‘Eenzaamheid onder oudere migranten is een complex en veelkoppig monster’

In Nederland wonen 312 duizend 55-plussers met een migratieachtergrond. Een vaak vergeten groep die Tineke Fokkema, bijzonder hoogleraar Ageing, Families and Migration aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, al jaren met veel passie en bevlogenheid onder de aandacht brengt van wetenschappers en professionals.

Artikel
Intercultureel vakmanschap

Het is een understatement om te zeggen dat Tineke Fokkema (hieronder op de foto) al even meeloopt in de wereld van migratie en diversiteit. De bijzonder hoogleraar Ageing, Families and Migration doet al sinds 2008 onderzoek naar het welzijn van oudere migranten en werkt sinds 1997 bij het onderzoeksinstituut NIDI. Het resultaat daarvan is een kritische, relativerende en verrassend nuchtere blik op de leefsituatie van en het beleid voor 55-plussers met een migratieachtergrond.

Tineke Fokkema

Om maar meteen met de deur in huis te vallen. Hoe gaat het met deze ouderen in Nederland?

‘Dat is een heel brede vraag! Want over wie hebben we het dan en over welk thema? Kijken we naar het welbevinden van Chinees-Nederlandse ouderen of naar de zorg voor oudere Turken? En als we naar Turkse migrantenouderen kijken, maken we dan een onderscheid tussen de perioden en omstandigheden waarin zij naar Nederland kwamen? Oudere migranten kun je onmogelijk op één hoop gooien, er zijn zoveel verschillende factoren die van invloed zijn op hoe het nu met hen gaat.

Tegelijkertijd is er natuurlijk wel het meest bekend over de grootste groepen ouderen van niet-westerse komaf. Daar is simpelweg meer onderzoek naar gedaan. Wat mij van al die onderzoeken het meest in het oog springt, is de grote eenzaamheid onder Turkse en Marokkaanse ouderen. Zo’n twee derde van de Turkse en Marokkaanse 55-plussers voelt zich eenzaam. Dat is een alarmerend cijfer, want van de ouderen zonder migratieachtergrond geeft ‘slechts’ zo’n een op de drie aan zich eenzaam te voelen. Bij Surinaamse ouderen ligt dit getal iets hoger. Zij staan in cultureel opzicht dichter bij de Nederlandse cultuur en ervaren ook minder taalproblemen dan Turkse en Marokkaanse 55-plussers.’

Steeds meer ouderen met een migratieachtergrond in Nederland

Het aantal oudere migranten met een migratieachtergrond neemt in een snel tempo toe. Volgens het CBS woonden er in 1991 in totaal 42.244 55-plussers met niet-westerse roots in Nederland (1,3 procent van alle 55-plussers). Begin 2018 bestond deze groep uit ongeveer 312 duizend ouderen (5,7 procent). De grootste groepen 55-plussers met een migratieachtergrond zijn ouderen met een Surinaamse (83.000), Turkse (52.000), Marokkaanse (50.000) en Antilliaanse (24.000) achtergrond.  Volgens de bevolkingsprognoses van het CBS zal het aantal ouderen met een migratieachtergrond in 2040 stijgen naar 819.000. Dat is 12,2% van alle 55-plussers die er op dat moment in Nederland wonen.

Hoe verklaart u de grote eenzaamheid onder ouderen van Turkse en Marokkaanse komaf?

Dat is nog altijd lastig. We weten dat een lagere sociaaleconomische status, een slechtere gezondheid en een verminderd gevoel van regie over het leven de kans op eenzaamheid vergroten. Turkse en Marokkaanse ouderen scoren gemiddeld hoger op deze risicofactoren dan hun Nederlandse leeftijdsgenoten die geen migratieachtergrond hebben. De helft van het verschil in eenzaamheid kunnen we daardoor verklaren, de andere helft heeft vermoedelijk te maken met migrantspecifieke factoren. Eenzaamheid is ook onder oudere migranten een complex en veelkoppig monster. We moeten nog meer de diepte in om daar duidelijkheid over te krijgen. Op die manier kunnen we écht achterhalen hoe het is gesteld met de leefsituatie van ruim 100 duizend Nederlanders.

