De langzame maar gestage metamorfose van Zwarte Piet

Vijf jaar geleden landde Zwarte Piet in het hart van het publieke debat. Zodra er kruidnoten in de schappen van de supermarkt liggen, laait de felle discussie tussen voor- en tegenstanders van het hulpje van Sinterklaas weer op. Het lijkt een jaarlijkse herhaling van zetten, waarbij over en weer het onbegrip groeit. Maar wie goed kijkt, ziet dat er in vijf jaar tijd behoorlijk wat is veranderd. KIS vroeg onderzoeksjournalist Marcel van Engelen de ontwikkelingen op een rij te zetten.

Artikel
Discriminatie

Leestijd: 16 minuten

Als ze hadden geweten wat ze in gang zouden zetten, hadden ze het misschien niet gedaan. Enkele politieagenten in Dordrecht sloegen half november 2011 vier activisten in de boeien, omdat die het waagden met ‘Zwarte Piet is racisme’ op hun T-shirts te demonstreren bij de landelijke intocht van Sinterklaas. De nogal hardhandige arrestatie van de bedenker van de slogan, Quinsy Gario, werd gefilmd door een omstander. Terwijl de arrestanten nog op het politiebureau zaten, ging het filmpje viral.

Al decennialang ageerden mensen met vooral een Surinaamse en Antilliaanse achtergrond tegen de figuur Zwarte Piet als een stereotype dat racistische vooroordelen versterkt. Maar de discussie speelde vooral in de marge. De arrestaties in Dordrecht tilde haar op. En na bemoeienissen van de Amsterdamse politiek, een rechtszaak tegen de intocht in de hoofdstad en aandacht in de talkshow Pauw & Witteman – met een glimlachende Gario tegenover een verbolgen Henk Westbroek –  landde ‘Zwarte Piet’ in 2013 in het hart van het publieke debat.

Vijf jaar later wordt de discussie geregeld afgedaan als een eindeloze herhaling van zetten, zonder veel progressie, met voor- en tegenstanders die zich almaar dieper in hun eigen gelijk verschansen. Maar welbeschouwd is er – zeker in het licht van al decennia levende bezwaren – behoorlijk wat veranderd sinds 2013.
 

prent sinterklaas en piet
In het Rijksmuseum was in 2014 de tentoonstelling 'De geboorte van Zwarte Piet' te zien. De presentatie laat volgens het museum zien dat het beeld van Sinterklaas en zijn pieten door de eeuwen heen vaak is veranderd. Deze prent is gemaakt aan het eind van de 19e eeuw. ©Rijksmuseum

Gestage verschuiving

Allereerst de publieke opinie. Vóór 2013 was het overgrote deel van de Nederlanders zich nauwelijks bewust van de controverse rond Zwarte Piet. Anno 2018 is zelfs de meeste geharnaste voorstander gedwongen minstens één keer zijn gedachte te laten gaan over de claim dat Zwarte Piet een racistische uiting is.

Eenderde van de Nederlanders stond een jaar geleden niet onwelwillend tegenover verandering van Zwarte Piet

Dat heeft geleid tot een langzame maar gestage verandering van de collectieve mening. Volgens een peiling van EenVandaag was eind vorig jaar 68 procent van het eigen opiniepanel tegen verandering van Zwarte Piet. Vier jaar eerder lag dat percentage op 89 – een verschuiving van meer dan twintig procentpunt. Onderzoeksbureau Kantar Public peilde eenzelfde maar langzamere verschuiving: eind 2017 wilde 82 procent van de Nederlanders Zwarte Piet behouden. Drie jaar eerder was dat 88 procent.

