Migranten zonder papieren in de knel door corona

Als de coronacrisis iets bloot heeft gelegd, is het de veerkracht in de Nederlandse samenleving en de wil om elkaar te helpen. Een tamelijk grote, diverse groep ongedocumenteerden, migranten zonder verblijfspapieren, zitten in zwaar weer. Ze werken veelal als huishoudelijke hulp en moesten noodgedwongen maandenlang binnen blijven zonder inkomen. Honger en huisuitzetting dreigen.

Artikel
Werk

Hoe overleef je deze crisis als je geen aanspraak kunt maken op een uitkering? Als je niet te veel wilt opvallen op straat, omdat je bang bent opgepakt en uitgezet te worden? Als je je dak boven je hoofd dreigt kwijt te raken en vandaag niet weet hoe je morgen aan eten kunt komen? De groep huishoudelijke hulpen wordt door de coronacrisis bijzonder hard geraakt, niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. 98% van dit werk wordt zwart gedaan. Werkgevers zijn niet aan wetten gebonden. Geen gebruik maken van huishoudelijke hulpen en hen toch doorbetalen, hangt af van pure goodwill.

Rechteloos en onzichtbaar

“Ik zeg weleens: de Derde Wereld ligt hier om de hoek”, stelt FNV-bestuurder Herrie Hoogenboom. Hij is verantwoordelijk voor FNV’s vakbondsnetwerk Migrant Domestic Workers (MDW), sinds 2008 actief. In Nederland werken en wonen enkele tienduizenden ongedocumenteerde MDW’s. Ze verlenen diensten aan particuliere huishoudens zoals schoonmaak, babysitten en zorg. Zo’n 220.000 Nederlandse huishoudens maken hier gebruik van. “Ze leveren een belangrijke bijdrage aan onze samenleving en economie, maar blijven veelal rechteloos en onzichtbaar”, zegt Hoogenboom. Nu de coronacrisis heerst, zitten velen van hen zonder werk, en meestal zonder doorbetaling. Met het gevolg soms dreigende uitzet uit hun woning. “De nood is heel erg hoog onder deze groep medelanders.”

Ik moedig huishoudelijke hulpen aan om juist wel hun mond open te doen, nu is de tijd om ons te verenigen en van ons te laten horen  -  Bing Molabin, schoonmaker en medeoprichter stichting Fil-mis

Heel moeilijke situatie

De 34-jarige Nigeriaan Jackson (zie foto hieronder) is daarvan een voorbeeld.  Hij woont sinds ruim een jaar in Nederland. Hij ontvluchtte Nigeria vanwege oplaaiende religieuze gevechten, belandde in Italië, maar ontmoette daar zoveel discriminatie dat hij zijn heil zocht bij vrienden in Nederland. “Nee, ik heb geen werkvergunning of verblijfspapieren”, zegt hij aan de telefoon. “Mijn aanvraag is afgewezen en nu moet ik 18 maanden wachten tot een nieuwe aanvraag. Intussen help ik vrienden met schoonmaken bij particulieren. Ik ben vooral een helpende hand. Maar op dit moment heb ik geen werk en dus geen inkomen.”

Jackson zou op straat zijn beland als er geen creatieve opvang zou bestaan. Het United Nigerian Platform (UNP), een koepelorganisatie van maar liefst 44 Nigeriaanse ngo’s voor zo’n 25 duizend landgenoten in Nederland, werkt nauw samen met Stichting Ros. Dit is een organisatie voor ongedocumenteerde migranten. Voorzitter Donald Okeke van UNP vertelt dat ze bij de uitbraak van corona snel in kaart hebben gebracht bij wie de nood het hoogst is. “We proberen hen te bereiken, want we weten dat ze geen recht hebben op voorzieningen. Voor degenen die hun huis dreigen te verliezen, regelen we goedkopere onderkomens. We regelen ook vouchers waarmee ze hun boodschappen kunnen doen.” Voor Jackson is dit een uitkomst. “De situatie is heel erg moeilijk. Ik heb een vriendin, die me helpt. Vrienden leren me een beetje Nederlands. Ik zou zo graag naar school gaan en vrij over straat willen lopen. Maar dat kan nu nog niet. Toen UNP me benaderde, was ik echt blij, ze zijn een grote hulp.”

Tussen wal en schip

Bora Avrić, coördinator nieuwe migratie bij KIS, kent de verhalen, al heeft hij nooit onderzoek gedaan naar specifiek deze groep migranten. “KIS heeft in 2017 een onderzoek gedaan naar de financiële- en sociale zelfredzaamheid van nieuwkomers”, legt Avrić uit. “Als het gaat om de financiële kant, dan kom je dit soort dingen wel tegen. Over mensen die hier komen werken zonder geldige papieren horen we wel berichten, maar de gemeenten hebben hier weinig grip op. In relatie tot EU-migranten horen we ook de verhalen over slechte huisvesting en uitbuiting, lage lonen en malafide uitzendbureaus. Voor (on)gedocumenteerde  migrantenwerkers geldt dat ze vaak tussen wal en schip vallen. Ik hoor de verhalen, maar aantallen ken ik niet en het probleem is complex waardoor oplossingen niet direct voorhanden zijn.”

 

Justice for Cleaners day 

Afgelopen maandag 15 juni was het Justice for Cleaners day. De internationale actiedag waarop schoonmakers jaarlijks campagne voeren voor respect en waardering. In voorgaande jaren gingen Nederlandse schoonmakers de straat op voor een fatsoenlijk loon en tegen de slopende werkomstandigheden in de sector. Vanwege Corona is dit jaar de bovenstaande actiefilm gelanceerd en zijn er online bijeenkomsten. 

