Impact van corona op mensen met migratieachtergrond

Het COVID-19-virus lijkt mensen met een migratieachtergrond vaker en harder te treffen. ‘We zien heel veel besmettingen.’ Aanleiding voor Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) om te verkennen of de communicatie over corona met deze doelgroepen effectief genoeg is.

Artikel
Vluchtelingen

'Corona beheerst alles nu', stelt Marzouka Boulaghbage van Al Amal. Deze stichting zet zich in Utrecht in om het welzijn van de vele bewoners met een migratieachtergrond te verbeteren, met programma’s op het gebied van gezondheid, opvoeding, veiligheid en praktische hulpverlening. Boulaghbage vertelt sinds de start van de coronacrisis non-stop aan het werk te zijn: 'We bellen en appen, maar ondersteunen ook bij rouwverwerking en delen voedselpakketten uit. Elke dag is anders, zeker nu. Onze doelgroep weet zich geen raad. In maart waren heel veel mensen bang om ziek te worden, ze bleven binnen. Maar nu het langer duurt, vinden ze het moeilijk zich nog aan de regels te houden.'

'We zien heel veel besmettingen', aldus haar collega Caroline Sarolea. Zij vermoedt dat leefomstandigheden daarbij een rol spelen. 'Zo zijn in de wijk Overvecht veel mensen met een migratieachtergrond kleinbehuisd, laat de ventilatie binnenshuis vaak te wensen over en leven grote gezinnen dicht op elkaar. Er spelen al veel gezondheidsproblemen, zoals diabetes en overgewicht. De armoede stijgt, want mensen zijn hun baan kwijtgeraakt. En ze kijken naar het land van herkomst. Daar worden andere maatregelen genomen dan hier, waar de regels al niet altijd even duidelijk zijn voor iedereen. Als je de taal ook nog eens niet goed spreekt, dan is het een moeras van informatie waarin je wegzakt. Het is voor heel veel mensen een heel onrustige tijd.'

Boodschappen schoonmaken

'De etniciteit van patiënten wordt meestal niet geregistreerd, maar er zijn inderdaad indicaties dat COVID-19 mensen met een migratieachtergrond zwaarder raakt', bevestigt Patricia Heijdenrijk. Ze is directeur van Pharos, het landelijk expertisecentrum voor de aanpak van gezondheidsverschillen. 'We zijn vanaf het begin betrokken bij de gedragsunit van het RIVM, om te onderzoeken wat corona betekent voor ons gedrag, hoe we ermee omgaan en of we de regels naleven, specifiek voor mensen met een migratieachtergrond. Tijdens de eerste golf bleek dat zij niet meer of minder gemotiveerd zijn om zich aan de regels te houden, maar wel dat er onder hen veel onduidelijkheid is over die regels. Zo zagen we dat mensen al hun boodschappen gingen schoonmaken, terwijl dat niet werd geadviseerd.'

Wij maken ons hard voor toegankelijke communicatie en eenvoudig voorlichtingsmateriaal

Pharos zet zich in om gezondheidsinformatie over COVID-19 op een zo duidelijk mogelijke manier te delen met mensen die moeite hebben met het lezen en begrijpen ervan. 'Dat is 36 procent van de Nederlandse bevolking', stelt Heijdenrijk. 'Voor heel veel mensen is het ingewikkeld om hun weg te vinden in ons zorgsysteem. Daarom maken wij ons hard voor toegankelijke communicatie en eenvoudig voorlichtingsmateriaal, nu specifiek toegespitst op corona. Anderhalvemetersamenleving, besmettingsgraden, lockdown, het zijn allemaal moeilijke woorden, die wij met bijvoorbeeld illustraties proberen te verduidelijken.' Ook heeft Pharos corona-informatie in dertien verschillende talen beschikbaar gemaakt. Het advies van Heijdenrijk is om nu vooruit te denken: 'We zijn nu bezig met het ontwikkelen van een vaccin, maar hoe gaan we communiceren als het er is? Denk daar nu vast over na!'

Verkennend onderzoek

KIS kwam in actie, na van Al Amal het signaal te hebben ontvangen dat een deel van de mensen met een migratieachtergrond niet goed op de hoogte is van de maatregelen of niet weet wat ze ermee aan moet. 'Wij pakken dat op', aldus Hans Bellaart, coördinator van de portaalfunctie van KIS. 'In dit geval met een kleinschalig verkennend onderzoek: In hoeverre zijn laagtaalvaardige bewoners met een migratieachtergrond geïnformeerd over de maatregelen, hoe kijken ze er tegenaan en welke mogelijkheden hebben ze om zich eraan te houden?'