Het verschil tussen de peilingen is te verklaren door de populatie – het Kantar-onderzoek is kleiner, maar ook representatiever, want deelnemers worden actief benaderd; bij het EenVandaag-panel melden mensen zichzelf aan – maar ook door de formulering van de vraag. Wat de peilingen gemeen hebben is dat grofweg eenderde van de Nederlanders een jaar geleden niet onwelwillend stond tegenover verandering van Zwarte Piet. In de EenVandaag-peiling was 32 procent het eens met de stelling ‘als een kleine minderheid zich gediscrimineerd voelt, moeten we serieus overwegen om (kleine) aanpassingen te doen’. In Kantar-onderzoek gaf 30 procent aan open te staan voor experimenten.
 

strip sinterklaas
Vóór 1850 moest Sinterklaas alles alleen doen, van cadeaus uitdelen tot kinderen in de zak stoppen. Daarna kreeg hij een helper. In de 19e eeuw had die soms een witte, soms een getinte en soms een zwarte huidskleur©Rijksmuseum

Uitfasering

Ondertussen is Piet in een aantal gevallen al veranderd. In de vier grote steden is de klassieke Zwarte Piet, bij de intochten en op het overgrote deel van de basisscholen, vervangen door vooral een roetveegpiet. De Bijenkorf heeft alle blackface-associaties van Piet weggenomen. En op de eigen uitingen van landelijke ketens als Albert Heijn, de Hema en het Kruidvat is Piet inmiddels wit of heeft hij roetvegen. Ook de landelijke politie is om: bij interne vieringen van agenten is Zwarte Piet na 2020 verboden.

Bij omroep RTL is geen Zwarte Piet meer te zien – noch in de programma’s, noch in de reclames – en ook kinderzender Nickelodeon en het programma Sesamstraat hebben de traditionele Piet in de ban gedaan.

In politiek Den Haag heeft regeringspartij VVD, net als de rechtsere partijen Forum voor Democratie en de PVV, zich juist verbonden aan de zwartheid van Piet. Toch voelde de regering zich bij monde van VVD-minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie in november 2016 gedwongen nogmaals schriftelijk te antwoorden dat Zwarte Piet met zijn tijd moet meegaan en dat ‘negatieve stereotyperingen een rol kunnen spelen’. Maar Van der Steur werd daarna teruggefloten door partijgenoot Rutte: voor tv-camera’s moest de VVD-minister uitleggen dat niet de regering over de kleur van Piet gaat, maar de samenleving.

Het leek op hoe de NTR schrok van het nieuws dat diverse media dit najaar brachten: vanaf dit jaar zijn alleen nog maar roetveegpieten te zien zijn bij de landelijke intocht en op het Sinterklaasjournaal. De omroep haastte zich een dag later te verklaren dat ervaren Pieten, die vaak door de schoorsteen zijn gegaan, nog altijd heel zwart kunnen zijn.

Die correctie leidde tot grote teleurstelling bij veel anti-Zwarte Piet-activisten, die even hoopten op een definitieve doorbraak bij het voornaamste baken in deze kwestie, dat zelf maar geen baken wil zijn. Ook de NTR zegt de maatschappelijke discussie te willen volgen en zoekt de weg van ‘geleidelijke verandering’.

Evengoed is duidelijk wat die geleidelijke verandering betekent: uitfasering van Zwarte Pieten. Dit jaar zijn in het Sinterklaasjournaal vooral witte Pieten te zien met enkele roetvegen. Alle andere verwijzingen naar de betwiste Afro-origine van Piet – dikke lippen, kroeshaar en gouden oorringen – waren eerder al verdwenen.

prenst sinterklaasboek
Vanaf de eerste helft van de 19e eeuw kreeg de Goedheiligman, in het boekje Sint Nikolaas en zijn knecht, een helper naast zich. ©Rijksmuseum

Langs elkaar praten

Gaat het om de intentie van de figuur Zwarte Piet of de beleving?

De discussie over Zwarte Piet heeft enkele dingen scherp aan het licht gebracht. Allereerst het racisme waaronder vooral bekende tegenstanders werden bedolven, met name Quinsy Gario en Sylvana Simons, maar ook bijvoorbeeld zangeres Anouk (‘negerslet’). Tv-presentator Humberto Tan moest twee jaar lang met beveiligers van zijn opnamestudio naar zijn auto lopen nadat hij zich kritisch over Zwarte Piet had uitgelaten. En eind vorig jaar vielen ‘Zwarte Pieten’ een basisschool in Utrecht binnen, omdat de klassieke Zwarte Piet daar was afgeschaft.

