Wat belemmert vluchtelingen om te starten met een studie?

‘Ons schoolsysteem laat talent onbenut.' Dat zei hoogleraar Diversiteit in het onderwijs Maurice Crul op deze website over de institutionele uitsluiting van vluchtelingen in het (hoger) onderwijs. Zijn kritiek wordt ook door anderen erkend. Wat is er aan de hand?

Artikel
Vluchtelingen

VluchtelingenWerk Nederland en Stichting voor vluchtelingstudenten UAF constateerden ook dat er belemmeringen zijn voor vluchtelingen om te starten aan een studie. Daarom organiseerde het UAF samen met VluchtelingenWerk Nederland en de MBO Raad in maart een miniconferentie over de instroom van vluchtelingen in het mbo. Bij de bijeenkomst waren veel ROC’s aanwezig die het onderwijs verzorgen. Gezamenlijk signaleerden de deelnemers een aantal knelpunten voor instroom. Wat is er aan de hand?

1. Leeftijd vluchtelingen

Mery Redjopawiro werkt bij het UAF als kwartiermaker voor een verbeterde instroom in het mbo. Zij vertelt: ‘Ten eerste kan de leeftijd van vluchtelingen een rol spelen bij de toelating tot het mbo. Standaard mbo-leerlingen stromen door vanuit het vmbo en zijn dus een jaar of 16, 17. Vluchtelingen die zich aanmelden voor een studie zijn vaak ouder dan 20 of zelfs 30. Ze vinden geen aansluiting bij medeleerlingen, opleidingen gebruiken dit nog wel eens als argument. Ze zitten ook in een heel andere levensfase dan de Nederlandse jongeren.’ Sommigen hebben bijvoorbeeld een gezin of zitten in het proces van gezinshereniging. ‘Sowieso hebben ze andere dingen meegemaakt dan leerlingen die opgegroeid zijn in Nederland, maar dat kan ze juist heel gemotiveerd maken om te studeren en te werken.’

Universiteit

2. Taalachterstand

Een tweede reden, zo noemt Redjopawiro, is taalachterstand. Mbo’s toetsen het taalniveau en eisen een B1-niveau als toelating. Dat is logisch, meent Redjopawiro, want voor scholing heb je taal nodig. ‘Maar niet alle vluchtelingen halen dat. Sommigen kunnen ondersteuning gebruiken bij het leren van de taal, zeker ook waar het om vaktaal en beroepstermen gaat. Maar een NT-2-taaltraject kost weer tijd en daarmee wordt iemand ook ouder.’

Sommige ROC’s bieden daarom een toegepast traject aan waarbij ze inburgering en NT-2 taalles combineren met een voorbereiding op een vakopleiding. ‘Vluchtelingen zijn vaak bereid om hard te werken, maar kunnen wel een steuntje in de rug gebruiken met zo’n pre-teaching traject. En ook tijdens de opleiding is aandacht voor taal belangrijk. Tijdens de werkgroepsessies met verschillende ROC’s hoorden we over deze trajecten, want niet alle opleidingen kennen elkaars exacte aanbod, zeker niet in het voortraject.’

3. Vluchtelingen kunnen (vaak) niet studeren met behoud van uitkering

Een ander samenhangend knelpunt ligt bij de gemeente en op de arbeidsmarkt. Sommige gemeenten willen namelijk niet dat vluchtelingen studeren met behoud van hun bijstandsuitkering. ‘Die gemeenten zeggen: ga eerst maar eens geld verdienen. Als je als vluchteling in zo’n gemeente woont en je wilt een mbo-opleiding volgen, kom je dus al snel uit bij de Beroeps Begeleidende Leerweg, waarbij je drie of vier dagen per week werkt en een of twee dagen per week naar school gaat. Maar daarvoor heb je dus een baan nodig, een werkgever die je betaalt. En werkgevers ervaren vaak drempels om vluchtelingen aan te nemen. Ze denken, dat zijn mensen met trauma’s of ze spreken de taal helemaal niet.’

Het UAF sluit daarom conventanten af met verschillende gemeenten, zodat vluchtelingen met behoud van hun uitkering kunnen studeren. In de gemeente Den Haag en Utrecht worden bijvoorbeeld zulke convenanten opgesteld.

Na de miniconferentie van maart 2015 is er een werkgroep opgesteld met het ministerie van OCW, de MBO Raad, zeven ROCs, het SBB, Vluchtelingenwerk Nederland en het UAF. Een belangrijk actiepunt van deze werkgroep is om scholen en werkgevers, gemeenten, begeleiders van vluchtelingen en vluchtelingen zelf meer informatie over studeren te geven. Daarvoor ontwikkelt de werkgroep een pilot met informatiepunten bij de leerwerkloketten van het UWV. Redjopawiro: ‘Er bestaat al een mooie structuur waar partijen elkaar vinden, dus daar proberen we op aan te sluiten.’

