Kijken door de ogen van oma Hopic

‘(R)OMA: een (familie)geschiedenis’: een nauwe samenwerking tussen oma Hopic, kinderen, klein- en achterkleinkinderen en een team van de Academie voor Beeldvorming. Film en tentoonstelling zijn tot en met 13 maart te zien in Stedelijk Museum Breda. Familieverhalen nemen de kijker mee naar gebeurtenissen uit de geschiedenis van Europa en Nederland in de afgelopen 80 jaar. Hoe overleefde de familie de Tweede Wereldoorlog? Hoe was de ontvangst in Nederland? Met welke vooroordelen kregen ze te maken? KIS sprak met kleindochter Laura Hamidovic en Klaas Burger, artistiek leider van de Academie.

Artikel
Sinti en Roma

Oma Hopic was geliefd

Oma, hoofdpersoon in de film, stierf in 2020. Kleindochter Laura vertelt hoe geliefd, sterk en wijs ze was. Laura vindt het belangrijk dat haar verhaal wordt verteld. Ze hoopt dat de film kan bijdragen aan het verminderen van vooroordelen over Roma. De samenwerking met Klaas is volgens haar gebaseerd op vertrouwen over en weer: de sleutel tot het succes van de film. De totstandkoming van de film was een collectieve inspanning. Voor elke stap in het proces zijn zorgvuldig de criteria rondom de samenwerking vormgegeven.

Nederland praat over de familie Hopic

Terug naar 1971. De komst van de familie Hopic hield destijds de gemoederen in Nederland flink bezig. In de film wordt deze aankomst, die nauwkeurig is vastgelegd in krantenartikelen, tv-uitzendingen, Kamervragen en rechterlijke uitspraken, nagespeeld door 26 familieleden. Volgens Klaas was het project niet alleen intensief en pijnlijk, maar ook een openbarend proces. ‘Oma en haar kinderen hadden toen geen toegang tot Nederlandse media. Ze spraken de taal niet en hadden geen televisie. Vijftig jaar later keken we terug hoe de familie is blootgesteld aan Nederland. Iedereen had een mening. Het woord ‘zigeuner’ stond in alle kranten.’

Kunst als middel

Met de film en expositie wordt kunst als middel gebruikt om een boodschap over te brengen. Klaas: ’Sinds de secularisatie hebben we weinig plekken meer waar we elkaar kunnen ontmoeten en waar vriendschappen kunnen ontstaan. Veelal word je aangesproken als klant en er wordt gedacht in processen met korte tijdlijnen. Waar kunnen we nog leren over veranderingen die een paar generaties duren? Het museum is dan een fantastische plek om de frames in media, in beleid en de vooroordelen van mensen in hun persoonlijke leven te vergelijken met de familieverhalen. Dan blijkt opeens hoe krachtig de vertelling van oma en haar familie is.’

Er is behoefte aan plekken waar we in contact kunnen staan met elkaar. Niet als professionals en doelgroepen, maar als familie en als vrienden

Klaas en Laura dragen daarbij beiden dezelfde boodschap uit: leer elkaar kennen en maak vriendschappen buiten de eigen veilige kring. Bij de filmpremière namen betrokkenen familieleden en vrienden mee. ’Er is behoefte aan plekken waar we in contact kunnen staan met elkaar. Niet als professionals en doelgroepen, maar als familie en als vrienden. Daarom staat dat woord “familie” ook centraal in de titel.’ Als in het gesprek wordt verwezen naar het woord ‘kwetsbaarheid’, reageert Klaas direct. Kwetsbaarheid gebruiken om mensen te duiden is volgens hem één van de valkuilen van professionals.

Dat de film en bijbehorende bijeenkomsten aanzetten tot reflectie illustreert ook het volgende voorbeeld: na het zien van de film vertelde een leerplichtambtenaar gewend te zijn om binnen de kaders van een gezin te kijken, maar niet op lange lijn oog te hebben voor een familiegeschiedenis. Zij gaf aan dat er kwartjes vielen na het zien van de film en dit deed haar nadenken over de aanpak bij eerdere casuïstiek.

Still uit de film (R)oma: een familiegeschiedenis

Dennis Hamidovic (links) en Michel Hopic spelen in de film de twee wetenschappers Wim Willems en Leo Lucassen. Zij onderzochten eind jaren ‘80 de manier waarop de Nederlandse overheid omging met hun ouders en grootouders.

