht Turks-Nederlandse mantelzorgers geworven die, gebaseerd op de AMWAHT-methodiek, groepsgerichte ondersteuning bieden aan mantelzorgers van kinderen of volwassenen met een beperking. Tijdens deze lotgenotengroepen onder leiding van vrijwilligers wordt gebruik gemaakt van een film met waargebeurde casussen als instrument om het groepsgesprek op gang te helpen en moeilijk bespreekbare onderwerpen aan de orde te krijgen. Voor dit project hebben Steunpunt Mantelzorg Utrecht en Stichting Fatusch Filmproducties extra financiële middelen van gemeente Utrecht ontvangen.

2. Ondersteunende middelen voor migrantenorganisaties

De tweede concrete maatregel was het beschikbaar stellen van budget om migrantenorganisaties te ondersteunen. De Geus legt uit: ’Er is nu als onderdeel van regulier beleid budget beschikbaar voor deze organisaties om zelf een ondersteuningsaanbod te ontwikkelen. Denk aan het organiseren van lotgenoten- of voorlichtingsbijeenkomsten. Zo vergroten we het bereik onder mantelzorgers van niet-westerse afkomst.'

Artikel gaat verder onder de foto
mantelzorg

Mantelzorg zonder familiebanden

De gemeente Utrecht organiseerde vorig jaar een bijeenkomst voor migrantenorganisaties en overige professionals. Het doel was om tot een gezamenlijke aanpak te komen. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen: onder de coördinatie van Steunpunt Mantelzorg Utrecht zijn vijf migrantenorganisaties (St. Asha, St. Moria, NISBO,  ‘t Zonnetje en Nice), een professionele zorgaanbieder (Attifa Zorg), samen met de Utrechtse vrijwilligerscentrale en COSBO tot een gezamenlijke basisaanpak gekomen. Bijzonder is dat ze specifiek kijken naar hoe vrijwilligers uit deze organisaties ingezet kunnen worden als mantelzorgers bij gezinnen met wie ze geen familiebanden hebben. Volgens Tiemersma is dit een nieuw concept; mantelzorgers zijn doorgaans vaak familieleden.

Deze vrijwilligers zullen bij mensen praktische ondersteuning bieden, voorlichting in de eigen achterban en lotgenotengroepen organiseren. Ze hebben ook een belangrijke signalerende taak. Zo zullen de vrijwilligers proactief contact zoeken met gezinnen bij wie ze merken dat het niet goed gaat en kunnen zij, waar nodig, professionele hulp inschakelen. Inmiddels hebben dertig vrijwilligers uit Marokkaans-Nederlandse, Turks-Nederlandse, Surinaams-Hindoestaans, Creools-Afro-Surinaams en Chinees-Nederlandse gemeenschappen zich aangemeld voor deze functie.

Benieuwd hoe u de mantelzorgers van niet-westerse komaf binnen uw gemeente kunt bereiken en ondersteunen? Neem dan contact op met Margriet Tiemersma (teamleider Fiom Utrecht en Steunpunt Mantelzorg Utrecht) via 06-22998670 of m.tiemersma@u-centraal.nl.