 

Avrić erkent dat de groep ongedocumenteerden een extra bron van zorg kunnen vormen. “Want ja, waar hebben zij recht op? Ze zijn ook nog bang om op iemand toe te stappen, want dan lopen ze het risico naar huis gestuurd te worden. We hebben dit als KIS nooit onderzocht, maar ik heb wel signalen  gehoord dat mensen ondanks de slechte situatie waarin ze verkeren alsnog hier blijven omdat het nog altijd beter is dan in hun land van herkomst.”

Mijn hart bloedt

De Filipijnse Bing Molabin uit Rotterdam (foto rechtsbovenaan artikel) heeft geluk gehad. Van de negen werkgevers bij wie ze poetst, is ze nog bij drie welkom. De andere zes betalen haar (deels) door. “Ik heb wel minder inkomen”, vertelt de 51-jarige, die sinds 2003 in Nederland bij haar tante woont. “Als medeoprichter van Stichting Fil-mis (Filipino Migrants in Solidarity) krijg ik berichten over de situatie van ongedocumenteerde migrantwerkers in Nederland. Uit andere grote steden hoor ik dat huishoudelijke hulpen veel werk hebben verloren zonder compensatie. Via Fil-mis probeer ik hen financieel een beetje te helpen, zodat ze toch boodschappen kunnen doen.”

Veel huishoudelijke hulpen die nu in de problemen zitten, zwijgen. “Ze zijn bang”, zegt ze. “Ik moedig hen aan juist wel hun mond open te doen, want het is nu de tijd om ons te verenigen en van ons te laten horen. Hun problemen zijn groot; ze verdienen ook geld voor hun families in de Filippijnen, die nu niets ontvangen. Mijn hart bloedt als ik die verhalen hoor. Wij zijn ook maar mensen. Dus zeg ik tegen hen: doe je mond open en vraag om hulp!” Hulp biedt ook de FNV, die eencrowdfundingsactie is gestart om deze collega’s in nood te helpen. Ook hiervoor zet Bing, kaderlid van het vakbondsnetwerk MDW, zich in.

Niet doorbetaald

Hoewel ze nog een dak boven haar hoofd heeft, is het verhaal van de 53-jarige Nur een stuk verdrietiger. Met een tussenpose van drie jaar verblijft ze nu ruim twintig  jaar in Nederland. Op uitnodiging van haar toenmalige baas, een Nederlander die veel in het buitenland vertoefde vanwege zaken in kleding en schoenen, kwam ze op een toeristenvisum binnen. Eenmaal hier bleek haar baas ineens onvindbaar. Nur zwierf rond, werd uitgebuit, aangerand, ze liep weg en viel uiteindelijk in goede handen bij een gezin in Rotterdam waar ze als huishoudelijke hulp en oppas zes dagen per week dienst deed. Haar man en drie kinderen zijn in Indonesië. “Omdat mijn man een beetje ziek is, wilde ik voor het gezin geld verdienen. Nu zijn mijn kinderen alle drie afgestudeerd aan de universiteit van Surabaya.”

Het antwoord zou van de landelijke politiek moeten komen. Pas dan kunnen we tools ontwikkelen om deze mensen te helpen  -  KIS onderzoeker Bora Avrić 

Tot de corona-uitbraak stuurde Nur elke maand geld naar haar gezin. Dat lukt nu niet meer. “Ik kan nog net de huur betalen, maar sparen lukt niet”, zegt ze. “Ik had net besloten om dit jaar terug te verhuizen naar Indonesië om met mijn man een toko of klein restaurant te beginnen. Dat moet ik nu uitstellen. Ik werk normaal fulltime bij verschillende gezinnen, maar nu nog maar twee, soms drie dagen. Van de werkgevers bij wie ik nu niet werk, krijg ik niet doorbetaald.” Ook voor Nur biedt het eigen netwerk een uitkomst. Ze is lid van de Indonesian Migrant Workers Union, die geld doneert aan migrantwerkers die in de knel raken. “Ik heb een donatie gekregen om rijst en eieren te kopen. Ook heb ik financiële steun gekregen via FNV’s migrantennetwerk. Daarmee red ik het net.”

Volwaardige rechten

Eind april stuurde de FNV een brief aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met het verzoek om maatregelen die bijdragen aan het verlichten van de acute problemen van huishoudelijk werkers. Ook vroeg de vakbeweging om een structurele oplossing en huishoudelijk werkers net als alle andere werknemers volwaardige rechten en bescherming te bieden.

Bora Avrić denkt dat het voor de Nederlandse overheid lastig is om zicht op deze groep ongedocumenteerde migranten te krijgen. “Wat doe je als je ze wel in beeld hebt?”, stelt hij als wedervraag. “Hooguit kan de overheid een aantal betrokken (vrijwilligers)organisaties informatie en voorlichting geven hoe hiermee om te gaan. Ongedocumenteerden zijn uitgesloten van sociale voorzieningen. Ook voor de groep migranten die hier legaal is, is het heel moeilijk om specifiek beleid te voeren, omdat het doelgroepenbeleid al jaren is afgeschaft. Dat is een dilemma inderdaad. Het antwoord zou van de landelijke politiek moeten komen. Pas dan kunnen we tools ontwikkelen om iets te ondernemen en ze te helpen.”

Tekst: Astrid van Unen

Meer informatie?Neem contact op met:

Bora Avrić

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892141
Afbeelding