Dé Turk bestaat niet en dé Turkse Nederlander al evenmin

Met harde woorden uit Ankara en beelden van woedende Turkse Nederlanders bij het consulaat in Rotterdam ligt de Turks-Nederlandse gemeenschap opnieuw onder een vergrootglas. Journalisten en experts met een Turkse achtergrond waarschuwen voor verkeerde conclusies. ‘Er is niet één gemeenschap.’

Artikel
Polarisatie en verbinding

De gebeurtenissen van de afgelopen tijd zet de Turks-Nederlandse gemeenschap onder hoge druk, zegt cultureel antropoloog Ibrahim Yerden. ‘Ze weten niet wat ze er mee aan moeten.’ Erdoğan heeft in aanloop naar het referendum volgens hem handig gebruik gemaakt van de emoties die bij Turken in Europa leven. ‘Hij weet dat ze zich buitengesloten voelen, dat ze erg trots zijn en hij kent de enorme loyaliteit aan de Turkse staat. Zeker wanneer het land wordt aangevallen door het Westen. De angst om Turkije te ‘verraden’ door kritiek te uiten zit diep.’  

Maar de reeks incidenten – van de minister die uitgezet werd, het protest in Rotterdam, de harde woorden van Erdoğan richting Nederland – zet volgens Yerden Turkse Nederlanders wel aan het denken. ‘Er is sprake van een bewustwording. Ook onder aanhangers van Erdoğan. Ze voelen bijvoorbeeld dat zijn agressieve taalgebruik hier niet past. Ze wonen in Nederland niet tussen de fascisten.’ Volgens de antropoloog begint er wat te verschuiven. Hij wijst ook op de afwijzende reacties in de media van conservatieve organisaties als Milli Görüş en de Stichting Islamitisch Centrum Nederland (SICN) op de dreigende taal van Erdoğan. ‘Dat is een positief effect, dat debat hoort bij een democratie. Het overgrote deel van de mensen beseft namelijk wel dat hun toekomst in Nederland ligt.’

 

Lees meer over de achtergronden van de spanningen onder Turkse Nederlanders op onze overzichtspagina.

Beide kanten maken fouten

'Zeggen we niets dan zijn we de lange arm van Erdoğan. Zeg ik wel wat dan hoor ik de achterban weer'

Yusuf Altuntas, bestuurslid van moskeekoepel Milli Görüş, die zich eerder in Trouw kritisch uitliet over de taal van Erdoğan, ziet ook dat de diplomatieke rel Nederlandse Turken in lastige positie brengt en ook aanhanger van Erdoğan aan het denken zet. ‘Was dit nou nodig, vragen velen zich af. Turkije zit al in een lastige positie met de buurlanden en dan ook nog onnodig ruzie maken met Nederland? Er zijn aan beide kanten fundamentele fouten gemaakt, heel harde woorden gevallen maar wanneer de verkiezingen in beide landen achter de rug zijn, dan kunnen Erdoğan en Rutte weer samen aan tafel gaan. Dan kan alles weer koek en ei zijn, alleen de schade die je hebt aangericht voor het volk blijft.’ De uitspraken van Altuntas worden door niet iedereen gewaardeerd. Altuntas: ‘Zeggen we niets dan zijn we de lange arm van Erdoğan, zeg ik wel wat dan hoor ik de achterban weer. Maar Milli Görüş heeft een rebelse traditie richting overheid of het nu de Nederlandse of de Turkse overheid is. Ik verwacht dat we diezelfde houding hebben richting Recep Tayyip Erdoğan. Een goede vriend zegt de waarheid.'

twee kanten

'Ze denken niet na'

Journalist en documentairemaker Sinan Can ziet het anders. Hij gelooft helemaal niet dat er sprake is van bewustwording. ‘Het probleem is met de aanhangers van Erdoğan dat ze juist niet nadenken, die cultuur van zelfreflectie, van debat is er helemaal niet.’ Can wijst erop dat de harde conservatieve kern, de grootste groep aanhangers van Erdoğan in Nederland en in Duitsland wonen. ‘En zij zijn erg goed georganiseerd. Kijk alleen al naar al die moskeeën van Diyanet [de imam- en moskee-organisatie van de Turkse regering, red.]. In Engeland is die organisatiegraad veel minder en daar zijn de Turken beter geïntegreerd.’ De voorzichtige kritiek van organisaties als Milli Görüş waardeert hij. ‘Maar dat was toch vooral de bühne’, zegt hij. ‘Deze organisaties beseffen dat ze wel wat moeten doen. Erdoğan maakt het niet uit dat deze spanningen slecht zijn voor Turken in Europa, dat de discriminatie toeneemt, het draait hem alleen om het referendum.’

