Onderzoek bevestigt: Eritrese statushouders hebben meer ondersteuning nodig bij integratie

Ruim 12.500 Eritreeërs vroegen tussen 2014 en 2016 asiel aan in Nederland. Het grootste deel krijgt een verblijfsvergunning en door gezinshereniging zal het aantal Eritrese statushouders de komende jaren toenemen. Twee onderzoeken, zowel van Kennisplatform Inclusief Samenleven als PreciesAdvies, tonen aan dat deze specifieke groep echt ondersteuning op maat nodig heeft bij de integratie.

Artikel
Integratie- en inburgeringsbeleid

Vluchtelingen uit Eritrea zijn bijna allemaal jong, onder de 30 jaar, en vaker man dan vrouw. Het overgrote deel is laagopgeleid, spreekt geen Engels en velen hebben geen afgeronde opleiding. Het is een specifieke groep die, zo blijkt uit onderzoek, onvoldoende ondersteund wordt bij het integreren in de Nederlandse samenleving. Gemeenten hebben een belangrijke rol bij het wegwijs maken van nieuwe statushouders. Maar welke steun hebben Eritreeërs precies nodig en wat zouden gemeenten concreet moeten doen?

Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) interviewde twaalfde Eritrese vluchtelingen die zich recent in een gemeente hebben gevestigd. Aan hen werd gevraagd welke integratiekansen en belemmeringen ze ervaren. PreciesAdvies onderzocht ruim negentig jonge Eritrese statushouders in de Nijmeegse wijk Lent en wilde weten welke ondersteuning zij nodig te hebben. De resultaten van beide onderzoeken stemmen in belangrijke mate overeen. Dit geldt ook voor de aanbevelingen: biedt de Eritrese statushouder ondersteuning op maat, met oog voor specifiek hun problemen en behoeften.

 

 
 

Gezondheid en schulden

Volgens experts die zicht hebben op Eritrea en Eritreeërs in Nederland, hebben veel Eritrese vluchtelingen psychosociale- en gezondheidsproblemen door de vluchtreis of de aanleiding daarvoor. De vlucht naar Europa is gevaarlijk en heeft voor velen lang geduurd. Velen hebben ook financiële problemen: voor de vlucht zijn vaak grote schulden gemaakt en familieleden verwachten dat er geld wordt gestuurd. Bovendien zorgt onbekendheid met de Nederlandse instanties en het niet goed kunnen omgaan met geld voor risico’s op oplopende schulden. PreciesAdvies ziet grote verschillen in praktische en emotionele zelfredzaamheid van Eritrese vluchtelingen: ‘Hun behoefte aan ondersteuning loopt uiteen van het regelen van financiële zaken of het meedenken over studiekeuze of werk tot pedagogische begeleiding voor het opbouwen van discipline of het herstellen van een “verstoord innerlijk kompas”. Veel jongeren kampen met heftige herinneringen, heimwee en stress over de eigen toekomst. Voor een deel kan een duidelijk toekomstperspectief helpen het verleden een plaats te geven en de zorgen het hoofd te bieden. Anderen hebben passende professionele hulpverlening nodig.’

 

 
 

Neerwaartse spiraal voorkomen

De meeste Eritrese statushouders hebben behalve hun taallessen weinig omhanden en hebben alleen contact met elkaar. Ze willen graag meer buitenshuis actief zijn om meer contacten met Nederlanders op te doen, hun Nederlands te oefenen en aan hun toekomst te werken. Maar omdat ze de taal niet kennen, maken ze niet gemakkelijk contact. En ze kennen ook vaak niemand die hen kan helpen dat contact te leggen. PreciesAdvies ziet dat het voor alle jongeren belangrijk is een vollere dagbesteding te hebben, met verplichtingen. Dat voorkomt een neerwaartse spiraal die kan ontstaan door bijvoorbeeld doelloos rondhangen en slaapproblemen.

Standaard inburgering volstaat niet

Het is een vicieuze cirkel: omdat ze onvoldoende Nederlands spreken, kunnen ze nog niet deelnemen aan activiteiten gericht op integratie

Om succesvol te integreren, moet er meer ondersteuning op maat komen. De meeste Eritrese jongeren hebben een laag leertempo en zijn niet gewend aan zelfstudie. Een standaard inburgeringsaanbod van de gemeente volstaat daarom niet. De onderzoekers pleiten voor een specifiek (groepsgewijs) inburgeringsprogramma met ruime aandacht voor het leren van de taal en een goede oriëntatie op mogelijkheden voor opleiding en werk. Voorgesteld wordt om groeps- en persoonlijke voorlichting over de Nederlandse regels in het Eritrees aan te bieden, liefst met behulp van tolken.

Eritrese statushouders belanden vaak in een vicieuze cirkel: omdat ze onvoldoende Nederlands spreken, kunnen ze nog niet deelnemen aan activiteiten gericht op integratie. En doordat ze daar nog niet aan deelnemen, ontbreken kansen om de Nederlandse taal in praktijk te leren. De sleutel ligt dus in het intensiever leren van het Nederlands.

De meeste Eritreeërs hebben buiten de collectief georganiseerde contacten nauwelijks ontmoetingen met Nederlanders. Eritrese lotgenoten vormen daardoor een uiterst belangrijk sociaal vangnet. Daarmee zou rekening gehouden moeten worden bij de toewijzing van zelfstandige woonruimte. Ondertussen kunnen de ontmoetingen met Nederlanders worden uitgebreid. Er zijn formele en vrijwilligersorganisaties die iets willen betekenen voor nieuwkomers. Hun betrokkenheid moet worden gestimuleerd en gefaciliteerd, zodat ze de Eritreeërs kunnen helpen hun sociale netwerken te vergroten en Nederlands te leren. Bijvoorbeeld via maatjesprojecten, buurtbijeenkomsten waarbij samen wordt gegeten en dat Eritreeërs als vrijwilliger worden aangesloten bij lokale vrijwilligersorganisaties.

Kennis over beroepen

Verder adviseren de onderzoekers om concrete perspectieven te bieden voor toekomstige (arbeids)participatie. De veelal jonge statushouders zijn zich vaak niet bewust dat ze daarvoor een startkwalificatie nodig hebben. Geef ze daarom voldoende kennis over realistische beroepsmogelijkheden en de daarvoor benodigde opleiding. Ze zijn geholpen met een loopbaanoriëntatietraject en begeleiding op maat. Duale trajecten waarin leren en werken gecombineerd worden, kunnen goed werken.

Eritrese vluchtelingen hebben met hun vlucht naar Nederland aangetoond over aanzienlijk veel moed, veerkracht en doorzettingsvermogen te beschikken. Gemeentelijk beleid, specifiek en algemeen tegelijk, kan hen net dat zetje geven om de culturele, sociale en financiële barrières te slechten, die hun participatie in de Nederlandse samenleving nu nog in de weg staan, aldus de onderzoekers.

Meer informatie?Neem contact op met:

Marjan de Gruijter

icon_chevron Stuur een e-mail
Afbeelding