Arbeidstoeleiding vrouwelijke statushouders: ‘We hebben een helikopterblik nodig’

Hoe verbeter je de toegang naar opleiding en werk voor vrouwelijke statushouders? Dat was de leidende vraag in een nieuw onderzoek van KIS. Daarbij stonden gesprekken met deze vrouwen en met klantmanagers van gemeenten centraal. ‘De nieuwe wijze van inburgeren vanaf 2021 biedt kansen.'

Artikel
Integratie- en inburgeringsbeleid

‘We moeten het vraagstuk niet te smal benaderen’, stelt Marjan de Gruijter, een van de betrokken KIS-onderzoekers. Ze licht toe: ‘Gemeenten zijn in het kader van de Participatiewet vooral bezig met de vraag hoe een gezin van statushouders snel financieel onafhankelijk kan worden. Dat heeft tot onbedoeld effect dat ondersteuning hierbij zich vooral richt op mannen, die vaak als meer kansrijk op de arbeidsmarkt worden gezien. Hierdoor kan het soms lijken of de vrouwen geen belangstelling hebben om te werken.’

Dat is een vertekend beeld van de werkelijkheid, stelt ze. Natuurlijk, veel vrouwen zijn – vlak na hun komst naar Nederland, vaak onder moeilijke omstandigheden – inderdaad gefocust op de zorg voor hun gezin. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze niet gemotiveerd zijn voor opleiding en werk. Zoom uit, opereer meer met een helikopterblik, adviseert De Gruijter op grond van het onderzoek (zie kader onderin). ‘Kijk nu goed wat de vrouwen echt nodig hebben om die stap naar participatie echt te kunnen maken.’ Oriëntatie op de arbeidsmarkt, maar vooral ook op de eigen mogelijkheden is een eerste, noodzakelijke stap.

Naar het rapport

Heel gemotiveerd

Het onderzoek is gestoeld op interviews in drie gemeenten met vrouwelijke statushouders en klantmanagers die de taak hebben om bijstandsgerechtigden te begeleiden naar werk of scholing. Uit de gesprekken doemt een duidelijk beeld op, zegt de KIS-onderzoeker: ‘De vrouwen zijn heel gemotiveerd om te gaan meedoen in de samenleving maar plaatsen zichzelf niet op de voorgrond in de eerste jaren in Nederland. Man aan het werk, kinderen, stabiele thuissituatie, dat zijn de zaken die voor hen voorgaan.’

Die focus is begrijpelijk zegt de Gruijter maar het is tegelijkertijd belangrijk om het ijzer te smeden nu het heet is. Juist op dit moment hebben gemeenten trajecten voor statushouders waarin bijvoorbeeld het leren van de taal en werken gecombineerd worden. Ook hebben gemeenten gespecialiseerde klantmanagers om statushouders te begeleiden. ‘Daar zouden vrouwen veel meer van moeten profiteren’.

'De prijs voor niets doen is heel hoog. Als we over tien jaar constateren dat deze vrouwen langs de zijlijn staan, dan is dat een groot probleem'

Samen plan opstellen

Er zijn allerlei knelpunten – zo blijkt uit het rapport – die de weg naar opleiding en werk bochtig en hobbelig maken. Allemaal waar, vindt De Gruijter ‘maar dat moet ons er niet van weerhouden om ons er voor in te spannen. De prijs voor niets doen is heel hoog. Als we over tien jaar constateren dat deze vrouwen langs de zijlijn staan, dan is dat een groot probleem.’

Vanaf 2021 komt de regie voor de inburgering van nieuwkomers opnieuw bij de gemeenten te liggen. Dat biedt veel nieuwe kansen, ook voor deze groep, vindt de KIS-onderzoeker. Het leren van de taal en het vinden van werk of een opleiding kunnen gemakkelijker tegelijkertijd worden opgepakt. De gemeente en de inburgeraar moeten hiervoor samen een plan opstellen. De Gruijter: ‘De ambitie is dat er dan gekeken wordt naar alle levensdomeinen, niet alleen naar werk. Kern is: hoe kun jij op gang geholpen worden zodat jij kunt meedoen in de samenleving?’

Meer informatie

Download het rapport op kis.nl/vluchtelingenvrouwen. Binnen dit project biedt KIS ook praktische ondersteuning aan drie gemeenten bij het ontwikkelen van emancipatiesensitief beleid en praktijk. De resultaten hiervan worden gebundeld in een handreiking.

Meer informatie?Neem contact op met:

Marjan de Gruijter

icon_chevron Stuur een e-mail
Afbeelding