Bouwen aan een hoopvolle toekomst

Na zeventig jaar vormt de geschiedenis van de Molukkers in Nederland nog altijd een zere plek binnen die gemeenschap. Voor de één een open wond, voor de ander een jeukend litteken. Hoewel het trauma blijft, richten jongere generaties de blik op de toekomst. Zonder weg te kijken van dat verleden.

Artikel
Discriminatie

'Toen ik een tiener was, kenden we amper succesverhalen uit onze eigen gemeenschap. Er waren alleen de band Massada en voetballer Simon Tamahata', zegt fotograaf Ed Leatemia. 'Terwijl het juist voor jongeren belangrijk is om voorbeelden te hebben waarin ze zich kunnen herkennen.' In zijn in maart verschenen boek 'Rolemodels, 70 Molukse succesverhalen' deelt hij daarom in woord en beeld de verhalen van zeventig mensen met een Molukse achtergrond die wat hem betreft een voorbeeldfunctie hebben. 'Ondanks de pijn en het verdriet van ons verleden, hebben deze mensen zich kunnen ontplooien. Dat toont de veerkracht van ons volk en is tegelijkertijd een eerbetoon aan onze eerste generatie. Als zij deze zeventig konden zien, zouden ze trots zijn.'

Foto's uit het boek Rolemodels van Ed Leatemia

Foto's uit het boek Rolemodels, 70 Molukse succesverhalen. Links: Utus Papilaja, rechts: Yvonne Buunk-Werkhoven

Voorgoed

In 1951 kwam de eerste grote groep Molukkers per schip aan in de Rotterdamse haven. Na de onafhankelijkheidsstrijd werden de KNIL-militairen door de Indonesiërs als landverraders gezien omdat ze aan Nederlandse zijde hadden gevochten. De Nederlandse regering besloot hen daarop naar Nederland te halen. Eenmaal op Hollandse bodem, kregen ze direct hun ontslag als militair. In totaal kwamen 12.500 inwoners van de eilandengroep Molukken per schip naar Nederland. Niet voor een tijdelijk verblijf in afwachting van een eigen Molukse staat, zoals destijds werd aangenomen, maar voorgoed.

Net als in elke Molukse huiskamer stond er in het ouderlijk huis van Leatemia een KNIL-kist vol bezittingen die nooit uitgepakt werd. 'We bleven al die jaren klaar voor vertrek’, zegt de Rotterdamse fotograaf. ''s Winters staarde mijn moeder vaak met een kop thee in haar koude handen naar buiten. Sioh Tuhan é, kapan katong pulang?, verzuchtte ze dan. Mijn God, wanneer gaan we naar huis? Wij, de tweede generatie, zagen hun hoop en de loze beloften van de Nederlandse overheid. Ze mochten niet werken en dus niet deelnemen aan de maatschappij. Hun identiteit als militair was hun afgepakt. Hun boosheid, hun frustraties en hun onvermogen om daarover te praten, gaven zij aan ons door.'

Ik wil toekomstige generaties inspireren en motiveren om het beste uit zichzelf te halen

Verkeerde voorbeelden

In de jaren zeventig kwamen er grootscheepse protesten door Molukse jongeren. Een deel van die jongeren radicaliseerde, wat uitmondde in treinkapingen bij Wijster en bij De Punt. 'Zij wilden iets dóen aan het onrecht dat ons werd aangedaan', zegt Leatemia. 'Daarvoor keken ze naar de verkeerde voorbeelden, naar Yasser Arafat en de PLO, de Rote Armee Fraktion, naar de Black Panthers. Bij gebrek aan beter, werden dat rolmodellen. Die treinkapingen zijn in het collectieve geheugen van Nederland blijven hangen. Nog altijd is dat het eerste waar veel mensen aan denken als het om Molukkers gaat.'

Tegengeluid

Met zijn foto’s wil Leatemia een positief tegengeluid laten horen. 'Ik ben geen historicus, maar die zeventig verhalen samen vertellen wel de geschiedenis van een volk. Ze laten ook zien hoeveel potentie er in onze gemeenschap zit. Toen ik eenmaal begonnen was, kwamen er steeds meer mensen bij die ik als rolmodel kon aanmerken. Ik had er makkelijk meer dan zeventig kunnen doen.'

