Emancipatie in de superdiverse samenleving: intersectioneel perspectief en transversale solidariteit als oplossing?
Hoewel in Nederland iedereen voor de wet gelijk is, wordt niet iedereen als gelijkwaardig gezien of behandeld. Dit is vaker het geval bij personen die meerdere vormen van stigmatisering kunnen ondervinden, bijvoorbeeld omdat zij zowel moslim als vrouw zijn. Zij worden soms onvoldoende gerepresenteerd binnen emancipatiebewegingen, maar ook in beleid. Moslimvrouwencollectief S.P.E.A.K. wijst ons op het belang van een intersectionele benadering binnen emancipatiebewegingen. KIS deed casusonderzoek naar hoe S.P.E.A.K. zich inzet voor inclusieve en impactvolle emancipatiedoelen.
Als antiracistisch, feministisch en activistisch collectief, zet S.P.E.A.K. zich in tegen racisme, islamofobie en uitsluiting, en vóór de zelfbeschikking van moslimvrouwen. Het is opgestart naar aanleiding van een rechtszaak in België uit 2018. Een werkneemster wilde een hijab dragen op haar werk, maar dit niet mocht van haar werkgever. De werkgever kreeg gelijk van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Een van de leden licht toe hoe S.P.E.A.K. zich vervolgens georganiseerd heeft:
Door die uitspraak van het Europese Hof werd het allemaal wel heel serieus. [...] Wij respecteren de mensenrechten en daar hoort ook het zelfbeschikkingsrecht bij. Dat geldt ook voor moslimvrouwen en moslimvrouwen met een hijab. Dus toen zijn we onszelf gaan organiseren en binnen een hele korte periode hadden we eigenlijk al een collectief van ruim negentig vrouwen die het allemaal met ons eens zijn.
Representatie binnen bredere bewegingen
Moslimvrouwen voelen zich veelal niet vertegenwoordigd door brede feministische en antiracistische bewegingen. Tot 2019 ontbrak een beweging tegen islamofobie in Nederland. Reguliere feministische bewegingen vertolken vaak een wit-westers perspectief op feminisme. Daarin wordt de hijab gezien als een symbool van onderdrukking in plaats van een keuze. Wanneer moslimvrouwen wél vertegenwoordigd worden binnen deze bewegingen, is het volgens gesproken leden vaak in de vorm van een vrouw die zich afzet tegen de islam. Daarbij wordt religie binnen het wit feminisme vaak loodrecht tegenover progressiviteit geplaatst, terwijl dit juist ook goed samen kan gaan.
Het collectief S.P.E.A.K. opereert vanuit een intersectioneel perspectief. Zij waarborgt ‘alle intersecties binnen het kader van moslimvrouwen'. Daarmee bedoelen ze vrouwen met verschillende culturele achtergronden, die wel of geen hijab dragen, die queer of trans zijn, met een beperking, enzovoorts. S.P.E.A.K. heeft, met andere woorden, oog voor de wisselwerking tussen het moslimvrouw-zijn en andere gedeeltes van de identiteit die moslimvrouwen met zich meedragen en hoe dit hun ervaringen vormt.
Intersectionaliteit
De term ‘intersectionaliteit’ is geïntroduceerd door Kimberlé Crenshaw in 1989. De oorsprong ligt in de Zwarte Feministische Literatuur en Critical Race Theory. De kern van de intersectionaliteitstheorie is dat iedere persoon meerdere sociale posities of aspecten van identiteit heeft. Denk bijvoorbeeld aan gender, afkomst, geloof en uit welke klasse je komt. De intersecties of snijpunten van deze identiteiten bepalen samen hoe je wordt behandeld in de samenleving en welke mogelijkheden of barrières je ervaart. Deze ervaringen vormen de persoon. Crenshaw gaat ook in op hoe de ervaringen van Zwarte vrouwen niet alleen beïnvloed worden door racisme en seksisme, maar ook door vormen van onderdrukking waar specifiek Zwarte vrouwen te maken krijgen, zoals gendered racism.
Belang van erkenning en representatie
Door het naast elkaar bestaan van verschillende aspecten van iemands identiteit, kunnen personen op verschillende manieren worden onderdrukt, achtergesteld of uitgesloten. Zo beschrijft Ange-Marie Hancock in het boek Solidarity Politics for Millenials (2011). Dit kan een bedreiging vormen voor de gelijkwaardigheid van personen. Het (h)erkennen van identiteiten als intersectioneel kan bijdragen aan het bewustzijn van verschillende vormen van onderdrukking. Intersectionaliteit legt ook de strijd bloot van personen die zich bevinden op de intersecties. Zij ervaren unieke vormen van discriminatie, zoals seksisme, racisme en islamofobie waarmee moslimvrouwen te maken kunnen krijgen.
Erkenning van deze verschillende vormen van discriminatie en onderdrukking is van belang om moslimvrouwen op een juiste manier te kunnen representeren binnen emancipatiebewegingen. Onvoldoende erkenning van bepaalde aspecten van iemands identiteit en de ervaringen die deze met zich meebrengen, kan leiden tot verdere (on)bewuste uitsluiting.
Identiteit, ervaren onrecht en organisatie
Het Sociale Identiteitsmodel van Collectieve Actie van Van Zomeren en collega's (2008) identificeert drie factoren die voorspellen of mensen deelnemen aan collectieve actie voor sociale verandering:
- Ervaren onrechtvaardigheid van de situatie
- Doeltreffendheid van collectieve actie als strategie
- Identificatie met een bepaalde identiteit of groep
Bij S.P.E.A.K. zijn al deze factoren aanwezig. Het collectief is geboren vanuit ervaren onrecht door de islamofobie, discriminatie en de dubbele standaard ten aanzien van hun zelfbeschikking waar moslimvrouwen mee te maken krijgen (1). Collectieve actie, los van bredere feministische en antiracistische bewegingen, wordt als de doeltreffende strategie gezien (2). Daarnaast opereert het collectief voornamelijk vanuit de gedeelde identiteit als moslimvrouw en zijn het de gedeelde ervaringen die deze identiteit met zich meebrengt die personen motiveert om deel te nemen aan het collectief (3).
Richting transversale solidariteit?
Om oog te hebben voor hoe verschillende kenmerken de ervaringen van mensen vormen, stellen onderzoekers – zoals Yuval-Davis (2012) – een transversale (of ‘dwarsdoorsnijdende’) benadering van solidariteit voor. Hierbinnen staat gelijkheid door verschil centraal. Dit betekent dat je verschillen tussen mensen erkent en tegelijkertijd iedereen als gelijkwaardig blijft zien.
Het vertrekpunt van deze benadering is respect voor de positie van anderen in de samenleving of binnen een emancipatiebeweging. En tegelijkertijd de erkenning dat niet iedereen evenveel macht heeft, bijvoorbeeld op sociaal, economisch of politiek gebied. Niet iedereen wordt binnen een beweging altijd even goed vertegenwoordigd, zoals personen die zich op de intersecties van verschillende identiteiten bevinden. Het is daarom belangrijk om verschillen te erkennen en iedereen gelijkwaardig te behandelen.
Daarnaast staat binnen de transversale benadering de boodschap centraal en niet de boodschapper. Dit geeft ruimte aan solidariteit en zorgt ervoor dat niemand wordt buitengesloten binnen activisme en politiek. Maar het is ook goed om te realiseren dat belangen en interesses kunnen botsen en niet altijd verenigbaar zijn.
Gelijkwaardigheid en gemeenschappelijke waarden
Binnen S.P.E.A.K. staat gelijkwaardigheid centraal. In het collectief worden verschillen tussen leden en de verschillende meningen die zij hebben gehoord en geaccepteerd. Wanneer er discussie ontstaat over een onderwerp gaan zij hierover in dialoog. Zij omschrijven hierbij het volgende:
Kijk, als je één gezamenlijke strijd hebt, en dat is eigenlijk de strijd tegen islamofobie die wij met mekaar hebben, dan is het soms ook zo dat je gewoon andermans mening of een hele afwijkende mening moet accepteren zoals het is, om ook je gezamenlijke doel gewoon te gaan [dienen].
Dit raakt ook aan een ander punt van transversale solidariteit, namelijk het delen van gemeenschappelijke en verenigbare waarden. Deze waarden overstijgen de verschillende posities en identiteiten van personen binnen de beweging. Zo kan de strijd tegen discriminatie en onderdrukking één specifieke focus hebben, zoals islamofobie in het geval van S.P.E.A.K., maar is het nooit beperkt tot één enkele vorm van discriminatie en onderdrukking. Zo kunnen vrouwen die een hijab dragen andere vormen van discriminatie ervaren dan vrouwen die geen hijab dragen.
Wat kunnen we leren van S.P.E.A.K.?
Het casusonderzoek onder S.P.E.A.K. schetst hoe het collectief zich inzet om de doelen op een inclusieve manier te behalen. Het laat het belang zien van een intersectioneel perspectief, gericht op gelijkwaardigheid, representatie en erkenning. Hierbij houdt S.P.E.A.K. oog voor de verschillende sociale posities en identiteiten van moslimvrouwen. Er is ruimte voor dialoog en de verschillende standpunten en visies die de leden met zich meebrengen worden geaccepteerd ten dienste van het gezamenlijke doel. Dat doel is het tegengaan van racisme, islamofobie en uitsluiting en waarborgen van de zelfbeschikking en emancipatie van moslimvrouwen. Daarmee toont S.P.E.A.K. transversale solidariteit richting haar leden en moslimvrouwen in bredere zin.
De transversale benadering vraagt van emancipatiebewegingen, maar ook activisten en andere stakeholders, om zichzelf de spiegel voor te houden: in hoeverre heb jij zicht op de diversiteit en belangen binnen de groep waar jij je voor inzet? Is iedereen binnen de beweging of organisatie even zichtbaar en wordt iedereen gehoord? Zijn er misschien perspectieven die ontbreken of onvoldoende worden gerepresenteerd? De uitdaging voor emancipatiebewegingen is om diversiteit in de eigen beweging niet alleen te erkennen, maar verschillen actief te omarmen binnen een gezamenlijke strijd. Alleen op deze manier wordt er daadwerkelijk vooruitgang geboekt in de richting van een inclusieve en rechtvaardige samenleving voor iedereen.
Onderzoeksmethode
De hoofdvraag is: ‘Hoe kunnen maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor emancipatie binnen de superdiverse samenleving beter (samen)werken aan inclusieve en impactvolle emancipatiedoelen, zonder elkaar daarbij (onbedoeld) te verzwakken?’
Het onderzoek is kwalitatief van aard. Na een overzicht van mogelijke casussen opgesteld te hebben, zijn verschillende initiatieven benaderd ter verkenning voor dit onderzoek. Er zijn vier verkennende gesprekken gehouden met vijf personen, waarna gezamenlijk met betrokkenen besloten is om casusonderzoek te verrichten onder de volgende initiatieven: Queer in de Klas van de LCC+, een activist op het gebied van diversiteit en inclusie en moslimvrouwen collectief S.P.E.A.K.
Lees meer over de initiatieven
Er zijn vier semigestructureerde (groeps)interviews gehouden met zeven personen die betrokken zijn bij de initiatieven, en één extra interview ter verdieping van de casus rondom Queer in de Klas. De interviews zijn getranscribeerd en gecodeerd voor analyse. Tenslotte is een reflectiesessie georganiseerd met de betrokken initiatieven. Aan de hand van het casusonderzoek zijn twee artikelen geschreven. Dit is het eerste artikel.
Meer informatie?Neem contact op met:

