Kennisgids inclusief vaderschap
De rol van vaders is essentieel voor de ontwikkeling en het welzijn van kinderen. Maar in zowel beleid als praktijk en onderzoek blijven zij vaak onderbelicht. Vooral als het gaat om vaders met een migratieachtergrond en vaders van kleur. Deze kennisgids wil daarin verandering brengen. We geven professionals, beleidsmakers en andere betrokkenen een verdiepend en actueel overzicht van kennis, praktijkvoorbeelden en wet- en regelgeving rond het thema inclusief vaderschap.
Auteurs: Jeroen Vlug, Marjolijn Distelbrink, Trees Pels, Rominique van Rhemen en Marit Verstappen
3.1 Maatschappelijk komt er langzaamaan meer oog voor de rol van vaders
Geleidelijk komt er maatschappelijk meer oog voor de rol van vaders. Er is onder meer sprake van veranderende opvattingen over en praktijken van verdeling van werk en zorg tussen vaders en moeders. Stereotypen over wie beter geschikt is voor de zorgrol nemen de laatste paar decennia af. Volgens de Emancipatiemonitor van CBS vond in 1981 nog 58 procent van de mannen met kinderen dat vrouwen beter geschikt zijn voor de zorg voor kinderen. In 2020 is dit afgenomen tot 29 procent (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2020). In 2022 en 2024 is dit percentage weer enigszins toegenomen, maar nog steeds lager dan vroeger: respectievelijk 35 procent en 36 procent van de mannen onderschrijft dit in deze jaren nog (CBS, 2022; CBS, 2024). In deze cijfers is geen onderscheid gemaakt naar achtergrondkenmerken als migratieachtergrond van de ondervraagden.
Mogelijk hebben de covid-lockdownperiodes enige invloed op deze toename gehad. Zo constateerden Mize, Kaufman en Petts (2021) dat de COVID-19-pandemie in de Verenigde Staten traditionele genderrollen in het ouderschap versterkte. Desondanks lijkt er in Nederland toch wel een duidelijke trend naar meer gelijkheid in de gewenste verdeling van werk en zorg tussen mannen en vrouwen te zijn. Van de ouders met een partner en een kind jonger dan 18 jaar ziet 57 procent in 2024 het liefst dat man en vrouw gelijk betaald werk doen (CBS, 2024). In 2018 was dit nog 40 procent onder deze categorie ouders (CBS, 2018), en in 2020 stond dit percentage op 44 procent (CBS, 2020). Hoewel de gewenste rol-/taakverdeling door de jaren heen is veranderd en meer gelijk is geworden, blijft de realiteit steeds achter op deze veranderde idealen. In de praktijk valt de feitelijke taakverdeling jaar na jaar minder gelijk uit dan de gewenste taakverdeling (CBS, 2020; CBS, 2022; CBS, 2024).
De veranderende zorgidealen weerspiegelen zich in beleid. In het beleid begint er iets meer aandacht te komen voor betrokkenheid van vaders. Programma's ter versterking van de opvoeding in de eerste duizend dagen en ‘Kansrijke start’ bijvoorbeeld, richten zich in overgrote meerderheid van de initiatieven op moeders, maar voor de (zorg)rol van vaders begint wel wat meer oog te komen. Pharos is een van de partijen die expliciet aandacht vraagt voor hun rol bij de eerste duizend dagen, onder andere via portretten en artikelen waarin vaders vertellen over waar zij ondersteuning missen (zie hoofdstuk 5). Ook in wet- en regelgeving zien we dat er langzaamaan meer aandacht komt voor het ondersteunen van (blijvende) vaderbetrokkenheid (zie hoofdstuk 6).