Wat ook heel helder werd: ook als iets niet racistisch is bedoeld, kan het wel zo worden ervaren. Waar gaat het om? De intentie? Of de beleving? In Zwarte Piet kwam die elementaire vraag heel puntig samen.

Evengoed kenmerkte de maatschappelijke discussie zich vooral door het vermogen van mensen of groepen om langs elkaar heen te praten. Verdedigers van Zwarte Piet zeggen niet alleen ‘wij bedoelen het niet racistisch, dus hou op met dat geneuzel’, bij de felste voorstanders draait het om wat anders: nieuwkomers in Nederland moeten zich aanpassen. ‘Zij’ bepalen niet hoe ‘wij’ ons feest vieren. Er verandert al zoveel in dit land, genoeg is genoeg.

De felste voor- en tegenstanders van Zwarte Piet zijn niet met elkaar in debat, zegt sociaal-psycholoog Ron van Wonderen, verbonden aan Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS). ‘Ze reageren wel op elkaar. Ze hebben elkaar zelfs nodig, want de twee polen geven brandstof aan voortgang van de discussie. Maar de uiterste polen proberen niet zozeer elkaar te overtuigen. Ze proberen allebei het midden, dat een genuanceerdere mening heeft, mee te krijgen.’

Toch, breder beschouwd gaat het voor- en tegenstanders wel degelijk om dezelfde vragen: wie bepaalt de gang van zaken in de samenleving, wie doet mee, met wie houden we rekening? De strijd tegen Zwarte Piet is bovenal een emancipatiestrijd, zegt Jaco Dagevos, onderzoeker van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en bijzonder hoogleraar Integratie en Migratie aan de Erasmus Universiteit. Het is volgens hem niet toevallig dat het onderwerp de afgelopen jaren is opgekomen. ‘De jonge generatie zwarte mensen is bereid om met meer stevigheid de discussie aan te gaan dan vorige.’ Sociale media geven hen een stem, de Amerikaanse anti-racisme-beweging is van invloed. ‘Maar ik zie het breder. Ook Marokkaans- en Turks-Nederlandse jongeren eisen in toenemende mate hun plek op.’

Groeiende polarisatie?

'Mensen maken zich zorgen om polarisatie, maar zien bij zichzelf en om hen heen nuance' - Ron van Wonderen

Een veelgehoord argument van mensen die tot kalmte manen, is dat een verhitte discussie over Zwarte Piet bijdraagt aan verdere polarisatie. Maar het opmerkelijke is dat volgens het SCP, dat voortdurend de stemming in het land peilt, er geen sprake is van toegenomen polarisatie. Dat wil zeggen: de samenleving is op het thema multiculturele samenleving in algemene zin niet sterker verdeeld dan tien jaar geleden.

Veel Nederlanders maken zich weliswaar zorgen over polarisatie van de samenleving, aldus het SCP. Over wat ze zien op tv, op sociale media, in de politiek. Maar zelf vallen ze niet onder een pool. Er is een constante middengroep van 60 tot 70 procent van de Nederlanders die de uiterste opvattingen in zichzelf verenigt, zegt Dagevos. ‘Ze worstelen, ze twijfelen. Dat zie je bij alle onderwerpen, bijvoorbeeld vluchtelingen. De grote middengroep maakt zich zorgen over te grote instroom, maar vindt ook dat je echte vluchtelingen netjes moet opvangen en moet laten integreren. In de Zwarte Piet-discussie speelt dat ongetwijfeld ook. De meeste mensen storen zich aan het antagonistische gekrakeel.’

Ron van Wonderen zag hetzelfde in de uitvoerige interviews die KIS vorig jaar hield met zeventig Nederlanders over etnisch en cultureel divers Nederland. ‘Mensen maken zich zorgen om polarisatie, terwijl ze bij zichzelf en om hen heen nuance zien.’

