‘Zelforganisaties in Amsterdam zijn volwaardige partner bij preventie huiselijk geweld’

Gemeente Amsterdam zet de laatste jaren meer in op de preventie van huiselijk geweld. De gemeente werkt hiervoor samen met lokale zelforganisaties die taboeonderwerpen bespreekbaar maken in diverse migrantengemeenschappen. Hilde Bakker (senior adviseur bij Kennisplatform Inclusief Samenleven) praat erover met Stefan Carr, beleidsadviseur huiselijk geweld bij gemeente Amsterdam en tevens verbindingsfunctionaris voor stadsdeel West.

Artikel
Intercultureel vakmanschap

Bakker: Wat doet een verbindingsfunctionaris?
Carr: De verbindingsfunctionarissen zijn bedacht om vanuit wat wij noemen de 'centrale stad' contact te houden met de decentrale uitvoering in de stadsdelen. In 2015 vond er in gemeente Amsterdam een grote reorganisatie plaats. Al het beleid is sindsdien centraal georganiseerd. Tot 2015 gingen de stadsdelen over de preventie van huiselijk geweld, nu zijn ze alleen de uitvoerders van het beleid.

Bakker: Is de aanpak van huiselijk geweld door de reorganisatie ook veranderd?
Carr: Eind 2014 hebben we nieuw beleid geschreven voor de stadsregio Amsterdam, waarin veel nadruk ligt op het voorkomen van huiselijk geweld. Er is nu flink veel ruimte voor gebiedsgerichte preventie. Als je álle groepen wilt bereiken bij het geven van voorlichtingen over bijvoorbeeld eergerelateerd geweld of huwelijksdwang, dan moet je in lokale netwerken zitten. De buurten kennen. Daarvoor hebben we preventiemedewerkers aangesteld.

Bakker: Wat zijn de taken van preventiemedewerkers?
Carr: Preventiemedewerkers gaan in de buurt op zoek welke problematieken er spelen en wat inwoners nodig hebben. Ze leggen netwerken aan en benutten die, brengen formele en informele organisaties met elkaar in contact en organiseren bijeenkomsten waar bijvoorbeeld Veilig Thuis een voorlichting geeft. Kortom: ze zoeken en creëren kansen om taboeonderwerpen bespreekbaar te maken, zodat de drempel wordt verlaagd om hulp te zoeken of melding te maken. En natuurlijk om het denken over huiselijk geweld te beïnvloeden.

Bakker: Hiervoor werken jullie ook samen met Stichting Kezban die vrijwilligers inzet om voorlichting te geven over taboeonderwerpen als eergerelateerd geweld en huwelijksdwang.
Carr: Klopt. We werken met verschillende lokale organisaties samen bij de preventie van huiselijk geweld, waaronder Kezban. De inzet van specifiek peer educators, dus voorlichters uit de eigen gemeenschap, zie ik als een middel om huiselijk geweld tegen te gaan. Waar het mij steeds om gaat, is het op kleine schaal bereiken van een groep mensen. Dat kan wat mij betreft op verschillende manieren. Dat mag ook een professionele voorlichter zijn. Wat ik het belangrijkste vind is om na te gaan hoe je groepen het beste bereikt. Sluit aan bij hun wensen en bij hun eigen initiatieven.

Bakker: Hoe bereiken jullie de verschillende groepen dan?
Carr: Dat moeten mensen doen die de lokale netwerken kennen. Ik raad iedere gemeente aan om mensen vrij te maken die de wijk ingaan om contact te leggen met die lokale netwerken. Bij ons zijn dat de preventiemedewerkers en de medewerkers van Stichting Kezban. Zij kunnen aansluiten bij de lokale behoefte. Wat ik belangrijk vind is dat je goed moet meedeinen met wat er lukt en mogelijk is. Je moet niet eerst een plan maken en dat netjes afwerken om uiteindelijk tot die voorlichting te komen die je had gepland. Nee, benut vooral dat waar lokale organisaties en burgers zelf energie voor hebben. Daarop kan je meeliften. In de stadsdelen West en Oost zijn er bijvoorbeeld actieve informele partijen die veel energie hebben en een volwaardige partij zijn voor de formele organisaties. Dat is heel waardevol bij de preventie van huiselijk geweld.

Benut vooral dát waar lokale organisaties en burgers zelf energie voor hebben, daar kan je op meeliften

Bakker: Ik weet dat bij veel gemeenten preventie juist een ondergeschoven kindje is.
Carr: Preventie is altijd onzichtbaar. Als je stopt met preventie, dan verandert er in eerste instantie niks. Je kunt ook niet gemakkelijk bewijzen dat het effect heeft. Op lange termijn merken wij wel het belang van bespreekbaar maken omdat mensen eerder geweld aankaarten en hulp vragen.

Bakker: Hoe ziet de toekomst van de samenwerking met Stichting Kezban eruit?
Carr: Stichting Kezban wil haar voorlichtingswerk en haar pool van vrijwillige voorlichters bij een andere organisatie structureel onderbrengen, zodat dit werk geborgd is. Het blijkt voor hen echter een lastigere zoektocht om een geschikte organisatie te vinden dan zij vooraf dachten.

Bakker: Bij Kennisplatform Inclusief Samenleven hebben we het plan om nog eens te kijken naar de effectiviteit van dergelijke voorlichtingen. Ik neig soms meer naar een combinatie van vrijwilliger en professional.
Carr: Vrijwilligers die voorlichtingen geven hebben sowieso opleiding nodig. Natuurlijk kan het helpen als iemand een drijfveer heeft uit haar persoonlijke geschiedenis maar dit moet wel grotendeels verwerkt zijn. Je kunt niet gaan snikken voor de groep.

Bakker: Je bent ook niet zomaar een ervaringsdeskundige.
Carr: Binnen de gemeente hebben we onlangs een klankbordgroep huiselijk geweld opgezet bestaande uit ervaringsdeskundigen. Deze mensen willen graag voorlichting geven, maar ze hebben niet de trainingen achter de rug die de voorlichters van Stichting Kezban hebben gehad. We zijn nog aan het zoeken hoe we de inzet van de mensen in onze klankbordgroep verder gaan vormgeven. We hebben in Amsterdam nu meerdere voorlichters over huiselijk geweld en andere taboes. We denken nog na hoe we die goed kunnen ondersteunen met intervisie en dergelijke. Want begeleiding van de vrijwilligers is en blijft wel nodig.

 

Peer education

Een taboe doorbreken, dat gaat natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Volgens Hilde Bakker (Movisie) kunnen voorlichters uit eigen kring wel ‘de zaadjes planten die langzaamaan verandering in hun gemeenschap teweeg kunnen brengen’. Bakker heeft er zelf ervaring mee in het project ‘Ik ben van mij’ waarin Movisie samenwerkte met drie jongerenorganisaties met voorlichters die in eigen kring het gesprek aangingen over taboeonderwerpen.

 

Meer informatie?Neem contact op met:

Hilde Bakker

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892081
Afbeelding