Meisjes winnen voor topsport

Waarom lukt het de Turkse meisjes in Turkije wel om topsporter te worden maar de meisjes in Nederland met een niet-westerse achtergrond niet? Schrijver Erdal Balci kijkt naar de Turkse situatie en durft niet eens te dromen over betere tijden voor ‘onze meiden’ in Nederland.

Geschreven door: Erdal Balci
Artikel
Discriminatie
Naoki Nishimura

Ik heb haar nooit zien skiën, maar heb er wel een voorstelling van. Het meisje, met de naam Silan Yilmaz, uit het meest achtergestelde oosten van Turkije glijdt in mijn verbeelding van de berg naar beneden als is zij een pijl die de verhalen opzoekt die niet voor haar bestemd waren. Op een foto staat ze als een jongleur op de puntjes van haar skiën, armen als de vleugels van een adelaar die zich opmaakt voor het vliegwerk. Ze zal een miljoen keer naar die voet van de berg zijn gegaan. Om eenmaal daar aangekomen te veranderen in de nieuwe vlag van een betere toekomst  voor alle meiden.

Silan Yilmaz -afkomstig uit een arm dorp in het Turks Koerdische Hakkari en tegenwoordig een top skiester in Turkije- heeft haar carrière te danken aan de vastbeslotenheid van een groep hoger opgeleide, stedelijke Turkse vrouwen die verenigd zijn in de vereniging Kardelenler. Deze vrouwen trotseren al vele jaren onbegaanbare wegen, bergen, vooroordelen op het platteland, onwil bij ouders, vastgeroeste tradities en de gevaren in de feodale gemeenschappen om talentvolle meisjes te winnen voor topsport.     

Yilmaz is dan ook niet het enige meisje in Turkije dat dankzij de idealistische drijfveren van andere vrouwen de top heeft bereikt in de sport. Het is vooral aan deze vasthoudendheid van de idealistische vrouwen die ervoor hebben gezorgd dat Turkse vrouwen in de topsport niet onder doen aan de mannen. In volleybal kunnen de Turkse mannen zelfs wel dromen van de successen van de dames die steevast bij de wereldtop horen. In het Turkse Olympische team wemelt het bovendien van de Turkse vrouwen die naar medailles dingen als atleten,  worstelaars, taekwondo-vechters, boksers, judoka’s, zwemsters pijl en boogschieters… 

Hoe staat het dan met de vrouwen in Nederland met een niet-westerse achtergrond? Een kort zoektocht naar de feiten leert snel dat de in Nederland geboren en getogen dames, die een vergelijkbare culturele en religieuze achtergrond hebben als Silan Yilmaz en de andere vrouwelijke topsporters in Turkije, zo goed als nul vertegenwoordiging hebben in het ‘topsportland Nederland’.

Van de 292 sporters die zich kwalificeerden voor de Spelen van Tokio van vorig jaar hadden nog geen twintig een niet-westerse migratieachtergrond

Van de 292 sporters die zich kwalificeerden voor de Spelen van Tokio van vorig jaar hadden nog geen twintig een niet-westerse migratieachtergrond. De ondervertegenwoordiging van sporters uit minderheidsgroeperingen spreekt voor zich. De echte achterstelling is echter die van de vrouwen met een migratieachtergrond. Voor zover ik weet was Sifan Hassan vorig jaar de enige vrouw met een islamitische achtergrond in het Nederlandse team. En van haar weten we dat ze voor haar komst naar Nederland al was opgeleid tot een topatlete.

Voor Nederlandse meiden met een niet-westerse achtergrond dus geen carrière in de topsport. Nederland is weliswaar een van de beste plekken voor vrouwensport, mits je de juiste culturele-religieuze achtergrond hebt. Voor talentvolle meisjes met een niet-westerse afkomst, met wortels in de islamitische wereld dus geen successen in een van de Olympische sporten, geen gejuich met de leeuwinnen van het voetbal, geen vreugde na een gewonnen volleybalwedstrijd, geen medaille in het zwemmen…

In dagblad Trouw zegt onderzoekster Agnes Elling van het Mulier Instituut over deze kwestie: ‘Waar blinken wij in uit op de Olympische Spelen? Dat zijn de traditionele Hollandse sporten: paardrijden, zeilen, hockey. Sporten waar je doorgaans weinig mensen ziet met een migratieachtergrond. In het voetbal is er veel ondersteuning vanuit de clubs voor talenten. In de meeste andere sporten niet. Dan wordt er heel veel gevraagd van de ouders. Als je niet uit een sportgezin komt, is dat minder vanzelfsprekend…’

Hoeveel talent moet er nog verkwist voordat men gaat twijfelen aan de befaamde onverschillige houding hier?

De analyse klopt, maar heb je er ook wat aan? Moeten we ons erbij neerleggen omdat er nu eenmaal cultuurverschillen zijn? Hoeveel talent moet er nog verkwist voordat men gaat twijfelen aan de befaamde onverschillige houding hier? Hoeveel generaties moeten er nog overheen gaan voordat men het– zoals het in een land als Turkije al gebeurt- ook hier niet accepteert dat ‘onze meiden’ die de potentie hebben om uit te blinken vanwege sociaalreligieuze omstandigheden in hun lot moeten berusten?  

Ik ben een goede dromer, laat daar geen misverstand over bestaan, maar aan de droom over een Nederlands Olympisch team met een boel meiden met een migratieachtergrond waag ik me niet. Ik ken de desinteresse die in de zieltjes is ingeslopen hier. Mensen die onbegaanbare wegen, bergen, tradities, al het gevaar en de onwetendheid van ouders trotseren om meiden een ander leven te schenken, die mensen heb ik in de polder van de onverschilligheid niet leren kennen.