Met de vele Turkse zelforganisaties in Nederland zijn eilandjes gecreëerd, zegt Can: ‘Ik vond de Turken al langer de slechtst geïntegreerde groep, maar dat viel niet op door de problemen met de Marokkaanse jongeren. Ze hadden geen last van ons totdat Erdoğan met zijn nationalisme kwam.‘

Ook Can wijst erop dat de Turkse gemeenschap in Nederland erg verdeeld is. ‘Daar word ik moe van. Je kunt geen debat voeren zonder ruzie. De Koerden willen niet met de Turken, de alevieten niet met de soennieten, de secularisten niet met de islamieten, de islamieten zelf zijn ook verdeeld.’ Het valt ook niet mee om een kritisch geluid te laten horen, zegt hij. ‘Dan krijg je dus meteen van alles over je heen. Kijk naar columniste Fidan Ekiz. Maar zij heeft geen achterban, hoor ik dan. Wat een onzin. Ik heb ook geen achterban, moet ik dan mijn mond houden?'

Imago weer een knauw

'Velen denken dat het moment aanbreekt dat ze worden weggestuurd, een belangrijk motief voor het vasthouden aan de banden met Turkije'

Ahmet Azdural, directeur van Inspraak Orgaan Turken, kiest zijn woorden zorgvuldig. Hij weet hoe gevoelig de hele kwestie ligt. Pas zat hij nog met vertegenwoordigers van verschillende zelforganisaties en vicepremier Lodewijk Asscher aan tafel om over de kwestie te praten. Hij betreurt dat dit zoals vroeger niet vaker gebeurt, in plaats van alleen na een incident. ‘Dan kunnen zaken ook voorkomen worden.’ Azdural betreurt dat door de recente gebeurtenissen het imago van de Nederlandse Turk opnieuw een knauw krijgt. ‘Met als gevolg dat Nederlandse Turken op school of werk zich weer mogen verantwoorden. Elke keer zijn het gebeurtenissen uit Turkije die op de agenda staan, terwijl we als Turkse Nederlanders ons meer zorgen moeten maken over de problemen hier, zoals bijvoorbeeld de hoge werkloosheid onder Turkse Nederlanders. Niet alleen de gerichtheid op Turkije maar ook het gebrek aan binding met de Nederlandse samenleving is volgens Azdural een probleem. ‘Een deel van de Turkse Nederlanders is op steeds grotere afstand komen te staan. Men voelt zich niet welkom, niet geaccepteerd. Velen denken dat onvermijdelijk het moment aanbreekt dat de Turken zullen worden weggestuurd. Dat is een belangrijk motief voor het vasthouden aan de banden met Turkije.’

zelfreflectie

Kritische zelfreflectie

Schrijfster en journalist Meltem Halaceli windt zich op. Het debat over de Turks Nederlandse gemeenschap wordt door een oriëntalistische blik bekeken, klinkt het. ‘Er wordt de afgelopen weken voortdurend over dé gemeenschap gesproken, ook vanuit Nederlanders met een Turkse achtergrond. Maar die bestaat helemaal niet, net zomin als dé Turk. Er zijn zoveel verschillen, in achtergrond, in mate van integratie, bovendien zijn we Nederlandse burgers en ligt onze toekomst hier. Er zijn wel degelijk kritische geluiden. Kijk naar de journalisten met een Turkse achtergrond, die hebben zich zeker in het debat gemengd.'

Ze wijst op de complexiteit van de kwestie. Er is die verbondenheid met Turkije, de moeizame integratie in Nederland. ‘Ik voel me ook diep verbonden met Turkije, maar dat betekent niet dat ik geen kritiek heb op wantoestanden. Waarom staan die jongeren daar in Rotterdam? Waarom steunen ze iemand in een ander land die alle democratische instanties afbreekt, de persvrijheid om zeep helpt en de minderheden onderdrukt? Aanhangers van Erdoğan die op hem zullen stemmen in Nederland, zullen het leven van vele Turkse burgers zuur maken. Er is kritische zelfreflectie nodig.' Volgens Halaceli heeft veel te maken met de integratie. Hoe zijn mensen in Nederland verbonden aan elkaar, hoe hebben ze zich verenigd in ‘die op Turks ideologische’ wijze gestoelde organisaties, de invloed van de Turkse tv. ‘Aan de andere kant: hoe ging en gaat Nederland om met mensen met een Turkse achtergrond? De ene keer hoor je er wel bij in Nederland en de andere keer word je bestempeld als een outcast.’