Topics van toen: discriminatie en de gang naar de rechter

Met juridische middelen racistische politieke partijen bestrijden: in de jaren negentig een veel gehanteerde strategie. Het leidde onder meer tot het verbod van de CP '86 aan het einde van dat decennium. Hoe kijken twee experts die destijds betrokken waren bij discriminatiebestrijding terug op die tijd? Wat vinden zij van de rechtszaak tegen PVV-leider Wilders? En hoe denken zij over de commotie rondom de uitspraken van Wilders?

Artikel
Discriminatie

Geert Wilders staat dit jaar voor de strafrechter. De PVV-leider moet zich verantwoorden voor zijn Marokkanenuitspraken uit 2014. Is hij daarmee buiten zijn boekje gegaan of niet? Heeft hij zich schuldig gemaakt aan het zaaien van haat tegen een bevolkingsgroep? Hoewel niet een partij terecht staat maar de persoon Wilders, doet dit proces de gedachten teruggaan naar de jaren negentig. In dat decennium liepen enkele geruchtmakende rechtszaken tegen politieke partijen vanwege hun (vermeend) racistische ideologie en discriminerende uitspraken over, zoals dat toen nog heette, etnische minderheden. In 1998 leidde dat zelfs tot het verbod van een partij: CP '86. Op aanwijzing van de minister van Justitie van destijds, Benk Korthals Altes, vorderde het openbaar ministerie de ontbinding van die partij. De rechter ging daar in mee en de politieke partij werd opgeheven.

Tijdgeest

Leo Balai was destijds juridisch medewerker en onderzoeker bij het Landelijk Bureau Racismebestrijding. Dat bureau had als kerntaak om discriminatie met juridische middelen te bestrijden. Een goed en effectief uitgangspunt, zegt hij in retrospectief. ‘Maar we hadden de tijdgeest mee. Men was toen veel gevoeliger dan nu voor rassendiscriminatie, ook in de politiek.’ Ook Rob Witte, destijds onderzoeker bij de Universiteit Utrecht en vooral gespecialiseerd in onderzoek naar racistisch geweld, volgde de rechtszaken van dichtbij. Behalve het slepende proces tegen de CP ’86 waren er meerdere zaken tegen de Centrumdemocraten van partijleider Hans Janmaat. Ook hij ziet de weg naar de rechter als een beproefd middel om discriminatie te bestrijden. ‘Het is goed dat er wettelijk verankerd ligt wat wel en niet kan. Ik vind het dus ook prima om uitspraken aan een rechter voor te leggen en zo te laten toetsen of een uitspraak door de beugel kan. Zo’n uitspraak van de rechter werkt normstellend. Ik vind niet dat je zomaar alles kan roepen.’ Tegelijkertijd relativeert Witte het belang van wetgeving bij de bestrijding van antidiscriminatie. ‘Ik heb ooit een verhaal gehouden in Barcelona toen men daar net aan het strijden was voor antidiscriminatie-wetgeving. Die stond toen op het punt aangenomen te worden. Ik zei toen: “drink er vooral een biertje op om het te vieren, maar ga daarna door met je antiracismewerk. Want je bent er niet met wetgeving.”’

Foto: Martijn van de Griendt / Hollandse Hoogte

Multiculturele samenleving afgeschaft

Wie anno 2016 beelden en uitspraken terugziet die Janmaat en consorten destijds deden, krijgt het gevoel dat het allemaal tamelijk onbeholpen was maar niet gevaarlijk en zeker niet ontwrichtend voor de samenleving. We lijken met zijn allen een flink eind opgeschoven. Janmaat verkondigde ergens in de jaren negentig dat de multiculturele samenleving moest worden afgeschaft. Dat leverde enorm veel ophef op. Nu zou niemand meer wakker liggen van zo’n uitspraak.