Oproep: ruimhartigheid

Thom de Graaf: 'Hbo moet vluchtelingen die willen en kunnen studeren zo ruimhartig mogelijk begleieden.' 

Wat betreft het hoger onderwijs deed de voorzitter van de Vereniging Hogescholen, Thom de Graaf, bij de opening van het studiejaar aan Stenden Hogeschool in Leeuwarden een oproep om ruimhartig te zijn. ‘Het behoort mijns inziens tot de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het hbo om zo ruimhartig mogelijk vluchtelingen die willen en kunnen studeren te begeleiden. We gaan graag met het UAF en de minister van OCW praten om te kijken wat daarvoor nodig is, ook als het om geld gaat.’

Die ruimhartigheid zou bijvoorbeeld moeten gaan over het bijspijkeren van taal, het waarderen van diploma’s uit het land van herkomst en deze vertalen naar de Nederlandse situatie, ook als het daadwerkelijke papier de vlucht niet heeft overleefd. Maar ook het opstellen van een passend studieplan en het bemiddelen bij huisvesting tijdens de studie. 

Hogescholen hebben een voortrekkersrol en bieden al jaren onderwijs aan vluchtelingen. Met de te verwachten grotere aantallen vluchtelingen is het belangrijk, zo zei De Graaf, dat het hoger onderwijs zich op die toename kan instellen. Hoe kan het onderwijs aan vluchtelingen gewaarborgd blijven? ‘Want ook als mensen uiteindelijk terug kunnen naar hun landen van herkomst, of soms moeten, helpt de opleiding of de studie hen weer in het opbouwen van een toekomst van henzelf en die van hun land.’

Onderzoek naar amv's die hier al langer zijn

Safoura Ghaeminia is hogeschooldocent sociologie en promovenda. Ze onderzoekt de ervaringen van alleenstaande minderjarige vluchtelingen (amv's) die tussen hun vijftiende en achttiende jaar naar Nederland kwamen en hier intussen minstens tien jaar wonen. ‘Juist door op lange termijn te kijken kunnen we zien welke opleidingen zij uiteindelijk hebben gevolgd en welke problemen en mogelijkheden zij in hun schoolloopbaan tegenkomen’, vertelt ze. Zelf was ze jonger, zeven jaar, toen ze zich met haar broer en zus hier vestigde. Juist omdat ze van jongs af aan het Nederlandse onderwijs volgde, heeft ze zelf geen problemen ervaren met de instroom in het beroeps- of hoger onderwijs. Maar ze kent de verhalen, hoort ze van respondenten en hoopt met haar onderzoek de situatie te verbeteren.

De knelpunten voor de instroom en doorstroom herkent ze. ‘Vaak is de mavo of het mbo de enige mogelijkheid om te studeren, ook voor studenten die een hogere opleiding willen en kunnen volgen. En voor mensen die wat ouder zijn en willen studeren, zijn er weinig mogelijkheden.’

Ze heeft zelf een studente uit Syrië in de klas, ‘een superslimme meid’ die af en toe nog worstelt met het Nederlands. ‘De hogeschool is nu eenmaal heel talig, taal zit overal in. We moeten hierin iedereen ondersteunen die dat nodig heeft, of je nu een vluchtelingenachtergrond hebt of niet. Daarnaast zouden we moeten kijken of het wel realistisch is om iedereen op hetzelfde moment dezelfde toets te laten afnemen. Kun je bijvoorbeeld van iemand die twee jaar in Nederland woont, verwachten om direct in het eerste jaar van zijn of haar studie te slagen voor een taaltoets?’

 

Onlangs gestarte (onderwijs)projecten voor vluchtelingen

Verschillende instituten zijn inmiddels projecten gestart specifiek gericht op vluchtelingen:

  • In Twente zijn bijvoorbeeld het ROC Twente, hogeschool Saxion en Universiteit Twente (UT) een samenwerking gestart om educatieve activiteiten te organiseren voor vluchtelingen in de regio Enschede. Het doel is om de vluchtelingen zo snel mogelijk onderwijs, scholing en begeleiding te bieden.
  • Hogeschool Utrecht start 1 januari 2016 samen met gemeente Utrecht en ICT-bedrijf AFAS Software een project voor vluchtelingen met een achtergrond in de automatisering. Gedurende zes maanden krijgen zij scholing in ICT en de Nederlandse taal als voorbereiding op een baan in Nederland. Bas van der Veldt (CEO AFAS Software): ‘Wij zitten in de ICT-sector te springen om goede mensen en het is zonde om het aanwezige potentieel in de groep statushouders niet te benutten.’
  • Movisie is onlangs gestart met K!X Works. Dit project begeleidt en traint jonge vluchtelingen tussen de 13 en 23 jaar intensief bij het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn voor het vinden van een baan.