Een excuus zou een begin zijn dat kan leiden naar dialoog en herstel

Leatemia is een uitgesproken voorstander van excuses door de Nederlandse overheid. 'We kunnen alleen door als er verzoening is en dat kan alleen als er vergeving is', zegt hij. 'Een excuus zou een begin zijn dat kan leiden naar dialoog en herstel. Dan kunnen we ophouden met de vinger naar elkaar te wijzen, en naar elkaar gaan luisteren. Dat excuus moet wel op initiatief van de overheid komen en gepaard gaan met een gebaar naar het Molukse volk toe. Woorden alleen zijn niet voldoende. Als dat gebeurt, kan er binnen de Molukse gemeenschap een enorm potentieel vrij komen. Er liggen echt nog kansen. Het wordt bijvoorbeeld ook weleens tijd voor een burgemeester met een Molukse achtergrond.'

Foto’s uit 'Rolemodels' zijn te zien in de reizende expositie In Twee Werelden, 70 jaar Molukkers in Nederland. Ook maakte Leatemia een aantal foto’s speciaal voor deze tentoonstelling, onder meer van families die nu uit drie, vier en vijf generaties bestaan. 'Ik wil toekomstige generaties inspireren en motiveren om het beste uit zichzelf te halen', zegt Leatemia. 'Het is nu tijd om vooruit te kijken. Je kunt niet hopen op een beter verleden, maar je kunt wel bouwen aan een hoopvolle toekomst.'

De reizende tentoonstelling In twee werelden, 70 jaar Molukkers in Nederland

De reizende tentoonstelling In twee werelden, 70 jaar Molukkers in Nederland

Open wonden

Na hun aankomst in Nederland werden de Molukkers zeventig jaar geleden gehuisvest in 'woonoorden', voormalig doorgangskampen uit de Tweede Wereldoorlog. Pas begin jaren zestig, toen duidelijk werd dat het verblijf in Nederland een permanent karakter kreeg, werd er iets gedaan aan die armzalige leefomstandigheden. In steden door heel Nederland kwamen Molukse wijken waar Molukkers bij elkaar konden wonen om hun identiteit en eigen cultuur te behouden.

'Er zijn nog steeds open wonden', zegt Henry Timisela, directeur van Het Moluks Historisch Museum in Den Haag. 'Maar de generaties die nu opgroeien kijken met een ander perspectief naar de wereld om zich heen. De blik van mijn opa en oma was naar binnen en naar het verleden gericht. Inmiddels weet de Molukse gemeenschap veel beter te schakelen. De loyaliteit naar de eigen community is nog steeds sterk aanwezig, maar er is ook loyaliteit richting de wijk en de stad waarin je woont, naar die veel bredere vriendenkring. De Molukse gemeenschap wordt steeds minder een monocultuur.'

Foto's van verschillende generaties uit de reizende tentoonstelling In twee werelden, 70 jaar Molukkers in Nederland

Foto's van verschillende generaties uit de reizende tentoonstelling In twee werelden, 70 jaar Molukkers in Nederland

Mededogen

Molukkers in Nederland hebben volgens Timisela een geheel eigen cultuur weten te bouwen. 'Die is anders dan de cultuur op de Molukken, maar ook anders dan die van de Molukse gemeenschappen in andere landen. Juist door die geschiedenis vormen wij een bijzondere groep. De Molukse gemeenschap heeft over het algemeen weinig empathie gekregen. Jarenlang werd er volledig voorbijgegaan aan onze behoeften. Daaruit is een les te leren voor de overheid: toon mededogen.'

Over excuses is Timisela sceptisch. 'Ik ga niet vragen om excuses', zegt hij. 'In de eerste plaats omdat de mensen voor wie dat het belangrijkst was, de eerste en tweede generatie, er bijna niet meer zijn. Daarnaast vind ik dat de overheid uit zichzelf met excuses zou moeten komen, anders is het een leeg gebaar. Waar wat mij betreft vooral behoefte aan is, is een goede dialoog.'

De voormalig radiojournalist werd in maart 2020 directeur van het Moluks Historisch Museum. Zijn aanstelling is een trendbreuk: 'Al mijn voorgangers waren historici. Mijn aanstelling laat zien dat de wil om vooruit te kijken er is. Dat merk ik ook bij de twintigers en dertigers waarmee ik samenwerk. Zij geven invulling aan hun Molukse identiteit met bijvoorbeeld ontwikkelingswerk op de Molukken.'