'Niet voor alle eenzame ouderen is een ontmoetingscentrum een goed idee'

Ik heb veel onderzoek gedaan naar eenzaamheid onder ouderen en het belangrijkste dat ik daarvan heb geleerd, is dat je alleen hulp kunt bieden als je precies weet wat de oorzaken van eenzaamheid zijn.’ Fokkema zet een iets hogere stem op. ‘Oh, deze ouderen zijn eenzaam! Laten we ze naar een ontmoetingscentrum brengen.’ Dan serieuzer: ‘Er zijn zoveel organisaties in Nederland die iets voor eenzame ouderen willen betekenen, maar onvoldoende stilstaan bij de werkzaamheid van hun interventies. Als iemand niet genoeg vrienden heeft en over voldoende sociale vaardigheden beschikt, is een ontmoetingscentrum een goed idee. Maar als een persoon ontzettend verlegen is of de hele dag loopt te zeuren, heeft dat weinig zin.’

Ziet u meer van dit soort aannames voorbijkomen?

‘Ja, helaas wel. Laat oudere migranten zoveel mogelijk pendelen tussen Nederland en hun land van herkomst, is er ook eentje. Sommige beleidsmakers en professionals gaan er klakkeloos vanuit dat pendelen een uitstekende remedie is voor het tegengaan van eenzaamheid. Uit een van onze onderzoeken blijkt echter dat pendelen geen bescherming biedt tegen eenzaamheid, in ieder geval niet onder Turkse en Marokkaanse ouderen. Sterker nog, het is de vraag of je met het vele heen en weer reizen niet telkens opnieuw het heimwee-vuurtje aanwakkert.

Ja, een warmer klimaat in landen als Turkije en Marokko kan heel goed zijn voor de gezondheid, bijvoorbeeld bij reumaklachten. Maar welke invloed heeft het pendelen op het sociaal welbevinden? En waarom willen migrantenouderen überhaupt graag regelmatig of voorgoed terug naar hun land van herkomst? Voelen zij zich daar meer thuis omdat ze hier een minderheid vormen? Lopen ze daar prettiger in hun djellaba over straat? Of speelt er een angst om in Nederland te worden begraven?’

Wat denkt u?

‘Het is nog een groot vraagteken. Wat vaststaat is dat er meer dieptegesprekken nodig zijn met de ouderen zelf. Bovendien is er binnen de onderzoekswereld sprake van een dominante focus op zorgthema’s. Om de haverklap verschijnen er nieuwe rapporten over het beperkte zorggebruik van oudere migranten vanwege een mismatch tussen de vraag naar en het aanbod van zorgvoorzieningen, maar wat er in die rapporten staat is al jaren min of meer hetzelfde.

Oudere migranten willen het liefst worden verzorgd door hun kinderen, ook al weten ze dat die daar niet altijd tijd voor hebben door studie, werk of eigen gezin. Daarnaast zien ze er tegenop om naar een Nederlands verpleeghuis te gaan. En verpleeghuizen zouden op hun beurt meer moeten inspelen op de behoeften van ouderen met een migratieachtergrond door bijvoorbeeld een gebedsruimte te creëren, Turkse tv-kanalen te installeren en halal-gerechten op het menu te plaatsen.

Maar is het dan opgelost? Nemen zulke maatregelen de gevoelens van eenzaamheid weg? Als ik afga op de gesprekken die ik met kinderen van oudere migranten heb gevoerd, is dat niet het geval. Er zit als het ware nog een laag onder de wens naar praktische zaken zoals een gebedsruimte, een tv-kanaal of verplegend personeel dat je taal spreekt.’

Wat is dat voor laag?

‘Het is een diepere, innerlijke laag. Het gaat over je thuis voelen en deel uitmaken van een groep. De meeste mensen willen zich omringen met gelijkgestemden en dat verlangen lijkt sterker te worden naarmate je ouder wordt.

