5 randvoorwaarden om met praktijkervaring jeugdwerkloosheid tegen te gaan

Het opdoen van praktijkervaring in het mbo of voortgezet onderwijs kan de kansen op een baan bij jongeren van niet-westerse herkomst vergroten. Dat blijkt uit evaluatieonderzoek van Kennisplatform Inclusief Samenleven. In de studie worden vijf randvoorwaarden geformuleerd die het positieve effect van een stage of werkplekervaring vergroten.

Artikel
Werk

1. Bespreek vooraf op school met de jongeren wat ze verwachten van de stage of werkplek
Tussen jongeren en werkgevers is er vaak een ‘mismatch’ in verwachtingen. Werkgevers nemen stagiairs aan onder de noemer ‘werving van toekomstig personeel’, terwijl jongeren vooral bezig zijn met het afronden van hun opleiding en niet zozeer met de kansen die een stage voor hun carrière biedt. Dit kan ertoe leiden dat zij tijdens de stage niet optimaal presteren, waardoor de kans om zo aan een baan te komen niet groter wordt.

 

 
 

 

2. Zorg als onderwijsinstelling voor verbreding én verdieping van de beroepsbeelden
Een beter beroepsbeeld leidt tot betere arbeidsmarktkansen doordat beroepen zo minder abstract zijn voor jongeren. Het opdoen van verschillende werkervaringen en goede praktijkstages leiden tot zo’n beter beroepsbeeld. Dit geldt zelfs voor bliksemstages – bedrijfsbezoeken van één dagdeel – van vmbo-leerlingen. De onderzoekers adviseren scholen om jongeren vervolgens ook te ondersteunen bij de reflectie op hun ervaringen en verkregen kennis en te kiezen voor korte praktijkervaringen op meerdere plekken.

3. Doorbreek op school de stereotiepe ideeën die jongeren en ouders hebben over beroepen
De voorkeur van jongeren met een migrantenachtergrond gaat vaker uit naar economische en sociale studierichtingen die minder goed aansluiten op de arbeidsmarkt, maar wel een hogere status hebben in de ogen van jongeren en hun ouders. Sectoren als techniek, verzorging, industrie en landbouw worden veelal geassocieerd met ‘vies, zwaar en handenwerk’. Maar deze sectoren bieden juist betere arbeidsmarktperspectieven. Soms hebben ouders ook het idee dat bepaalde beroepen bij een meisje of juist bij een jongen horen. Deze denkbeelden worden (impliciet) doorgegeven aan jongeren. Een school zou hier ook aandacht aan moeten besteden.

4. Zorg op de werkvloer voor inspiratie en realistische verwachtingen
Bespreek als onderwijsinstelling met de werkgevers de verwachtingen die zij van de jongeren hebben. Rolmodellen op de werkvloer met dezelfde culturele achtergrond kunnen vooroordelen over beroepen bij jongeren wegnemen.

5. Zorg voor een duurzaam beleid
Een krachtige loopbaangerichte leeromgeving op scholen is een voorwaarde van een duurzaam beleid. In zo'n omgeving ontwikkelen leerlingen loopbaancompetenties en een arbeidsidentiteit, zodat ze gekwalificeerd zijn voor een arbeidsmarkt waar employability en zelfsturing steeds belangrijker worden. Tegelijkertijd moeten scholen ‘thuisbetrokkenheid’ faciliteren. De invloed van ouders op loopbaankeuzes van jongeren is immers groot. Uit eerder onderzoek komt naar voren dat de betrokkenheid van ouders substantieel bijdraagt aan preventie van schooluitval.
 

Download ook de factsheet Wat is het effect van praktijkervaring? waarin de resultaten van het onderzoek zijn gebundeld (auteur: Thijs van den Enden).

Dit onderzoek is de tweede in een reeks over de vraag ‘wat werkt bij de aanpak van werkloosheid van jongeren met een migrantenachtergrond?’. Het onderzoek Mentoring tegen jeugdwerkloosheid. Werkt deze aanpak bij migrantenjongeren? verscheen in maart 2016. In vervolgonderzoeken zoomen we in op beeldvorming van werkgevers en werknemersvaardigheden van jongeren. De publicaties verschijnen in de loop van 2016 op deze website.

Meer informatie?Neem contact op met:

Saskia Keuzenkamp

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892034
Afbeelding