Asielzoekerscentra ten tijde van corona

De parkeerplaats voor de ingang is vrijwel leeg. Het asielzoekerscentrum (azc) in Leersum is sinds de uitbraak van de corona voor bezoekers gesloten. Dit geldt voor alle azc’s in Nederland. De wind ruist lichtjes door de bomen op deze welhaast zomerse lentedag. Het is stil. Heel stil. Toch wachten hier ruim vijfhonderd bewoners dagelijks in spanning af wat de coronacrisis voor hen en eventuele gezinsleden gaat betekenen. En al weken houden ze met de grootste moeite de verplichte anderhalve meter afstand aan, wat in een azc praktisch onmogelijk is.

Artikel
Vluchtelingen

Astmatisch

Khaled en zijn veertienjarige zoon Mohammed komen langzaam het parkeerterrein op gelopen. Khaled oorspronkelijk afkomstig uit Jemen, verblijft nu ruim tien maanden in dit azc, met zijn vrouw en twee zonen van tien en veertien. In de plastic tas die hij bij zich draagt, zitten twee dikke ordnermappen vol met correspondentie en bewijsmateriaal zoals foto’s die moeten aantonen dat ze hun leven bij terugkomst in Jemen niet meer zeker zijn. Zijn vrouw is familie van een generaal en dat maakt voor hen, gezien de huidige politieke situatie in Jemen, een terugkeer niet mogelijk. Daarbij is Jemen op dit moment een coronabrandhaard.

Wat het extra gecompliceerd maakt, is dat Khaled via Tsjechië naar Nederland kwam, eerst Ter Apel, vervolgens naar Budel en nu dit, zegt hij gelaten en wijst om zich heen. Zijn astmatische vrouw en jongste kind met knieproblemen, kunnen de heuvel naar het azc niet op. Die kwamen beiden daarom al bijna nooit buiten en nu met de corona helemaal niet meer. Khaled is bang dat zijn vrouw, vanwege haar astma, eerder kwetsbaar is.

Omdat het IND alles versneld wil afwerken, worden wij straks afgewezen. Het enige wat ik nog kan doen, is in hongerstaking gaan

Anderhalve meter afstand houden, kan niet zegt hij, als je keuken, sanitaire voorzieningen in een unit met twee families deelt en elkaar op de gang moet passeren. Niemand, zegt hij, draagt hier mondkapjes of handschoenen ter bescherming. ‘Hoe kan dat?’, vraagt hij vertwijfeld. ‘Straks heeft mijn vrouw de situatie in Jemen overleefd, maar gaat ze alsnog dood aan corona.’ En waar hij echt niet van kan slapen zijn de wachtlijsten voor gehoor door het IND, die vanwege de corona de afgelopen periode sterk toenamen. Geëmotioneerd zegt Khaled dat andere asielzoekers uit Jemen, die hij kent van het azc in Budel, en hier korter zijn, nu al wel worden geïnterviewd. Hij weet het zeker: door de coronacrisis is willekeur ontstaan bij de IND. Na bijna anderhalf jaar wachten is hij bang dat zijn verhaal niet serieus wordt genomen, omdat de IND ‘alles versneld wil afwerken’. Het enige wat hem nog kan helpen, zegt hij, is in hongerstaking gaan.

Gevangenis met glazen muren

Het voelt steeds meer als een gevangenis met glazen muren, zegt Farid (39 jaar). ‘In een echte gevangenis weet je tenminste wat je straf is en hoeveel jaar je moet zitten. Maar hoe lang moeten wij hier blijven? Niet weten is een veel zwaardere straf.’ Het gesprek met hem verloopt telefonisch, met behulp van een tolk, omdat ook hier de opvanglocatie dicht is. Afkomstig uit Iran verblijft hij samen met zijn vrouw al bijna twee jaar in een opvanglocatie. Zijn vrouw is aanhanger van de Bahai religie, door de Iraanse overheid gezien als een sekte. Aanhangers worden dan ook vervolgd. Toen zij in september 2018 in Amsterdam waren voor zaken, werden leden van haar familie ernstig lastig gevallen. En waarschuwden zij haar niet terug te komen. ‘Dit overviel haar zo, dat ze zwaar ziek werd. Haar lichaam reageerde heel heftig op dit nieuws.’