Kijken door de ogen van oma

Al vroeg in het gesprek komen recente uitingen van discriminatie richting Roma ter sprake. Klaas vertelt over een treinreis met Laura, haar moeder en schoonzus. ‘De conducteur kwam de coupé binnen. Laura stootte me aan. “Let op,” fluisterde ze. De conducteur controleerde geen kaartjes, liep langs ons en riep om: “Wilt u op uw spullen passen? Er zijn zakkenrollers actief in deze trein.” Laura wees me erop dat dit regelmatig gebeurt in het openbaar vervoer.’ Een volgend voorbeeld dat door Laura wordt genoemd zijn onterechte schooladviezen richting bijvoorbeeld het praktijkonderwijs. Klaas: ‘Alleen door de samenwerking met de familie heb ik de harde directheid vanuit de samenleving leren kennen. Ik heb leren kijken door de ogen van oma en ben haar ook oma gaan noemen. Ik heb er een oma en een vriendschap met een familie bijgekregen. Dat was ook confronterend: Hoe kan het dat er wel geld is voor een film, maar dat oma de laatste jaren van haar leven geen huis had?’ Volgens Klaas zie je in de film hoe we in Nederland omgaan met mensen die minder makkelijk toegang hebben tot het Nederlandse systeem van rechten en plichten, maar er wel op worden afgerekend als iets mis gaat.

Recht doen aan elkaar, vraagt om ontmoeting, gesprek en samenwerking

Doelgroepdenken

We spreken verder over de hardnekkigheid van vooroordelen. Volgens Klaas zorgen deze voor verstijving en blijft er weinig ruimte over om vragen te stellen. Het volgen van bestaande beeldvorming zonder te praten met mensen naar wie wordt verwezen, is volgens hem de essentie van problematiek rondom stigmatisering. In de film speelt een neef van Laura onderzoeker Leo Lucassen, die zegt: ‘De ambtenaren nemen de bestaande beeldvorming over. Ze praten niet met de mensen zelf.’ In de huidige maatschappij is dit denken volgens Klaas aan de orde van de dag. ‘Zodra het woord doelgroep valt, is het al aan de hand. Dan volg je statistieken van het CBS en de frames binnen google. Daar zit al een stuk verlies van rechtdoen in, omdat het in de praktijk altijd net anders is. Recht doen aan elkaar, vraagt om ontmoeting, gesprek en samenwerking.’

Sinti, Roma en Woonwagenbewoners als containerbegrip

Doelgroepdenken brengt ook het risico van over één kam scheren met zich mee. Klaas: ‘Neem de manier waarop wordt gesproken over Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Alsof het één geheel is. Het risico van behandeld worden als een probleem zit verborgen in de terminologie.’ Laura vervolgt: ‘Er zitten overal altijd wel een paar mensen tussen die slechte dingen hebben gedaan, maar dat betekent niet dat iedereen zo is. We zeggen ook niet: die Nederlander heeft belasting ontdoken, de rest zal dat ook wel doen.’

Klaas noemt ter illustratie het voorbeeld van de zogenoemde ‘Generaal pardongroep’: ‘Tijdens de Pardonregeling in 1977 zijn verschillende groepen mensen met verschillende wortels in één regeling gestopt en werd gesproken van ‘de Pardongroep’. Vanuit Nederlands perspectief lijkt het één groep, maar het betreft allemaal verschillende families. Onze blik op de ‘pardongroep’ is beleid en heeft niet per se te maken met de verschillende families.’

We zeggen ook niet: die Nederlander heeft belasting ontdoken, de rest zal dat ook wel doen

Eerst met de mensen samen

Klaas en Laura spreken met emotie over hardnekkige vooroordelen en de ongelijkheden in de maatschappij. Klaas hoopt dat we verschillen tussen mensen leren gebruiken als kennisbron en oordelen uitstellen. ‘Eerst samen, voordat je woorden gaat gebruiken, eerst samen, voordat je plannen gaat maken.’

Momenteel is de film ‘(R)oma: een familiegeschiedenis’ te zien in het Stedelijk Museum Breda en naar verwachting later ook elders in het land en internationaal.

Meer lezen? De Groene Amsterdammer heeft op 15 december 2021 een artikel gepubliceerd naar aanleiding van het filmproject: De knokkels van oma Salkanovic.

Foto's: stills uit de film (R)oma: een familiegeschiedenis, Academie voor Beeldvorming

Meer informatie?Neem contact op met:

Daphne van Eden

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892093
Afbeelding

Bard Briels

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 06-55440526
Afbeelding