Toch zijn er mensen die ervaren dat de Zwarte Piet-discussie weldegelijk tot verwijdering leidt, zeker als ze zich bewegen in gemengde netwerken, ‘Ik zie het in professionele verbanden, maar ook in familiekringen of zelfs in stellen,’ zegt Paul Mbikayi, voormalig directeur van Refugee Talent Hub en lid van de Raad van Advies van KIS. Het standpunt dat iemand in de Zwarte Piet-discussie inneemt, maakt volgens hem opvattingen en ideeën helder die voorheen vaak onuitgesproken bleven. ‘Vooral de middengroep, de mensen die willen verbinden, voelt een sterk ongemak wanneer het onderwerp ter sprake komt. Ik voel het zelf ook. De spanning tussen verschillende groepen, vooral tussen zwart en wit, is toegenomen.’
 

aankomst sinterklaas
De ene keer was de helper van Sinterklaas vriendelijk, maar zo nu en dan boosaardig en zelfs agressief, karaktertrekken die soms ook aan de Sint werden meegegeven. ©Rijksmuseum

Ander narratief

Groeiende polarisatie, waarbij de polen groter worden en de samenleving verdeelder raakt, ligt inderdaad op de loer, erkent Van Wonderen. ‘Als een discussie verhit raakt en te lang aanhoudt, met vooral aandacht voor de tegengestelde polen, dan voelt het midden zich langzaamaan gedwongen een keuze te maken en komen nuances onder druk te staan.’ [In december brengt KIS een rapport uit over polarisatie met meer informatie over het weerbaar maken van ‘het grijze midden’, red.]

De media kunnen volgens de onderzoeker bijdragen door zich meer te richten op de worsteling van het midden, in plaats van op de harde opiniemakers. Voor activisten die willen dat Zwarte Piet verdwijnt, kan het een goede strategie zijn om het midden te bedienen, aldus Van Wonderen. Daar is een ander narratief voor nodig. Een van verenigen. ‘Nu hebben veel mensen het gevoel dat de activisten zich afzetten van de Nederlandse samenleving. Terwijl voor de meesten het omgekeerde geldt, zij willen juist meedoen. Mits met respect. Men wil óók het Sinterklaasfeest vieren, maar dan zonder het ongemak van de zwarte piet. Dit ‘willen meedoen’ kan in de boodschap sterker worden benadrukt.’ [Lees ook het KIS-rapport Boze Burgers: omgaan met weerstand in de multiculturele samenleving, red.]

Het opmerkelijke is dat de groep jonge activisten die de discussie vanaf 2011 aanjoeg intern al discussie voerden over narratief en toon, voordat alles in volle hevigheid losbarstte. Sommigen vreesden dat ‘Zwarte Piet is racisme’ te stellig was en dat die boodschap ‘defensieve reacties zou oproepen en juist contraproductief zou werken,’ schreef een de betrokkenen, Miguel Heilbron, op De Correspondent. Maar Quinsy Gario, Jerry Afriyie en enkele anderen zetten door.

'Kan Nederland nieuwe normen en waarden ontwikkelen die rechtdoen aan de diverse samenleving?' - Paul Mbikayi

En zonder hen was er überhaupt geen discussie ontvlamd, toch? Inderdaad, zegt Van Wonderen. ‘Sociale verandering gaat in fasen. Voor agenda setting zijn opvallende acties en een stevige, prikkelende boodschap nodig. Dat is grotendeels gelukt, het land is op de hoogte van bezwaren tegen Zwarte Piet. Doorgaan met stevige acties kan dito tegenreacties oproepen, waardoor het debat tussen voor- en tegenstanders nog grimmiger wordt. De fase van breder draagvlak creëren vraagt om een ander, meer verbindend narratief.’

Paul Mbikayi ziet juist een gevaar in een te snelle overschakeling naar een gematigder, verbindender narratief. De discussie over Zwarte Piet gaat volgens hem in essentie over gelijkwaardigheid. En de aanpassingen tot dusver ziet hij als een typisch Hollandse manier van pacificeren, als een bestuurlijk compromis. ‘Als de meerderheid van Nederland nog steeds niet is doordrongen van waar het de tegenstanders van Zwarte Piet om gaat, dan blijft het probleem bestaan. Het gaat om de vraag of Nederland als diverse samenleving nieuwe normen en waarden kan ontwikkelen die recht doen aan die diversiteit. Het gaat erom dat iedereen, inclusief de zogenaamde nieuwkomers, erkend wordt in zijn relevantie.’

