Een Syrisch gezin komt naast je wonen, hoe pas jij je aan?

Meestal gaat integratie over de vraag hoe migranten en hun nakomelingen zich aanpassen aan een nieuwe omgeving. Maar integratie vraagt ook iets van de ontvangende groep. Hoogleraar Maurice Crul start later dit jaar een onderzoek naar de integratie van witte Nederlanders, die meer en meer een ‘gewone minderheid’ worden. Niet alleen in de grote steden, ook in provinciestadjes. Reden genoeg voor journalist Dennis l’Ami om vooruitlopend op de uitkomsten een bescheiden veldonderzoek te doen.

Artikel
Polarisatie en verbinding

Montfoort heeft een reputatie op het gebied van de omgang met vluchtelingen. Bij de aanval op een vluchtelingenopvang in het nabij gelegen Woerden, in oktober 2015, zijn bewoners uit het stadje betrokken. Sinds die tijd ontstaan initiatieven om oude en nieuwe bewoners bij elkaar te betrekken. Anderhalf jaar nadat Montfoort even nationaal nieuws is, geven inwoners taallessen, wordt er samen gekookt of huiswerk gemaakt. Toch is de verdeeldheid niet verdwenen. Het is de ideale plek om een antwoord te vinden op de vraag hoe je integreert, als witte Nederlander met buren die uit verre buitenlanden komen.

'Wij spelen wel een rol bij de mate waarin een vluchteling zich hier kan aanpassen'

‘Niet’, zegt inwoner Jeroen van der Water (32). ‘Maar wij spelen wel een rol bij de mate waarin een vluchteling zich hier aan kan passen.’ Als wij niets doen, weet de ander ook niet wat verwacht wordt in deze samenleving, vindt hij. Daar kan Corrie Lammerse (64) zich wel in vinden. ‘Mijn zoon woont hier verderop. Zijn kinderen spelen met Syrische kinderen uit de straat. Laat dat maar lekker gebeuren; zo leg je contact en leer je elkaar kennen.’ Met cultuurverschillen gaat ze praktisch om. Ze wijst op haar dolenthousiaste Australische terriër die ze aan het uitlaten is. Omdat de kinderen van voormalige vluchtelingen bang zijn voor honden, leert ze hen hoe om te gaan met die van haar. Voor andere zaken voelt ze zich minder verantwoordelijk. ‘Wat de ouders vaak doen, is het vuil op straat zetten terwijl het in de kliko moet. Dan ga ik er niet op af om er wat van te zeggen. Dat moet de gemeente maar doen, dat vind ik niet mijn taak.’

Gezamenlijke activiteiten oude en nieuwe inwoners van Montfoort
Marnix Schmidt

Gezamenlijke activiteiten oude en nieuwe inwoners van Montfoort - Foto: Marnix Schmidt

Bang voor een praatje

Verderop werken bouwvakkers aan de Johannes de Doperkerk. ‘Doe maar geen namen, dat vindt de baas niet zo leuk, denk ik.’ Na een inzamelingsactie is het benodigde geld bijeen gekomen om een flinke restauratie uit te kunnen voeren aan het prachtige gebedshuis uit 1863. ‘Nederlanders zijn angstig,’ vindt één van de mannen. ‘Bang om een praatje te maken met een vreemde. Terwijl ik denk: zo leer je iemand kennen. Ja, toch?’ Zijn collega knikt en zegt resoluut: ‘En dus moet je, als je in een nieuw land komt, de taal leren! Zonder taal kom je nergens. Hoe ga je werken als je geen woord Nederlands spreekt?’ Je past je aan als je ergens nieuw komt, vinden de twee. ‘Waarom zou ik me aan moeten passen? Zij zijn toch nieuw?’

Aan vooroordelen hebben ze een broertje dood, zeggen ze allebei. ‘Rotte appelen heb je overal. Vind jij alle autochtonen even fijn? Oh!’

Meerderheid minderheid steden

'Als je Syrische buren krijgt en je daar niet mee praat, wordt jouw wereld en jouw woongenot kleiner'

De naam Montfoort komt waarschijnlijk van Mons Fortis, wat zoveel betekent als ‘sterke burcht’. Als dat slaat op de vaste overtuiging niet te hoeven integreren met nieuwe bewoners klopt die naam behoorlijk. Maurice Crul, hoogleraar Diversiteit en Onderwijs aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, draait vanaf september 2017 de boel om. Al decennia lang wordt er onderzoek verricht naar migranten en hun rol in een voor hen nieuwe omgeving, Crul gaat onderzoeken wat er met de ‘oorspronkelijke’ inwoners van een wijk of stad gebeurt als ze zelf een minderheid zijn geworden. De hoogleraar gaat zich met het BAM-project [Becoming A Minority, red] vooral richten op steden en buurten waarin er geen meerderheidsgroep meer is. In Amerika worden dat soort steden ‘majority minority cities’ genoemd, meerderheid minderheden steden. Hoe verloopt het proces van integratie voor mensen van Nederlandse afkomst als zij ook zelf een numerieke minderheid vormen?

Crul: ‘Het gaat hierbij om het opsluiten in de eigen groep in een diverse omgeving en de gevolgen daarvan. Als je Syrische buren krijgt en je daar niet mee praat, wordt jouw wereld en jouw woongenot kleiner. Het gaat er dan niet om dat je je aan iemand aanpast. Waarom zou je je bijvoorbeeld moeten aanpassen aan iemand wiens mening je niet respecteert? Pas als je individueel in contact met iemand komt, kun je pas uitvinden of je iets met iemand deelt of niet. Soms blijkt dit het geval, maar soms ook niet. In een groep zijn er verschillende meningen.’ Hoe dan ook sluit je door de keuze om geen contact met je buren te hebben wellicht iemand uit waarmee je misschien prima door een deur kan, vindt hij.

Oude en nieuwe inwoners Montfoort komen samen om te eten
Marnix Schmidt

Oude en nieuwe inwoners Montfoort komen samen om te eten - Foto: Marnix Schmidt

 

Verschillen per stad

Uiteraard lopen grote en middelgrote steden voor op een stadje als Montfoort. Crul: ‘Maar ook Montfoort krijgt met deze ontwikkelingen te maken, vroeg of laat. Interessant zijn daarbij de verschillen per locatie. Zo kent de PVV een grote aanhang in Rotterdam, terwijl dat in Amsterdam niet zo is. Daar is dus kennelijk een andere reactie op diversiteit. Ik ben benieuwd waarom die in de ene context anders wordt ervaren dan in de andere.’

Nog een laatste maal terug naar Montfoort dan. Aanpassen of integreren zie ik niet zitten, besluit inwoner Theo van Kortenhof (67), die ik tegen kom terwijl hij zijn dagelijkse rondje fietst. ‘Elkaar de ruimte geven, dat is typisch Nederlands. Als ik Syrische buren zou krijgen? Ik zou ze de hand schudden en zeggen ‘welkom!’