Ook wordt onderzocht of er verschillen zijn tussen groepen van uiteenlopende herkomst. 'Zo bereikt Nederlandstalige informatie nieuwkomers, zoals Syriërs en Eritreeërs, minder goed', weet Bellaart. 'En wat speelt er nog meer bij het wel of niet volgen van de regels? Moet je rekening houden met taboes, is er angst voor stigmatisering? Door dit te verkennen weten we straks waar we meer onderzoek naar moeten doen en kunnen we begin volgend jaar met aanbevelingen komen, bijvoorbeeld voor meer gerichte voorlichting.'

'Gaat het om onbekendheid, of moeten we meer nadruk leggen op de consequenties van bepaald gedrag en meer een beroep doen op solidariteit? Moet er gebruik worden gemaakt van andere voorlichtingskanalen, bijvoorbeeld via sleutelpersonen? Moet er gecommuniceerd worden in de eigen taal van mensen met een migratieachtergrond? En of we moeten anticiperen op een vaccin, dat kunnen we meenemen in deze verkenning. Ook bij deze groepen spelen gedachten over of het wel betrouwbaar is en of het mag van de godsdienst.'

Grootste risico

'Het is belangrijk dat niet alleen wordt gekeken naar communicatie, maar ook naar andere factoren', benadrukt Patricia Heijdenrijk van Pharos. 'Achter de aantallen zit een groter sociaaleconomisch vraagstuk. Je moet het ook kunnen, afstand houden. Mensen met een migratieachtergrond zijn vaker klein behuisd, hebben praktische beroepen waarbij thuiswerken geen optie is en zijn aangewezen op het openbaar vervoer. Ze lopen daardoor het grootste risico om blootgesteld te worden aan het virus. Het is moeilijk om nu wat aan die grotere problemen te doen, maar je kunt er wel op inspelen. Organiseer bijvoorbeeld teststraten dichterbij mensen die geen eigen vervoer hebben.'

Help mensen in hun eigen netwerk gericht te communiceren

Het kabinet en het RIVM laten kansen liggen, stelt expertisecentrum Pharos, door in te zetten op het verstrekken van algemene informatie. 'Je kunt beter lokaal kijken waar de brandhaarden zijn en wie je erbij kunt halen om alternatieve handelingsopties te geven', adviseert Heijdenrijk. 'Je moet rolmodellen uit de groepen zelf benutten, om iedereen te bereiken en hen te helpen afwegingen te maken. Studenten moet je anders aanspreken dan oudere Marokkaanse mannen. Help mensen in hun eigen netwerk gericht te communiceren. Bijvoorbeeld, onder Noord-Afrikanen bestaat een familiecultuur: als er een kindje is geboren, dan móet je op kraamvisite. Maar je kunt ook tegen elkaar zeggen dat een videogesprek onder deze omstandigheden oké is. En de imam kan het gebed streamen, zodat niet iedereen op vrijdag naar de moskee hoeft te komen.'

Informatie in eigen taal

De medewerkers van Al Amal pleiten ervoor om mensen met een migratieachtergrond in ieder geval in hun eigen taal te gaan informeren over COVID-19. 'Dat gebeurt nu niet, omdat het beleid is dat ze Nederlands moeten leren', weet Caroline Sarolea. 'Wij ondervinden daar de gevolgen van. Het is crisis, stap over je eigen schaduw heen! Als het onderzoek van KIS onze ervaringen onderschrijft, gebeurt dat misschien en komt er beleidsverandering.

Zelf benadert Al Amal mensen al in meerdere talen. Zo werden coassistenten van het UMC Utrecht onlangs uitgenodigd voorlichting te geven in een grote moskee en aan groepen vrouwen, waarbij een medewerker van Al Amal vertaalde. En er wordt gewerkt aan een film waarin onder andere artsen uitleg geven. 'Die informatie moet zich als een olievlek gaan verspreiden', hoopt Marzouka Boulaghbage. 'Zo kunnen wij veel mensen bereiken, om ze gerust te stellen én wakker te schudden.'

Auteur: Hester Heite