Interventies tegen online haat en discriminatie
Hoe pak je online haat en discriminatie aan? In 2024 is de Database antidiscriminatie-interventies van KIS uitgebreid met interventies die zich hierop richten. We lichten twee interventies uit: het project The Digital Us van Sharing Perspectives Foundation en de workshop Online Haat van TMI. Er is veel wetenschappelijke kennis over wat werkt bij de aanpak van online haat en discriminatie. Hoe zetten de twee interventies deze kennis in de praktijk in? Drie mechanismen uitgelegd.
1. Hoe meer empathie, hoe minder discriminatie
Uit onderzoek blijkt dat mensen met meer empathie vaak een positievere houding hebben tegenover anderen. Empathie helpt iemand beter het perspectief van een ander te begrijpen, bijvoorbeeld als het gaat om normen, waarden, opvattingen en gebruiken. Ook zorgt empathie ervoor dat iemand meer betrokken is bij het leed van de ander, zoals ervaringen met discriminatie. Dit leidt tot een positievere houding en meer begrip voor de ander (zie bijvoorbeeld dit onderzoek van Batson en Ahmad uit 2009). Online geldt hetzelfde: hoe meer empathie een volwassene heeft, hoe minder vaak die discriminerende content plaatst online. Dit blijkt uit een experimentele studie van Wachs en anderen (2022).
The Digital Us – Sharing Perspectives Foundation
The Digital Us combineert dialoog, training en mentoring. Het helpt jongeren van 16 tot 30 jaar om op te staan tegen online haat en discriminatie. Het doel is om de sociale norm tegen online haat en discriminatie te versterken. Jongeren leren waarom dit belangrijk is en hoe ze hier effectief aan kunnen bijdragen. Het project biedt begeleiding en ondersteuning, zodat jongeren op een passende en zelfverzekerde manier omgaan met online haat en discriminatie.
Workshop Online Haat – TMI
In de actieve workshop Online Haat maken leerlingen van alle niveaus in het voortgezet onderwijs kennis met het thema online haat. Het doel is om online haat onder jongeren te verminderen. Tijdens de workshop leren jongeren wat online haat is, hoe ze verschillende vormen herkennen en hoe ze elkaar kunnen aanspreken op (online) gedrag. Daarnaast richt de workshop zich op het versterken van hun mentale weerbaarheid tegen de schadelijke gevolgen van online haat.
Uit de praktijk: Deel ervaringen
Empathie vergroten kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door ervaringen te delen. The Digital Us biedt hier ruimte voor. De deelnemers kunnen (persoonlijke) ervaringen met online haat en discriminatie delen en de impact hiervan bespreken. De workshop Online Haat focust ook op ervaringen delen. In groepjes bespreken de deelnemers verschillende scenario’s van online haat. Vervolgens reflecteren ze hierop. Ze kunnen aangeven of ze de situaties herkennen en wat voor een invloed dit heeft op hen. Ervaringen met (online) haat en discriminatie delen, kan empathie vergroten. Als mensen horen wat de impact is, kunnen ze zich inleven in deze negatieve ervaringen. Deze video van KIS legt dit proces uit en deelt tips en valkuilen.
Als mensen merken dat hun omgeving discriminatie afkeurt, zullen ze eerder geneigd zijn om zelf niet te discrimineren. Mensen passen zich graag aan de sociale norm aan.
2. Versterk de sociale norm
Sociale normen gaan over wat mensen denken dat gepast gedrag is binnen een bepaalde omgeving. Deze normen beïnvloeden het gedrag dat mensen vertonen, blijkt uit dit onderzoek van Tankard en Paluck uit 2016. Als mensen merken dat hun omgeving discriminatie afkeurt, zullen ze eerder geneigd zijn om zelf niet te discrimineren. Mensen passen zich graag aan de sociale norm aan. Uit verschillende (semi-)experimentele onderzoeken blijkt dat dit mechanisme ook online werkt. Zo toonde de studie van Hsueh en anderen (2015) aan dat mensen eerder vooroordelen in online berichten uiten als ze zien dat anderen dat ook doen. Omgekeerd geldt hetzelfde: als mensen zien dat anderen online berichten plaatsen zonder vooroordelen, zullen zij dit gedrag ook overnemen. Het onderzoek van Munger (2017) toont aan dat duidelijke afkeuring van bepaalde online content leidt tot een afname van die content. Deze KIS-video legt de werking van sociale normen verder uit en deelt tips over hoe je dit inzet in de praktijk.