Nog altijd is er wantrouwen richting de Nederlandse overheid

Wantrouwen

Ondanks die bredere blik van de jongere generaties, is er volgens Timisela nog geen sprake van volledige acceptatie van de geschiedenis. Hij spreekt van 'unfinished business'. 'Nog altijd is er wantrouwen richting de Nederlandse overheid. Die hele relatie met de overheid is opgebouwd rondom dat wantrouwen. Er is behoefte aan erkenning, en vooral een goede dialoog. Het is dezelfde roep om gehoord te worden die je ook ziet in andere landen die kolonisator zijn geweest. In Nederland zijn er alleen al twee miljoen mensen met wortels in Indonesië. De kolonisatie en dekolonisatie van dat gebied maken gewoon deel uit van de vaderlandse geschiedenis, maar op school leren kinderen er nog veel te weinig over. Wat dat betreft heeft Nederland echt nog wel wat in te halen.'

Herdenking uitgesteld

Hoe gevoelig de geschiedenis van Molukkers in Nederland ligt, bleek recent weer uit de ontstane commotie rondom een herdenkingsbijeenkomst die op 7 oktober gepland stond. Bij die herdenking zou het schip waarmee de eerste Molukkers in Nederland arriveerden opnieuw aankomen aan de Lloydhaven in Rotterdam, met aan boord zeventig rolmodellen uit de Molukse gemeenschap. Dit keer geen kille ontvangst, maar een warm onthaal, was het idee. Demissionair minister-president Rutte zou bij de herdenking aanwezig zijn en er was sprake van een mogelijke spijtbetuiging. De plannen bleken een splijtzwam voor de Molukse gemeenschap. Op sociale media werd grote kritiek geuit en een petitie tegen de herdenking werd duizenden keer ondertekend. Volgens de criticasters zou de organisatie niet genoeg samenwerking met wijkraden en andere Molukse organisaties hebben gezocht. Ook de komst van Mark Rutte viel niet bij iedereen in goede aarde. Na bedreigingen aan het adres van Nathalie Thoisuta, lid van Comité Molukse Herdenking, is de herdenking uitgesteld tot het voorjaar van 2022.

Er zijn ook andere initiatieven die de geschiedenis van de Molukkers in Nederland zichtbaar willen maken. Met een crowdfundingcampagne probeert stichting Landelijk Moluks Monument genoeg geld bijeen te brengen voor een monument op de Lloydkade. De actie wordt ondersteund door het Moluks Historisch Museum. Het monument zou onthuld moeten worden op 21 maart, de datum waar op de eerste Molukkers voet aan wal zetten.

Onderzoek CBS

Mensen met een Molukse achtergrond hebben over het algemeen een ongunstiger sociaaleconomische positie dan personen met een Nederlandse achtergrond. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport Molukkers in Nederland dat in december 2020 door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) werd gepubliceerd.

Mensen van Molukse komaf werken vaker als uitzendkracht, hun gemiddelde inkomen ligt lager en ze zijn vaker afhankelijk van een uitkering, zo is in het rapport te lezen. Ook het gemiddelde opleidingsniveau ligt lager en Molukse jongeren stoppen vaker vroegtijdig met school. Bovendien zijn Molukkers vaker verdachte van een misdrijf dan mensen met een Nederlandse achtergrond: gemiddeld bijna twee keer zo vaak. Dit valt deels te verklaren door het feit dat Molukse kinderen vaker opgroeien binnen eenoudergezinnen, een gezinskenmerk dat statistisch gezien nadelig is op het gebied van schoolprestaties en criminaliteit. Het hoge aantal voortijdig schoolverlaters en het lage aantal leerlingen op havo/vwo wordt door de onderzoekers problematisch genoemd, omdat dit gezien wordt als een voorspeller voor de sociaaleconomische positie op latere leeftijd.

Nog altijd woont twee derde van de mensen met een Molukse achtergrond in een gemeente met een Molukse wijk. Ter vergelijking: onder de bevolking met een Nederlandse achtergrond is dat aandeel bijna twee keer zo klein.

Qua gezondheid is het opvallend dat mensen van Molukse komaf vaker diabetesmiddelen krijgen voorgeschreven. In de groep 65- tot 75-jarigen is dat zelfs bijna twee keer zo vaak: 23,9 procent tegenover 12,2 procent bij mannen en vrouwen met een Nederlandse achtergrond. Daarentegen krijgen Molukkers minder vaak antidepressiva voorgeschreven en zijn de gemiddelde zorgkosten lager.

Foto's: Ed Leatemia