Na zich gemeld te hebben bij de Amsterdamse politie, werden zij naar Ter Apel verwezen. ‘Ik verwachtte toen direct een interview te krijgen’, vertelt hij, ‘maar dat kwam niet.’ En na ruim 21 maanden nog steeds niet. Door corona is de wachttijd in zijn geval met vier maanden vertraagd, maar zegt hij, hoe kan het dat mensen uit Turkije voorgaan? In Jemen en Syrië is een oorlog gaande. Op de Nederlandse televisie ziet hij wekelijks reclames voor vakantie aan de Turkse kust voorbij komen. Toen hij zich samen met zijn vrouw wilde aanmelden voor de Nederlandse les, werd verteld dat de mensen uit Jemen, Turkije en Syrië voorrang kregen omdat zij meer kans hadden op een verblijfsvergunning. ‘Nederland is een democratisch land’, zegt hij, ‘heel anders dan Iran. Wij zijn dankbaar voor onze ontvangst hier, dat we nog steeds leven, en hebben onze talenten actief willen inzetten om iets terug te kunnen doen. En dat willen we nog steeds.’ Maar vertwijfeld vraagt hij zich af hoelang dit nog duurt, want wanneer de corona over gaat weet niemand. En daardoor is alles extra onzeker.

Als je je online niet goed kunt uitdrukken in het gehoor, mag dit niet in je nadeel werken

Telehoren

Volgens Danielle Castricum en Ariane den Uyl van VluchtelingenWerk, zijn de lange wachttijden bij de IND die er al waren door corona verder opgelopen. Inmiddels is de IND ook gestart met telehoren, en hoewel dit zorgt voor versnelling, zegt Castricum, zijn niet op alle azc’s de spreekkamers daarop ingesteld en de benodigde apparatuur voor in huis. ‘Voor veel mensen werd het uitzichtloos. Dat eindeloze wachten.’ Aan de andere kant, zegt ze, moeten we oppassen dat het wel zorgvuldig gebeurt. Telehoren is toch anders dan elkaar in werkelijkheid zien. Ieder bevindt zich op een andere locatie, de functionaris van de IND, de asielzoeker en de tolk. ‘Als je je online niet goed kunt uitdrukken in het gehoor, mag dit niet in jouw nadeel werken.’

Bovendien is de kans nog groter dat gebeurtenissen waar mensen niet makkelijk over praten, zoals een verkrachting, niet genoemd worden. Daarnaast, zegt ze, levert de inhaalslag van de IND ook veel spanning op: wie mag eerst en waarom? Dat is nu niet duidelijk. De IND spreekt over kansrijke nationaliteiten en de kans bestaat dat die eerder aan de beurt zijn, hoewel ze veel korter in Nederland verblijven. Want dat verkleint de wachtlijst en zorgt voor de nodige doorstroom. VluchtelingenWerk is daarentegen voorstander van het principe: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Teamleider op het azc Leersum Diete Touwen bemerkt in de praktijk dat vluchtelingen uit landen als Afghanistan en Nigeria nu sneller een afwijzing krijgen op hun aanvraag. ‘Weer een trauma erbij. Ze worden niet direct het land uitgezet, maar ooit moeten ze vertrekken.’

Kansrijke nationaliteiten

De pilot Kansrijke Nationaliteiten startte voor de corona en richtte zich in eerste instantie op drie landen: Jemen, Turkije en Syrië. Waarom juist deze drie landen? Vluchtelingen die hier vandaan komen zijn veelal goed gedocumenteerd. Bovendien komen ze uit een oorlogssituatie of kunnen ze aantonen dat ze persoonlijk vervolgd worden. In plaats van acht dagen horen zij binnen drie dagen of ze in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. Als gevolg van de RIVM-richtlijnen vinden deze gehoren momenteel op afstand (via videoconferencing) plaats. Minderjarigen en kwetsbare personen worden niet op afstand gehoord. De pilot vond op een aantal plekken in Nederland plaats. Inmiddels gebeurt het op veel meer plaatsen en komen ook andere nationaliteiten hiervoor in aanmerking.

Ouders kunnen hun kinderen niet helpen bij online lessen. Er is geen dagbesteding meer. Alle activiteiten zijn stil gezet

Medische inloopspreekuren stopgezet

Het is sowieso ingewikkelder geworden, zegt Castricum. ‘Door de lockdown werken we veel op afstand en zijn we via whatsapp, telefoon en email te bereiken. Maar we zijn beperkter op de locaties aanwezig. Waardoor we minder goed een vinger aan de pols kunnen houden.’ Stress, zegt ze, kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er meer ruzies ontstaan tussen ouders en kinderen. Beiden hebben nu een ander dagritme. Er is voor volwassenen geen dagbesteding, de activiteiten voor kinderen zijn stopgezet en ze krijgen nu online les. In zeer korte tijd is daarvoor de wifi versterkt en laptops ter beschikking gesteld. Ondanks dat geven scholen aan dat ze de kinderen niet kunnen bereiken. En ouders spreken de Nederlandse taal niet goed genoeg, om hen bij hun online lessen te helpen. ‘Je kunt nu alleen op afspraak mensen spreken en dat maakt het voor iedereen lastig.’ Daarnaast zijn bewoners ook bang voor een uitbraak, zoals onlangs in Sneek. ‘Er zijn al eerder wat losse gevallen van coronabesmettingen geweest’, aldus Den Uyl. Uit de monitor van VluchtelingenWerk blijkt dat vluchtelingenwerkers zich ernstig zorgen maken over het gebrek aan toegang tot medische zorg, nu de inloopspreekuren van de praktijkverpleegkundigen zijn stopgezet. En alle zorgvragen per telefoon gaan.