'Nederlandse ouderen in een Australisch verzorgingshuis liepen de polonaise op oer-Hollandse muziek. Kennelijk hebben ouderen een sterke behoefte om zich te omringen met gelijkgestemden'

In 1991 was ik aanwezig bij het symposium ‘Tussen wal en schip?’. Een voor die tijd vooruitstrevend congres over de vraag of er speciale zorginstellingen moesten komen voor niet-westerse ouderen. Wat ik nooit zal vergeten, is de documentaire die bij de start van het symposium werd vertoond. Daarin werden Nederlandse ouderen in verzorgingshuis Juliana in Australië gevolgd. Een helemaal Nederlands verzorgingshuis met een inrichting uit de jaren zestig. De ouderen liepen daar de polonaise op oer-Hollandse muziek. Kennelijk zit het in ons, dacht ik toen. Kennelijk hebben mensen er op oudere leeftijd een sterke behoefte aan om zich te omringen met gelijkgestemden en activiteiten te ondernemen die op hun cultuur van herkomst aansluiten.’

Zijn specifieke verpleeghuizen voor bijvoorbeeld Turkse, Marokkaanse of Chinese ouderen, die je vooral in grote steden steeds meer ziet, in dat geval de oplossing?

‘Gedeeltelijk wel. Ik geloof in leven en laten leven. Natuurlijk zou het mooi zijn als alle zorg multicultureel is, maar dat is ook een beetje wensdenken. Mensen willen zich nu eenmaal omringen met gelijkgestemden. In Amsterdam is ook een woonzorgcentrum met een roze vleugel voor homoseksuele ouderen, deze ouderen voelen zich prettiger in een omgeving waar ze aan een half woord genoeg hebben.

Tegelijkertijd zou het mooi zijn als er meer pogingen worden gedaan om de kloof te overbruggen. Stichting RozeZorg, een organisatie die zich inzet voor LHBT-ouderen, doet dat heel goed. Zij brengen roze vleugels onder de aandacht, maar gaan ook naar reguliere zorginstellingen om te onderzoeken hoe homovriendelijk die zijn. Zorginstellingen kunnen vervolgens een Roze Loper-certificaat ontvangen. Een dergelijke aanpak zou voor migrantenouderen ook goed kunnen werken, mits er voldoende aandacht is voor de diepere laag van hun wensen en behoeften.’

'Deze ouderen voortdurend vergelijken met Nederlandse leeftijdsgenoten is problematisch. Hoe zouden we de leefsituatie van niet-westerse ouderen in Nederland beoordelen als we hen vergelijken met leeftijdsgenoten in Marokko of Turkije?'

Op 8 maart 2019 houdt u uw oratie als bijzonder hoogleraar Ageing, Families and Migration. Wat hoopt u de komende jaren bij te dragen aan de zorg voor en het sociaal welbevinden van oudere migranten?

‘Wat ik het allerliefst zou willen, is dat we een genuanceerder beeld krijgen van migrantenouderen, hun veerkracht en weerbaarheid vergroten en de meest kwetsbaren onder hen ondersteunen. Gemiddeld genomen vergaat het 55-plussers met een niet-westerse achtergrond niet bijzonder goed. Ze leven vaker onder de armoedegrens en ervaren meer fysieke en mentale gezondheidsproblemen dan hun Nederlandse leeftijdsgenoten zonder migratieachtergrond. Maar juist die voortdurende vergelijking is problematisch. Migratie is nu eenmaal een zeer ingrijpende levensgebeurtenis.

Hoe zouden we de leefsituatie van niet-westerse ouderen in Nederland beoordelen als we hen vergelijken met leeftijdsgenoten in Marokko of Turkije? Die data is er nog niet, maar vermoedelijk zijn de ouderen die hier wonen gemiddeld genomen rijker en gezonder dan de ouderen daar.

We moeten ervoor waken om migrantenouderen in een slachtofferrol te plaatsen. Er zijn ook genoeg niet-westerse 55-plussers die hun leven een tien geven op de schaal van geluk. Door daar meer de focus op te leggen en te onderzoeken wat hen zo gelukkig maakt, kun je wellicht ook de minder gelukkige migrantenouderen beter helpen.’