Overigens is dat andere narratief soms al zichtbaar. Jerry Afriyie, die onder de naam 'Nederland wordt beter' de nieuwe fakkeldrager is van de anti-Zwarte Piet-activisten, stuurde de ‘Pro-Pieten’ in oktober wederom een verzoenende videoboodschap via Twitter. ‘Er is tijd voor nodig,’ zei hij daarin over de gewenste aanpassing. ‘En wij zijn welwillend om je die tijd te gunnen.’
 

strip sinterklaas
Sint leek aan het begin van de 19e eeuw meer op een kruisridder, rijdend op een ezel of zwevend op een gevleugeld paard, die kinderen een flink pak rammel kon geven. ©Rijksmuseum

Verharding

Toch zijn de uiterste kampen juist verhard in hun opvattingen en gedrag. Dat speelt vooral bij de verdedigers van Zwarte Piet, met als bekendste voorbeeld het blokkeren van een snelweg nabij Dokkum, waar vorig jaar de landelijke intocht van de Sint werd gevierd, door Friezen die niet wilden dat demonstranten uit Amsterdam ‘hun’ kinderfeestje kwamen verstoren.

De voorbije maanden duikt ‘Zwarte Piet’ op in waarschuwende veiligheidsrapporten. In oktober meldde de AIVD dat het zelfvertrouwen van extreem-rechts in Nederland groeit, met een groter risico op confrontaties, onder andere rond Zwarte Piet. Een maand later onderschreef de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) dat beeld. Het verhitte debat over (onder meer) Zwarte Piet kan tot radicalisering van eenlingen of groepjes leiden, aldus de NCTV. En gewelddadige mensen kunnen in die discussie steun vinden voor hun (gewelddadige) daden.

Het geeft te denken dat bij de komende landelijke intocht in Zaandam in eerste instantie vooral verdedigers van Zwarte Piet zich hadden gemeld om te demonstreren: de Nederlandse Volks Unie (NVU) en om een lokaal Zaans initiatief. Ook op andere plekken, zoals in Weesp en Arnhem, roeren voorstanders van Zwarte Piet zich nadat in de lokale politiek stemmen zijn opgegaan om over te gaan op roetveegpieten. Het tekent niet alleen de draai die is gemaakt – de voorstanders van Zwarte Piet voelen zich nu geroepen om actie voeren – maar ook de opgelopen spanningen.

 Ondertussen heeft de actiegroep Kick Out Zwarte Piet, die vorig jaar op de snelweg bij Dokkum werd tegengehouden, aangekondigd om in het intochtweekend van 17 november in achttien gemeenten te demonstreren, waaronder in Dokkum. Het leidde in meerdere gemeenten tot oproepen voor tegendemonstraties en ‘een warm onthaal.’ De kans op een confrontatie als vorig jaar, of erger, lijkt er kortom niet kleiner op geworden.

Racisme normaler

Sociale media brengen racisme naar buiten, maken het zichtbaar voor iedereen

De aanwezigheid van racisme is de voorbije jaren in Nederland niet gegroeid, menen ze bij Art. 1, het landelijk kenniscentrum voor discriminatie. ‘Er is al decennialang een constante onderstroom,’ zegt directeur Cyriel Triesscheijn. ‘In de jaren ‘80 is gepeild dat de Centrumpartij van Hans Janmaat tien procent van de stemmen zou kunnen halen. Dat percentage fluctueert een beetje, maar niet veel. Ik zie het als een veenbrand, die soms oplaait, maar veeleer constant is.’

Het aan Art. 1 verbonden Radar heeft meldpunten voor discriminatie in 61 gemeenten, die samen drie miljoen inwoners tellen. De helft van de meldingen die binnenkomen heeft te maken met etniciteit. Dat aantal groeit de laatste jaren niet. Het aantal meldingen dat gerelateerd is aan Zwarte Piet is na een opleving in 2013 (ongeveer 150) zelfs scherp gedaald, al kan dat ook te maken hebben met vermoeidheid rond het thema.

