Advocaat Gerald Roethof: 'Vaak heeft het geen voordeel om mee te werken met de politie'

Op 27 november is de Nacht van de Rechtsstaat. Thema: uitsluiting en de rechtsstaat. In de aanloop naar 'De Nacht' arrangeert Kennisplatform Integratie en Samenleving een aantal vraaggesprekken over dit thema. De derde is tussen de 18-jarige Ama Boahene en strafrechtadvocaat Gerald Roethof. Zij zetten het vergrootglas op de positie van jongeren binnen de rechtsstaat. Welke rol spelen hun houding en afkomst als ze in aanraking komen met politie en justitie?

Artikel

Wat gebeurt er met jongeren als zij een strafbaar feit plegen?
‘Op het moment dat er een verdenking is, hoef je niet automatisch bij een rechter te komen. Je kunt als minderjarige onder andere bij bureau Halt terecht komen. Er zijn op politiebureaus medewerkers van de officier van justitie en parketmedewerkers, die daarover beslissen. Zij menen dan dat er wel iets in de zaak zit, maar gunnen jou op dat moment nog geen strafblad. Met een leerwerkstraf proberen ze je duidelijk te maken dat het niet oké is wat je gedaan hebt.’

Hoe wordt bepaald of iemand in aanmerking komt voor een Halt-straf?
‘Dat is een goede vraag die ik mezelf ook wel eens stel. Ik weet het niet. Er wordt niet gemotiveerd waarom je naar Halt gaat. De bedoeling is dat je naar Halt gaat als het vaststaat dat je het strafbaar feit verricht hebt, maar dat diegene geen (relevant) strafblad heeft en waarbij de zaak van geringe importantie is.’

Ama Boahene interviewt Gerald Roethof

 

'Een nadeel van Halt is dat iemand zonder een kritische toets van een advocaat naar een instantie wordt gestuurd en toch een vlekje op zijn blazoen krijgt'

Welke nadelen zitten er aan een Halt-straf?
‘Wat ik zelf een nadeel vind van Halt, is dat het zaken zijn waarbij je als advocaat veelal een bijrol hebt. Vaak heb je geen dossier, dus je weet niet wat er eigenlijk ligt. Wat ik regelmatig zie is dat de officiers van justitie of hun medewerkers een zaak te positief inschatten op het moment dat er geen verdediging wordt gevoerd. Positief omdat ze menen dat een zaak bewezen verklaard kan worden, want alleen dan kan iemand doorgestuurd worden naar Halt. Maar als je zegt: 'Ik accepteer het niet, stuur het dossier maar op', dan kan je een brief krijgen waarin staat: 'bij nader inzien seponeren we de zaak'.

Een nadeel van Halt is dus dat iemand zonder een kritische toets van een advocaat naar een instantie wordt gestuurd en toch wel een vlekje op zijn blazoen krijgt. Want nu zegt men wel dat je geen strafblad krijgt, maar er wordt wel een aantekening van gemaakt. Mocht er in de toekomst nog iets gebeuren en iemand komt bij de rechter dan kan er gezegd worden: 'Toen heb je al een kans gekregen, nu krijg je die niet meer.'

Het is voor iedereen aan te raden om voordat je iets accepteert, heel goed door een deskundige uit te laten zoeken wát je accepteert. Ik merk dat het onvoldoende duidelijk is dat als je in de toekomst bij een rechter komt, de rechter wel ziet dat je bij Halt bent geweest. Als je echter praat over een zaak die vaststaand bewezen kan worden, dan kan Halt handig zijn.’

Spijt betuigen en bekennen: handig of juist niet?
‘In zijn algemeenheid vind ik dat als je als jongere verdacht wordt van een feit, waar je een volwassen straf voor kan krijgen als er voldoende bewijs is, je je ook volwassen moet opstellen. Dan is er geen reden om in een vroeg stadium spijt te betuigen. Ik zeg altijd: berouw komt na de zonde. Spijt kan je altijd nog op een later moment betuigen. Een voorbeeld van een heel eenvoudig zaakje: iemand bestelt een taart voor een feest. De taart wordt bezorgd, maar er staat een verkeerde naam op en de taart staat scheef. Er ontstaat een discussie en uiteindelijk is er een jongere die de deur dichtdraait en tegen de bezorger zegt: 'Zolang het niet is opgelost, ga jij niet weg.' Geen van de feestgangers zegt dat het zo gegaan is, alleen de taartbezorger. Ik heb de zaak overgenomen van een collega die vond dat ze, het was een meisje, moest vertellen wat er was gebeurd. Zij heeft nu op haar strafblad ‘wederrechtelijke vrijheidsberoving’ staan, net als Holleeder voor de ontvoering van meneer Heineken. Als ze haar mond had dicht gehouden was het nooit voor de rechter gekomen, want er was geen bewijs.’

Spijt betuigen is alleen belangrijk als je er echt niet onderuit kan komen. Dan kan je zeggen dat je bij de jeugd meer moet kijken naar de pedagogische aspecten van een straf. Ik heb totaal geen probleem met het geven van straffen aan mensen, ook niet aan kinderen. Ik heb wel een probleem met de consequentie die het kan hebben voor je toekomst. Als je van te voren weet dat je een straf van een bepaalde hoogte kunt krijgen die zal gaan leiden tot het blokkeren van je toekomstperspectief, waarom zou je je dan meewerkend opstellen? Wat voor pedagogische effecten en aspecten zitten daar dan aan? Helemaal niets.’

Jongeren en de rechtsstaat
Jongeren van niet-westerse afkomst ervaren in het dagelijkse leven niet zelden discriminatie of uitsluiting. Wat kunnen zij doen om hun recht te halen? Tijdens de Nacht van de Rechtsstaat gaan politici, journalisten, juristen, burgers en jongeren met elkaar in gesprek. Lees meer over de Nacht van de Rechtsstaat en bestel direct een ticket.

 

In hoeverre is een meewerkende houding van belang?
‘Zolang jij je niet verzet, want dat is een strafbaar feit, zie ik niet in welk voordeel het heeft om lekker mee te werken. Agenten vragen wel eens of ze in je tas, zakken of auto mogen kijken. Wat voor voordeel kan het hebben om daar aan mee te werken als dat zonder grond gebeurt? Nul komma nul. Want heb je iets bij je, dan ben je de pineut en als jij niet meewerkt kunnen ze niets anders doen dan je de weg te laten vervolgen. Eigenlijk moet je jurist zijn om te weten of er grond is, maar het komt er op neer dat je als verdachte staande gehouden mag worden als er een redelijk vermoeden van schuld is. En voordat je gefouilleerd mag worden, moet er een hele zware verdenking zijn.

Door op het politiebureau, als er geen bewijs is, tegen jezelf bewijs te verschaffen door volmondig te gaan verklaren en bekennen, heb je jezelf niet geholpen. Je hebt het recht om niet te praten, maak er gebruik van. Op het moment dat je bij de officier van justitie komt en er is een dossier, dan zou je kunnen zeggen in die zaken waarbij het bewijs er ligt: beken en betuig je spijt. Hetzelfde geldt als je bij een rechter terecht komt. Maar niet iedereen kan, wil of durft dat, bijvoorbeeld uit schaamte. Stel je hebt als man een vrouw in de bil geknepen en je hebt een vriendin. Dan kan je er wel spijt van hebben, maar heb je misschien liever straf van de rechter, dan dat je relatie uit gaat. De vraag is dan of die personen harder gestraft moeten worden. Ik zeg nee.’

Hoe beïnvloedt je afkomst de manier waarop je behandeld wordt door politie en justitie?
‘Waar ik over de rechterlijke macht redelijk neutraal ben, bewust discrimineren zie ik niet, zie ik in de praktijk bij de politie helaas het probleem van etnisch profileren. Nieuwsuur heeft dat heel treffend in beeld gebracht. In een bepaalde buurt liepen drie blanke jongens rond met petjes op en hiphopkleding aan. De politie reed langs, niets aan de hand. In dezelfde buurt lopen daarna drie donkere jongens, de politie reed langs en had gelijk belangstelling. Puur en alleen vanwege hun etnische afkomst. Als je het hebt over de politie, begint het daar mee: wie hou je aan, wie niet? Wie controleer je en wie niet? En wat je ziet is dat in zijn algemeenheid de getinte Nederlander veel sneller gecontroleerd wordt, en daardoor met de politie in aanraking komt, dan een niet getinte Nederlander. Dan kan je de zogenaamde selffulfilling prophecy krijgen: je controleert ze, je vindt iets, je blijft die groep controleren en je vergeet de rest.’ ‘En ik denk dat uiteindelijk tieners, twintigers, dertigers, daar meer last van hebben. Als je vijftig gepasseerd bent dan maakt afkomst denk ik minder uit.’

Hoe kan etnisch profilerene worden voorkomen?
‘Het moet gewoon niet meer gebeuren. Laat agenten noteren wie ze gecontroleerd hebben en waarom. Als je alleen maar Mohammeds ziet dan mag je die agent kritisch gaan vragen waarom alleen die personen gecontroleerd zijn. Rust agenten uit met een camera, waarom niet? Een kleine camera, makkelijk mee te nemen. Dan kan alles nagekeken worden en hebben we geen discussie over wat er precies gebeurd is. Ik ben er van overtuigd dat als agenten verplicht met een camera op stap zouden gaan, een logboek bij moeten houden wie er gedurende de dag gecontroleerd wordt, en dat vervolgens kritisch bekeken wordt, dat het de andere kant op zou gaan.’

 

Ama Boahene is achttien jaar en behaalde dit jaar haar gymnasiumdiploma. In het voorjaar werd ze winnaar van de speechcompetitie in het VARA-televisieprogramma Op weg naar het Lagerhuis.