Toch wijst Balai de stelling af dat het allemaal onschuldige lieden waren, de extreem rechtse politici van destijds. ‘Natuurlijk, het was een zooitje ongeregeld. Ik weet nog dat er in de Amsterdamse gemeenteraad (Balai was in jaren negentig raadslid voor de PvdA, red.) een man zat die altijd een borreltje teveel op had en de hele raadsvergadering niets zei. Maar het was niet ongevaarlijk. Met hun uitspraken zetten ze delen van de bevolking behoorlijk op het verkeerde been.’ Witte gaat daar in mee. ‘Ik word niet goed van die rehabilitatiegolf over Janmaat van mensen als Joost Niemöller en Meindert Fennema. De teneur is dat Janmaat toen als eerste de vinger op de zere plek legde rond de multiculturele samenleving, maar dat is helemaal niet waar.’ Volgens Witte wijst onderzoek bovendien uit dat discriminerende uitspraken kunnen leiden tot racistisch geweld. ‘Het is dus niet zo dat er eerst geweld is en dat er dan een politieke discussie ontstaat over beladen thema’s. Het is eerder andersom.’ Een voorbeeld uit de geschiedenis is volgens hem dat de komst van Tamils naar Nederland eind jaren tachtig in de politiek en de media sterk werd geproblematiseerd. ‘Dat leidde tot strenger beleid en vervolgens tot een golf van geweld tegen asielzoekerscentra.’

‘Het is niet zo dat er eerst geweld is en dat er dan een politieke discussie ontstaat over beladen thema’s. Het is eerder andersom.’

Terug naar de juridische bestrijding van discriminatie in de jaren tachtig en negentig. Er was in die jaren volgens Balai een sterke infrastructuur van antidiscriminatie-organisaties, lokaal en landelijk, die de bestrijding van discriminatie effectief maakte. Dat leidde tot tal van aangiftes bij politie. De druk van ngo’s op justitie en openbaar ministerie om het recht te gebruiken om discriminatie te bestrijden was er volop, constateert hij. Dat is anno 2016 helemaal weg, vindt hij. ‘De organisaties zijn nog wel actief, maar ze zijn onderdeel van het systeem geworden.’ Witte: ‘Als ik de antidiscriminatie-beweging iets verwijt is het dat de beweging geïnstitutionaliseerd is geraakt. Ze zitten allemaal aan de onderhandelingstafel, in de overlegjes. Ze zijn teveel gaan polderen.’

Sterke persoonlijkheden

Zowel Balai als Witte mist nu bovendien sterke persoonlijkheden als belangenbehartiger, in het oog springende en woordvoerders die in de media goed doen. Dat er in twintig, 25 jaar behoorlijk veel veranderd is rond discriminatiebestrijding en het debat over de multiculturele samenleving, heeft in de ogen van beiden vele oorzaken. De zaak is niet eenduidig. De uitspraken van Frits Bolkestein, 11 september, de opkomst van Fortuyn, de moord op Van Gogh, de grote invloed van social media op het maatschappelijk debat en de verharding ervan – dit alles passeert de revue.

Terug naar nu, naar het proces tegen Geert Wilders

In het najaar zal duidelijk worden of de PVV-partijleider wordt veroordeeld voor zijn uitspraken. Dan zal de rechter het oordeel vellen over de vraag of ze discriminerend zijn. Maar wat de uitspraak ook wordt, Wilders zal er altijd garen bij spinnen toch? Wordt hij veroordeeld dan kan hij de martelaar spelen van het vrije woord. Wordt hij vrijgesproken dan is hij sowieso de winnaar. In beide gevallen zal zijn aanhang waarschijnlijk groeien. Witte beaamt dat Wilders in alle gevallen door het grote publiek als de morele winnaar zal worden beschouwd. ‘Maar toch: als hij veroordeeld wordt, is dat toch een belangrijk signaal. Los van wat voor effect dit heeft bij het grote publiek.’
Balai: ‘De rechter moet een zuivere afweging maken. Je hebt een rechter nodig die een uitspraak doet. Een rechter die hopelijk goed in staat is om uit te leggen waarom sommige uitspraken discriminerend zijn en maatschappelijk onacceptabel.’