Uit de praktijk: Counterspeech
Sharing Perspectives Foundation traint met hun project jongeren om zich uit te spreken tegen online haat en discriminatie. Dit wordt ook wel counterspeech genoemd: een directe reactie op een online haatbericht. Door hun stem te laten horen, dragen ze bij aan het neerzetten van een sociale norm. Eerder publiceerde Movisie een artikel met tips over hoe je kunt ingrijpen bij online discriminatie. Daarnaast leren jongeren tijdens The Digital Us online haat en discriminatie te herkennen en hoe ze deze kunnen rapporteren. Zodat het duidelijk wordt welk gedrag wel en niet wordt geaccepteerd.
TMI werkt op een andere manier aan de sociale norm. Tijdens de workshop ontwikkelen deelnemers een anti-haatcampagne, zoals een video, poster of sociale media-actie. Daarmee verspreiden ze de boodschap dat online haat en discriminatie onacceptabel is. Het doel van de workshop is ook om het verantwoordelijkheidsgevoel van de deelnemers aan te wakkeren. Zodat ze inzien dat ze een actievere rol kunnen spelen in de aanpak van online haat en discriminatie.
Ondersteun slachtoffers, maar leg de focus vooral op dat online haat voorkomen wordt.
3. Ondersteun de deelnemers
Haat en discriminatie, zowel online als offline, kunnen ernstige negatieve gevolgen hebben. Onderzoek laat zien dat dit schadelijk is voor de gezondheid en het (sociale) welzijn. Het kan leiden tot depressieve klachten en angst, een negatief zelfbeeld en een verminderd gevoel van verbondenheid. Ook heeft KIS eerder onderzoek gedaan naar de impact van online haat op jongeren. Daaruit blijkt dat hoe meer discriminatie jongeren online zien, hoe meer negatieve emoties en depressieve klachten zij hebben. Daarom is het cruciaal dat deelnemers tijdens de interventies goed worden begeleid en ondersteund, zodat deze negatieve gevolgen zoveel mogelijk worden voorkomen. Een belangrijk uitgangspunt is dat online haat en discriminatie aanpakken niet de verantwoordelijkheid is van de slachtoffers. Ondersteun slachtoffers en leer hoe ze hiermee om kunnen gaan, maar leg de focus vooral op dat online haat voorkomen wordt.
Uit de praktijk: Weerbaarheid
Sharing Perspectives Foundation traint de deelnemers om weerbaar te zijn tegen de negatieve impact van online haat en discriminatie. Ze leren hoe ze voor zichzelf en anderen kunnen opkomen. Zij creëren onder andere een bondgenootschap voor sociale steun. Sociale steun kan de negatieve effecten van (online) discriminatie verminderen. Doordat iemand bijvoorbeeld emotionele ondersteuning krijgt en daardoor een gevoel van acceptatie en waardering heeft. Daarnaast biedt een bondgenootschap ook praktische steun. Iemand kan bijvoorbeeld doorverwijzen naar instanties die helpen bij online haat en discriminatie.
Tijdens de workshop van TMI oefenen de deelnemers in een rollenspel hoe zij kunnen reageren op online haat. Zo ontwikkelen ze concrete vaardigheden en meer zelfvertrouwen om om te gaan met negatieve situaties online. Lees ook het KIS-onderzoek naar stagediscriminatie waarin verschillende strategieën staan die de negatieve effecten van discriminatie verminderen.
KIS-database antidiscriminatie-interventies
Heb jij zelf een interventie ontwikkeld die zich richt op het voorkomen of verminderen van (online) discriminatie? Denk aan een training, methode, workshop of project. KIS kan je helpen om de interventie te onderbouwen met wetenschappelijke kennis. Zodat de interventie opgenomen kan worden in de database antidiscriminatie-interventies. Geïnteresseerd? Neem dan contact op met Joline Verloove (j.verloove@movisie.nl) en/of bekijk de checklist voor interventies met werkzame mechanismen tegen discriminatie.
Meer informatie?Neem contact op met:
