Het woonwagenpastoraat in Nederland: toen en nu

Pastor Jan van der Zandt zet zich sinds 1981 in voor de maatschappelijke positie van Nederlandse Sinti en Roma. Hij richtte toen ook het pastoraat voor woonwagenbewoners (PWN) op. Binnen de gemeenschappen is hij een bekende en gerespecteerde man. Hoe kijkt de pastor, inmiddels op leeftijd, terug op zijn werkzaamheden? En hoe denkt hij over het heden en de toekomst? KIS sprak met hem in het stadsklooster van Den Bosch.

Artikel
Nederlandse Sinti en Roma
P. Ermers

De pastor wordt tijdens het gesprek vergezeld door de jonge Roma-vrouw Laura Hamidovic en haar nichtje. Hamidovic voelt zich geroepen zich als vertegenwoordiger in te zetten voor de belangen en de toekomst van Nederlandse Roma-gemeenschappen. Van der Zandt, langdurig betrokken bij de familie Hamidovic, schuift haar dan ook met trots naar voren. Zij en haar generatiegenoten zijn immers de toekomst.

Opkomst van pastorale zorg

Maar eerst blikt de pastor terug op het verleden. In de jaren ’20 kwam de pastorale zorg voor woonwagenbewoners op gang. Paters sloten zich aan bij de ‘natuurlijke woonwagencentra’ waar rondtrekkende Sinti en Roma in de winter verbleven. Zij stichtten schooltjes, boden welzijnszorg en financiële en materiële ondersteuning. Na de Tweede Wereldoorlog moest de pastorale zorg opnieuw worden georganiseerd. In die periode werd het rooms-katholieke ‘landelijk woonwagenliefdewerk’ opgezet. Dit werd vanaf de omstreden woonwagenwet in 1968 georganiseerd rond grote regionale woonwagencentra.

Het woonwagenpastoraat had als taak om, ook bij beleidswisselingen en de daarop volgende onrust, als continue factor nabij te blijven en de woonwagenbewoners te ondersteunen. 

Portretfoto Jan van der Zandt
P. Ermers

Portretfoto Jan van der Zandt

‘Normalisatie’ en ‘deconcentratie’

De Woonwagenwet van ’78 bepaalde dat de grote woonwagencentra weer moesten worden afgebouwd tot veel kleine centra verspreid over het land. Speerpunten daarbij waren ‘normalisatie’ en ‘deconcentratie’. Dit was een moeizaam en traag proces, door weerstand vanuit zowel kampbewoners zelf als omwonenden in gemeenten waar de kleine centra opgebouwd zouden moeten worden. Het woonwagenpastoraat had als taak om, ook bij beleidswisselingen en de daarop volgende onrust, als continue factor nabij te blijven en de woonwagenbewoners te ondersteunen.

In lijn daarmee werd het centraal geregelde woonwagenliefdewerk afgebouwd en konden de Sinti- en Roma-gemeenschappen in het vervolg gebruikmaken van lokale vrijwilligers van de katholieke parochies, de gemeenten en het maatschappelijk werk. Van der Zandt: ‘Voortaan moesten de mensen net als anderen naar het gemeentehuis komen. Op de voormalige grote centra bestond daarentegen een bestuurslaag, het Woonwagenschap, dat stond tussen de bewoners en gemeente.’

Landelijk pastor

In 1981 werd Van der Zandt aangesteld als landelijk coördinator van het Pastoraat voor woonwagenbewoners, Sinti en Roma in Nederland (PWN). Om zich te verdiepen en de gemeenschappen écht te leren kennen, trok hij met zijn caravan gedurende twee jaar langs de woonwagencentra in het land. Telkens verbleef hij een aantal dagen bij een lokale gemeenschap. In Zeeland bestond geen groot centrum, dus ging hij mee op pad met nog rondtrekkende families. Vanuit zijn coördinerende functie bij PWN zorgde de pastor ervoor dat lokale paters zich ontfermden over de lokale gemeenschappen. Hamidovic: ‘De paters zetten zich echt in voor de Roma-gemeenschappen. Het zijn een soort tussenpersonen die met iedereen contact hebben. Dat is heel belangrijk en waardeer ik heel veel. Je ziet bijna niet dat mensen dat nog doen.’

Families uit elkaar

De familie Hamidovic kwam vanuit Joegoslavië naar Nederland, en viel onder de groep Roma die in 1978 via een Generaal-Pardonregeling een verblijfsstatus kreeg in Nederland. Van der Zandt: ‘Toen ze hier in Nederland kwamen, werden deze Roma uit Joegoslavië niet gerekend onder de andere woonwagenbewoners, Sinti en Roma die hier al leefden. Er werd dus onderscheid gemaakt.’ De mensen werden in elf opvanggemeenten ondergebracht. Ze werden niet geplaatst in de grote woonwagencentra, omdat in diezelfde tijd de eerder genoemde Woonwagenwet van ’78 juist moest zorgen voor ‘deconcentratie’. Van der Zandt: ‘Voor de Roma uit Joegoslavië werden in de opvanggemeenten een soort tijdelijke woonwagens neergezet. Totdat ze in ’88, tien jaar later, het Nederlanderschap kregen.’ Mensen werden ondergebracht in stenen huizen, midden in de ‘burgermaatschappij’. Dit zou integratie moeten bevorderen. Het gevolg was echter dat families uit elkaar werden gehaald, ook al was samenleven belangrijk voor hen. Hamidovic: ‘Ja, dat heeft veel gedaan. De mensen waren samen, maar zijn toen allemaal hun eigen kant op gegaan.’ Van der Zandt: ‘Dat vond ik heel pijnlijk. Familiebanden zijn toen vernietigd. Terwijl zij het juist nodig hadden om bij elkaar te blijven.’

Ze geven ons een podium, maar we kunnen niet praten en niemand hoort ons. Wij zijn het vergeten volk. 

Het vergeten volk

Nog altijd hebben Nederlandse Sinti en Roma te maken met discriminatie, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Hamidovic: ‘Ik heb een diploma, ik beheers het Nederlands goed, ik weet m’n rechten en plichten, maar alsnog word ik bij sollicitaties door discriminatie op basis van etniciteit niet aangenomen. Hoe zit dat dan later met mijn kinderen?’ Ze vervolgt: ‘Veel mensen werken maar kort ergens en gaan vervolgens weer weg.’ Hamidovic kent de cultuur van binnenuit en vraagt zich af waarom het in de praktijk zo lastig blijkt om, ondanks haar sterke drive, duurzaam als brugfiguur ingezet te worden. ‘Ze geven ons een podium, maar we kunnen niet praten en niemand hoort ons. Wij zijn het vergeten volk.’ Ook van der Zandt is verbaasd over de moeizame vooruitgang. ‘Het is een relatief kleine bevolkingsgroep. Over hoeveel mensen hebben we het nou? En we kunnen maar niet effectief bezig zijn om hen daadwerkelijk vooruit te helpen.’

Toekomst

Van der Zandt hoopt dat de religieuzen in Nederland in de (nabije) toekomst continuïteit geven aan het pastoraat voor woonwagenbewoners, Sinti en Roma. Dit komt voort uit de missie om vooral mensen en bevolkingsgroepen die het moeilijk hebben in de samenleving nabij te blijven. Daarnaast oriënteert samenwerkingspartner en welzijnsorganisatie MST Tilburg zich samen met PWN op wat zij nu en in de toekomst voor Nederlandse Sinti en Roma kunnen betekenen. Het PWN is onlangs verhuisd naar het stadsklooster van Den Bosch. Van der Zandt: ‘Onder deze kringen van religieuzen kan de continuïteit worden gewaarborgd. Ook zijn kloosters internationaal ingesteld en kan medewerking worden gevraagd uit het buitenland. De Roma en Sinti in Nederland zijn immers ook onderdeel van een wereldbevolkingsgroep.’

Meer lezen?

Levenswerkboekjes

PWN heeft verschillende levenswerkboekjes uitgebracht. Deze zijn hier te lezen:

Meer informatie?Neem contact op met:

Daphne van Eden

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892093
Afbeelding
Profielfoto Daphne van Eden