Hoe worden burgerinitiatieven toegankelijk voor iedereen?

Burgerinitiatieven, waarbij burgers zich inzetten voor hun leefomgeving, worden vaak door een specifieke groep autochtone Nederlanders opgezet en bezocht. Kennisplatform Inclusief Samenleven onderzocht hoe deze initiatieven inclusief kunnen zijn voor burgers met een migrantenachtergrond.

Artikel
Vluchtelingen

De onderzoekers spraken hiervoor onder andere met vier burgerinitiatieven: Het Huis van Bartels in Amersfoort, Mudanthe in Apeldoorn, Oké Nu in Utrecht Overvecht en het BankjesCollectief.

 

 
 

 

Bewoners die een initiatief starten, zijn vaak al maatschappelijk actief en moeten over veel vaardigheden beschikken. Dat is mogelijk de reden dat in de praktijk initiatiefnemers vaak hoopopgeleide, werkende, autochtone burgers zijn. Mensen met een migrantenachtergrond starten minder vaak een initiatief. Zij kennen de wegen minder en beschikken soms minder over de benodigde vaardigheden. Hoewel dat voor iedereen geldt, wordt zeker voor migranten al heel wat gewonnen als overheidsinstellingen zoveel mogelijk bureaucratische hobbels en ingewikkelde procedures wegnemen. Daarnaast geldt voor migrantengroepen dat laagdrempelig, persoonlijk, mondeling contact en zichtbaarheid van professionals in de wijk belangrijk zijn om vertrouwen op te bouwen.

De straat op

Sleutelwoord voor het bereiken van bewoners met een migratieachtergrond is laagdrempeligheid. Voor Het Huis van Bartels betekent dat: oog hebben voor ieders behoeften en mogelijkheden. Initiatiefneemster Riekje Hoffman: 'Als mensen iets willen doen, probeer dan datgene te raken waar ze van opfleuren. Als iemand wil snoeien, zeg dan niet dat ze in de tuin moeten spitten.' Daarnaast werken bepaalde activiteiten zoals muziek, eten en handwerken, verbindend en omzeilen die taalverschillen. Een vrijwilliger bij het BankjesCollectief geeft een voorbeeld: 'Er zijn universele talen. Bij ons breibankje heeft een Marokkaanse man anderhalf uur zitten breien. Hij spreekt geen Nederlands maar had een grote smile op zijn gezicht.'

Ook outreachend werken is belangrijk. Roberta Haki Della Rovere, initiatiefneemster van Oké Nu: 'Blijf niet achter je bureau zitten, ga de straat op. Bel aan, ga naar de mensen toe. Iedereen kan een brief in de brievenbus doen, maar dat werkt niet. De taalbarrière wordt vaak vergeten.' Ook vraaggestuurd werken is een must, voegt ze toe: 'Door met mensen te praten, kom je dingen te weten en kan je je aanbod afstemmen. Wij werken altijd vraaggestuurd, bewoners brengen zelf ideeën in.'

 

Praat mee in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam!
Buurtcommunities maken, organiseren en doen (vooral) publieke voorzieningen en geven daarmee een nieuwe invulling aan solidariteit en burgerschap. Maar hoe zorg je ervoor dat die communities niet bedoeld of onbedoeld uitsluitend werken? Praat erover mee tijdens de 17e editie van Buurtcommunities in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam dat Movisie mede heeft georganiseerd. Toegang is gratis.

Activiteiten op school

Willen burgerinitiatieven iedereen (kunnen) aanspreken, dan moeten ze samenwerking zoeken, bijvoorbeeld met sleutelfiguren die dicht bij de bewoners staan en letterlijk en figuurlijk dezelfde taal spreken. Dit overbrugt niet alleen taal- en cultuurverschillen maar schept ook vertrouwen, aldus de initiatiefneemster van Oké Nu. 'Omdat ik zelf ook een buitenlandse ben, hebben de bewoners meer vertrouwen.' Ook samenwerking met scholen werkt goed, aldus Paul Liklikuwata, bestuurslid bij Het Huis van Bartels: 'Er zijn veel gemengde scholen in de wijk en daar gaan allochtone en autochtone kinderen met elkaar om. Via de school en de kinderen kan je ook de ouders bereiken.'

Tot slot heeft Mudanthe een tip voor allen die echt inclusief willen zijn: heb een open houding, behandel iedereen met respect, juist diegenen die zelf niet inclusief handelen. Als voorbeeld noemt initiatiefnemer Charles Dickson dat op een van de nieuwjaarsrecepties van Mudanthe een groepje extreem-rechtse jongeren uit de buurt langskwam. Alhoewel de jongeren negatief waren over Mudanthe, werden ze met respect ontvangen. Inmiddels maken ze muziek bij Mudanthe en hebben ze leuk contact met jongeren uit allerlei culturen. Dickson: 'Als je elkaar kent, is er meer begrip en houd je makkelijker rekening met elkaar. Dat kan veel problemen voorkomen.'

Hard werken

Inclusie bereiken gaat niet vanzelf, het is hard werken. Wat de burgerinitiatieven ons leren, is dat er de wil moet zijn om te verbinden en een diverse groep buurtbewoners aan te spreken. Eerder onderzoek  vond al dat als verbinden niet vooraf als prioriteit gesteld wordt, men er niet uit zichzelf aan begint. Echt inclusief zijn, vergt uithoudingsvermogen en een actieve houding. Dit gaat, kortom, niet vanzelf.

 

9 tips voor burgerinitiatieven die bewoners van diverse culturele achtergronden willen bereiken:

  1. Ga de straat op! Benader mensen via informeel, persoonlijk contact. Spreek mensen aan, ga bij ze langs.
  2. Organiseer laagdrempelige activiteiten: goedkoop/gratis en zonder verplichte aanmelding.
  3. Activiteiten, zoals handwerken, muziek maken en eten verbinden en doorbreken de taalbarrière.
  4. Werk samen met sleutelfiguren (en lokale organisaties) in de wijk die de bewoners kennen en dezelfde taal spreken.
  5. Werk vraaggestuurd; stem je activiteiten af op de behoeften van de verschillende groepen in de wijk.
  6. Zet van begin af aan de norm dat iedereen welkom is en houd dit vast. Sta open voor iedereen, ook voor mensen die anders zijn of andere opvattingen hebben.
  7. Werk samen met scholen, zo bereik je niet alleen kinderen maar ook hun ouders.
  8. Start klein, ga voor kleine successen. Zorg dat je opgebouwd vertrouwen niet verspeelt en bouw dan langzaam je netwerk uit.
  9. Lever maatwerk, bij iedereen, en laat mensen in hun waarde. Zorg dat mensen kunnen doen wat ze graag willen doen en goed kunnen.

 

 

Dit onderzoek is uitgevoerd binnen het project Inclusieve democratische vernieuwing door het Verwey-Jonker Instituut. Movisie brengt deze bevindingen vervolgens in de praktijk met een workshop, werkatelier en een bijeenkost in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.