Pilot om voedingsbodems voor radicalisering in de wijk te herkennen

Om radicalisering onder jongeren effectief tegen te gaan, is het van belang dat gemeenten scherp zicht hebben op de voedingsbodems. Hebben zij behoefte en mogelijkheden tot de ontwikkeling van een instrument om trends vroegtijdig te herkennen? Kennisplatform Inclusief Samenleven voert momenteel een verkenning uit in een multiculturele wijk in een grote gemeente.

Artikel
Polarisatie en verbinding

Ervaren discriminatie of achterstelling, een ontwrichte thuissituatie of een gebrekkige kennis van de islam. Schokkende beelden van het conflict in het Midden-Oosten die door jongeren worden uitgewisseld via social media. Of samenzweringstheorieën. Dit zijn slechts een paar voorbeelden van voedingsbodems en triggerfactoren die volgens onderzoek de kans op radicalisering bij jongeren met een islamitische achtergrond kunnen vergroten. Dergelijke voedingsbodems en triggerfactoren zijn lokaal te signaleren door professionals en sleutelpersonen in de wijk. Zij kennen immers hun inwoners en gemeenschappen. Dat is de reden waarom gemeenten een belangrijke rol spelen bij de preventie van radicalisering.

Eigenaar van de snackbar

Freek Hermens van het Verwey-Jonker Instituut vertelt: ‘In buurten is veel kennis aanwezig over mogelijke voedingsbodems van radicalisering, ook al zijn mensen zelf zich daar niet altijd bewust van. Om een compleet beeld te krijgen over wat er in de wijk speelt, zijn we daarom gestart met een inventarisatie van sleutelfiguren die in contact staan met jongeren en zicht hebben op jongeren die mogelijk vatbaar zijn voor radicalisering. Naast wijkprofessionals als jongerenwerkers en de wijkagent kwamen we erachter dat ook bijvoorbeeld ondernemers, denk aan de eigenaar van de snackbar waar jongeren rondhangen, belangrijke inzichten kunnen leveren. Net zoals de conciërge van de middelbare school.’ Volgens Hermens is dit in potentie een meerwaarde van het instrument: mensen die normaliter niet naar hun mening wordt gevraagd over dergelijke problematieken, kunnen óók hun input geven. Zo krijgt de gemeente bovendien een actueler, completer en realistischer beeld.

hangjongeren
Foto: Flickr, **AB**
 

Waakzaam

'Uit onderzoek weten we dat een jongere niet zomaar radicaliseert. De aanwezigheid van voedingsbodems geeft aan dat gemeenten waakzaam moeten zijn.’

Het instrument heeft in de pilot de vorm van een vragenlijst die de sleutelfiguren én jongeren invullen. Sommigen vullen het online in, anderen worden face-to-face bevraagd. De gemeente krijgt na analyse een score op afzonderlijke voedingsbodems. Een ‘thermometer’, zoals Hermens dat noemt. ‘De thermometer geeft een stand van zaken in de buurt en geeft bij herhaalde inzet van het instrument inzicht in trends.’ Een uitkomst die het instrument kan geven is dat veel islamitische jongeren in de buurt zich achtergesteld voelen in de Nederlandse samenleving of dat er boosheid is onder bepaalde groepen jongeren. Maar, zo benadrukt Hermens, de aanwezigheid van één of meerdere voedingsbodems betekent niet dat moslimjongeren ook automatisch radicaliseren: ‘Uit onderzoek weten we dat een jongere niet zomaar radicaliseert. Het is het gevolg van een complex samenspel van persoonskenmerken, voedingsbodems in de samenleving en triggerfactoren die het proces versnellen. De aanwezigheid van voedingsbodems geeft echter wél aan dat gemeenten en professionals waakzaam moeten zijn.’

Het Verwey-Jonker Instituut verkent de mogelijkheden om de resultaten uit de vragenlijst te combineren met statistische gegevens over onder ander jeugdwerkloosheid en vroegtijdige schooluitval. De verzamelde informatie moet de gemeente, deelgemeente of het stadsdeel helpen om het gesprek aan te gaan over voedingsbodems en de juiste maatregelen te nemen om polarisatie en radicalisering onder en tussen jongeren te voorkomen.

Het is nu nog een verkenning

Of het instrument daadwerkelijk wordt uitgerold of dat het bij deze pilot blijft, kan Hermens nog niet zeggen. ‘De opdracht is om te verkennen of er behoefte is aan zo’n instrument. Een conclusie zou kunnen zijn: er is behoefte maar niet middels dit instrument. In deze pilotfase proberen wij het instrument, de vragenlijst, de sleutelfiguren en de manier van presentatie te optimaliseren.’ Eind 2015 volgt een rapport met de uitkomsten van deze verkenning. Vervolgens moet blijken of het project verder wordt uitgerold. Ook kunnen gemeenten zelf beslissen om zo’n instrument in te zetten.

 

Oproep!
Wilt uw gemeente meer zicht op de eventuele aanwezigheid van voedingsbodems voor radicalisering? Het instrument dat KIS nu verkent en ontwikkelt, kan dan een hulpmiddel zijn. Neem contact op met Freek Hermens of Ron van Wonderen van het Verwey-Jonker Instituut als u hier meer over wilt weten.

Wilt u dat wij u regelmatig op de hoogte houden van dit project, stuur dan een e-mail naar communicatie@kis.nl.

Meer informatie?Neem contact op met:

Ron van Wonderen

icon_chevron Stuur een e-mail
Afbeelding