Wat Triesscheijn wel constateert: racistische uitingen zijn normaler geworden. Hij heeft het over extreme uitingen (‘Ga terug naar apenland’ kreeg activist Jerry Afriyie onlangs nog over zich heen) maar ook over subtielere vormen. ‘De gêne om je stevig te uiten is minder geworden. De drempel is weg. Mensen nemen niet eens meer de moeite zich te verschuilen achter een alias, zoals lang wel het geval was.’ Sociale media brengen racisme naar buiten, maken het zichtbaar voor iedereen. Maar dat maakt het geenszins een virtuele zaak. ‘De reële werkelijkheid en digitale werkelijkheid vallen steeds meer samen. Het heeft impact op het leven van alledag.’

In dat kader past de vaststelling dat Surinaamse Nederlanders hun opvatting over witte Nederlanders het afgelopen decennium fors hebben bijgesteld. In 2006 vond nog maar 15 procent van de Surinaamse Nederlanders dat witte Nederlanders migranten (zeer) vaak discrimineren, aldus een meting van het SCP. Tien jaar later was dan aandeel bijna verdrievoudigd, naar 41 procent. ‘Spectaculair’ noemde het planbureau die toename. Bij Antilliaanse Nederlanders lag dat percentage eind 2015 op gelijk niveau, maar de stijging was minder groot. Bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders lag het aanzienlijk lager, rond de 33 procent.

Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders hebben de voorbije jaren hun mening over Zwarte Piet veel sterker herzien dan de rest van de bevolking, blijkt uit de peilingen van Kantar Public. Daarmee lijken de anti-Zwarte Piet-activisten niet alleen wit-Nederland, maar meer nog zwart-Nederland wakker te hebben geschud.
 

aankomst haarlem
Aankomst van Sinterklaas in Haarlem, ca. 1870. ©Rijksmuseum

Cultureel conflict

Verder inzoomend op de peilingen van Kantar Public, jaarlijks verricht van 2014 tot 2017, tekent zich vooral een groeiende kloof af tussen hoger- en lageropgeleiden. En tussen inwoners van steden en minder stedelijke gebieden. Van de hoger opgeleiden (hbo+) gaf in 2017 meer dan eenderde aan begrip te hebben voor mensen die Zwarte Piet discriminerend vinden, tegenover 8 procent van de lageropgeleiden (mavo, vmbo of lager). Het verloop van de peilingen laat zien dat juist de hoger opgeleiden hun mening hebben bijgesteld. In 2014 had nog maar 18 procent van hen begrip voor het discriminerende karakter van Zwarte Piet. Dat is een verdubbeling in drie jaar tijd. Lageropgeleiden veranderden in dezelfde periode niet significant van mening.

Een vergelijking van Randstad en provincie vertoont een soortgelijk beeld. Al zou je het preciezer moeten formuleren: er bestaat vooral verschil tussen de stad enerzijds en minder stedelijke gebieden anderzijds, ook als die laatste in de Randstad liggen. Inwoners van minder stedelijke gebieden blijven in sterke mate tegen verandering van Zwarte Piet, terwijl inwoners van de drie grote steden hun mening de voorbije jaren hebben bijgesteld. ‘Vermoedelijk ligt de houding van inwoners van steden als Utrecht en Haarlem dichtbij die van Rotterdam, Amsterdam en Den Haag,’ zegt onderzoeker Bart Koenen van Kantar Public. Alleen was de respons daar te laag om er betrouwbare uitspraken over doen.

Zo schetst de Zwarte Piet-discussie een behoorlijk gesegregeerd land. Van groeiende polarisatie is dan misschien geen sprake, er speelt volgens het SCP wel degelijk een cultureel conflict: een strijd over opvattingen tussen mensen die vallen onder lastige kopjes als ‘kosmopolitisch’ en ‘winnaars van de globalisering’ (vaak hoogopgeleid en wonend in de stad) enerzijds en ‘mensen met verliesgevoelens’ en ‘traditioneel’ anderzijds. Opvattingen over uiteenlopende kwesties als de Europese Unie, vluchtelingen en zelfs het klimaat correleren met deze tweedeling, aldus het SCP. En ook het hardnekkige verdedigen van Zwarte Piet is te begrijpen in deze context. ‘Bij sommigen roepen van buiten aangedragen veranderingen verzet op,’ zegt Ron van Wonderen van KIS. ‘Als ze dan ook nog worden beticht van racisme, gaan helemaal de hakken in het zand.’

Waarheen?

Bij de landelijke uitingen – van omroepen, bedrijven – is duidelijk waar het heen gaat met Piet: het kroeshaar, de dikke lippen en de gouden oorringen zijn verdwenen en hij zal steeds minder vaak zwart zijn, tot hij het helemaal niet meer is. Het verzet tegen de traditionele Zwarte Piet is verbreed van enkele activisten naar vele, vaak lokale actiegroepjes en een flink, spraakmakend deel van de bevolking. Talloze BN’ers keerden  zich inmiddels tegen Zwarte Piet en ook lokale (lees: stedelijke) politici (van vooral D66 en GroenLinks) doen dat steeds duidelijker. Wat vijf jaar geleden een marginale opvatting was, is nu mainstream geworden. Het veranderingsproces lijkt onomkeerbaar.

‘Maar laten we niet te snel juichen,’ zegt mensenrechtenjurist Domenica Ghidei, tevens lid van de Raad van Advies van KIS. Ze beklemtoont dat Zwarte Piet slechts een symbool is. ‘De discussie gaat in wezen om dieper liggende dingen. Kort gezegd, om de brede acceptatie van een diverse samenleving. De vraag is hoe diep de veranderingen zijn als de discussie over Zwarte Piet straks voorbij is.’

'Wil je werkelijk een conflict beslechten, dan moeten beide partijen erkenning voelen voor hun problemen en standpunten' - Nanke Verloo

Ook degene bij wie het debat begon, Quinsy Gario, lijkt verre van tevreden. Hij schrijft dat de strijders tegen Zwarte Piet ongelijk worden behandeld. Ze komen op voor een gelijkwaardige samenleving en zijn meer dan eens in het gelijk gesteld, door de Verenigde Naties en rechtbank, maar de NTR zoekt nog altijd een compromis tussen hen en rechts-extremisten en anderen die zich krampachtig blijven vasthouden aan een racistische figuur, aldus Gario in een opiniestuk op Oneworld. ‘Uit alle NTR-statements blijkt dat ze nog steeds denken dat het slechts om gekrenkte gevoelens en esthetiek gaat, in plaats van om systematische culturele uitingen van ingebeelde superioriteit.’

Wil je werkelijk een conflict beslechten, zegt conflictdeskundige Nanke Verloo, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, dan moeten beide partijen erkenning voelen voor hun problemen en standpunt. Echte erkenning kan alleen komen van autoriteiten, zoals de regering, maar ook de NTR. ‘Langzaamaan Zwarte Piet aanpassen, zonder erkenning van de pijn die eronder ligt, leidt wel tot een andere Piet maar ook tot frustratie,’ zegt Verloo. ‘Zeker als racistische uitingen steeds normaler worden en de politiek zich daar nauwelijks tegen uitspreekt.’ En erkenning van de gevoelens van de voorstanders van Zwarte Piet? ‘Ja, ook dat is belangrijk. Al is dat een veel complexere zaak. In wezen gaat het hen niet om de figuur Zwarte Piet, daarvan ben ik overtuigd.’

Hoe dan ook is Piet bij het overgrote deel van de lokale intochten In Nederland, en op de meeste basisscholen, dit jaar nog ouderwets zwart. En gezien de vastberadenheid waarmee veel intochtcomités en anderen die keuze verdedigen zal dat voorlopig nog wel even zo blijven.

De historici Jop Euwijk en Frank Rensen, die vorig jaar het boek De identiteitscrisis van Zwarte Piet publiceerden, zien het als een reëel toekomstbeeld: sterke regionale verschillen in het uiterlijk van Piet. ‘Maar die zijn er ook altijd geweest, zeker voor de komst van tv. Het is mogelijk dat we teruggaan naar een situatie waarin vieringen van gezin tot gezin en gemeenschap tot gemeenschap verschillen.’

 

Wil je een inhoudelijke bijdrage leveren aan dit artikel? Laat hieronder dan je reactie achter.