Zomaar naar therapie sturen is niet altijd de enige oplossing

Met een vreemde in gesprek gaan

Dat er nu meer angst is onder asielzoekers, ziet ook Elize Smal, adviseur Gezondheid Asielzoekers en Vluchtelingen bij expertisecentrum Pharos. Dat is de optelsom van uiteenlopende factoren, zegt ze. ‘Asielzoekers hebben door wat ze meemaken en meemaakten een verhoogd risico op psychische klachten. Daarnaast bestaat veel onwetendheid over corona. Vandaar alle middelen die wij erover in verschillende talen ontwikkelden. Mensen zoeken de informatie op in hun eigen taal en dan blijken in hun herkomstland de eisen heel anders te zijn. Jonge kinderen worden bijvoorbeeld binnen gehouden, terwijl dat in Nederland niet hoefde. Zoals wij bijna blind op de overheid en het RIVM afgaan, doen zij vaak niet, omdat zij de overheid niet konden vertrouwen. En daarbij is veel informatie hier voor hen niet begrijpelijk.’

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat bewoners van azc’s veel minder gebruik maken van psychische zorg, terwijl je dat juist in deze tijd zou verwachten. Nu oude angsten weer de kop op zouden kunnen steken. Smal: ‘De zorg die wij kennen, bestaat in veel landen niet. Psychische zorg wordt soms gezien als iets voor als je ‘gek’ bent. Het is dus de onbekendheid plus het stigma.’ En, voegt zij toe, wij vinden het heel gewoon om met een vreemde – een therapeut – in gesprek te gaan, terwijl in veel landen problemen zoveel mogelijk binnenboord worden gehouden. Je praat alleen met familie, of met een vertrouwde raadgever. Wat belangrijk is, zegt Smal, is oprecht begrip voor de angst, het normaliseren van psychische klachten, en passende begeleiding. Als voorbeeld hiervan noemt ze de wijze waarop vrouwen uit Eritrea die seksueel geweld hadden meegemaakt hier pas door een theateraanpak over durfden te spreken. ‘Onderling deelden en verwerkten ze hun traumatische ervaringen. Er ontstond vertrouwen met de begeleiders van de GGD. Daarna gingen ze eerder naar het spreekuur om hulp te vragen. Die vrouwen naar therapie sturen, is dus niet altijd de enige oplossing.’

(Farid is een gefingeerde naam)

 

Reactie IND

‘Van 15 maart tot 28 april 2020 lagen grote delen van de asielprocedure helemaal stil. Dat geeft onzekerheid voor de vreemdelingen die hiermee geconfronteerd worden. Daarom is het goed te weten dat er gekeken wordt hoe procedures weer opgestart kunnen worden. Dit speelt overigens in veel Europese landen. De Europese Commissie heeft lidstaten daarom laten weten dat zij de asielprocedures kunnen verlengen met maximaal negen maanden. Staatssecretaris Broekers-Knol van migratie heeft de Tweede Kamer op 15 mei laten weten van deze mogelijkheid gebruik te maken, en de beslistermijnen van de asielprocedures met zes maanden te verlengen.’

‘Momenteel werkt de IND aan aangepaste werkwijzen, zodat de procedures weer op veilige wijze kunnen plaatsvinden. Uiteraard verricht de IND volle inzet om de procedures ondanks de genomen maatregelen doorgang te kunnen laten vinden. Hiervoor wordt onder meer telehoren ingezet. Het doel is om het telehoren in lopende asielzaken steeds verder op te schalen.’

‘Wat betreft de volgordelijkheid van de behandeling van asielaanvragen is het goed te weten dat op het Nederlandse asielbeleid een zogenaamd sporenbeleid van toepassing is. Dit houdt in dat de asielprocedure gedifferentieerd is, waarbij voor specifieke groepen asielzoekers aparte procedures (sporen) worden toegepast. Het sporenbeleid bestaat in de praktijk uit drie sporen, te weten een spoor voor Dublinclaimanten (spoor 1), voor asielzoekers afkomstig uit een veilig land van herkomst of die reeds elders in de EU bescherming hebben (spoor 2) en de 8-daagse AA procedure (spoor 4). Elk spoor kent een eigen afhandelingstermijn; het is dus niet zo dat het ene spoor voor het andere gaat. Daarnaast is er nu een pilot gaande waarbij gekeken wordt naar de mogelijkheden om kansrijke zaken versneld af te handelen.’

 

Tekst: Julia Dotulong