Nationale Herdenking 15 augustus 1945: wat herdenken we en waarom?

De Nederlands-Indische gemeenschap in Nederland organiseert al decennialang een herdenkingsceremonie op 15 augustus. Steeds meer jongeren zijn daarbij aanwezig: ‘Om te herdenken waarvoor hun ouders en grootouders geen woorden konden vinden.’ Wat wordt herdacht? En waarom is en blijft deze herdenking belangrijk?

Geschreven door: Camie van der Brug
Artikel
Polarisatie en verbinding
ANP

*Dit artikel is geschreven op 14 augustus 2020 en geactualiseerd.

Wanneer eindigde de Tweede Wereldoorlog? Negen van de tien Nederlanders antwoordt zonder aarzelen '5 mei 1945', en ziet daarbij vermoedelijk in gedachten de grijsgedraaide archiefbeelden van uitbundig vlaggende menigtes, die geallieerde tankwagens toejuichen, in de straten van Groningen of Amsterdam.

Die uitzinnige vrolijkheid heerste op de bewuste datum echter lang niet overal binnen de toenmalige grenzen van het Nederlandse Koninkrijk. In voormalig Nederlands-Indië hield de Japanse bezetter de archipel nog maanden stevig in de greep. Pas na de twee gruwelijke atoombommen, op 6 augustus op Hiroshima en op 9 augustus op Nagasaki, capituleerde Japan en eindigde de Tweede Wereldoorlog.

Negen van de tien Nederlanders denkt bij het einde van de Tweede Wereldoorlog aan 5 mei 1945 

‘Dat onderstrepen we tijdens de herdenking’, vertelt Erry Stoové, voorzitter van de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945, ‘dat het einde van de Tweede Wereldoorlog pas op 15 augustus een feit was, na de capitulatie van Japan. Voorts staan we stil bij alle slachtoffers die in Nederlands-Indië zijn gevallen, of eigenlijk nog breder, in Azië, want mensen van verschillende komaf werden ook te werk gesteld als dwangarbeiders in andere delen van Azië, aan de Birma spoorlijn bijvoorbeeld, en in fabrieken in Japan.’

Samen in stilte bij Indisch Monument

‘Ontelbare militairen, verzetsstrijders en burgers uit alle bevolkingsgroepen in en buiten de gevangenenkampen lieten hun leven. Het Indisch monument is teken van het ondergane leed en symbool van de strijd tegen onderdrukking en terreur’, staat in het marmer van het monument van de hand van kunstenares Jaroslawa Dankowa, waar sinds 1988 de herdenking plaatsvindt.

Het herdenken is volgens Stoové belangrijk omdat het een erkenning is dat er heel veel is gebeurd. ‘Het biedt troost daar samen bij stil te staan. Het schept verbondenheid en een gevoel van saamhorigheid. Dat geldt niet alleen voor de twee- tot drieduizend mensen die bijna ieder jaar daadwerkelijk bij de ceremonie van de herdenking aanwezig zijn, maar ook voor allen die met behulp van radio en televisie of anderszins bij de herdenking stilstaan.’

Belangrijke data

  • 7 december 1941: Japan bombardeert Pearl Harbor
  • 8 december 1941: Nederland verklaart de oorlog aan Japan
  • 8 maart 1942: Japan bezet Nederlands-Indië
  • 6 augustus 1945: atoombom op Hiroshima
  • 9 augustus 1945: atoombom op Nagasaki
  • 15 augustus 1945: capitulatie van Japan: einde WO II
  • 17 augustus 1945 Soekarno en Mohammed Hatta roepen Republiek Indonesië uit

In het machtsvacuüm dat ontstond volgde een chaotische (dekolonisatie)oorlog:

  • Bersiap: Bepaalde Indonesische nationalistische groeperingen vervolgden en vermoordden Nederlanders en iedereen die Nederland goed gezind was. Ook Indo-Europeanen, Molukkers en Peranakan Chinezen werden doelwit.
  • Politionele acties: Nederland op haar beurt probeerde middels twee ‘politionele acties’, in 1947 en in 1948, op gewelddadige wijze haar gezag in de kolonie te herstellen. Er vielen in die jaren opnieuw veel slachtoffers.
  • 27 december 1949: Nederland erkent de Republiek Indonesië
  • 15 augustus 1950: Soekarno roept Indonesische Eenheidsstaat uit

Herdenken en corona

Stoové betreurt het dat de coronacrisis uitgerekend bij het 75-jarig jubileum het samen herdenken beperkt. ‘Het is verdrietig dat er dit keer maar vijfenzeventig mensen bij de ceremonie aanwezig kunnen zijn, temeer daar de herdenking bij het Indisch Monument altijd algemeen toegankelijk is voor publiek.’ De herdenking volgt wel gewoon het vaste ritueel met toespraak, muziek, de stilte, het leggen van kransen. Naast de hoogwaardigheidsbekleders, waaronder dit jaar ook Koning Willem-Alexander, zijn de genodigden een afspiegeling van de Nederlands-Indische gemeenschap, naar culturele achtergrond, verschillende generaties en leeftijden.

Over de representativiteit van de herdenking zijn de meningen verdeeld. Producent en hoofdredacteur van de Indische glossy Pindah, San Fu Maltha, gaat niet naar de plechtigheid. Hij vindt dat de aanwezigen bij de herdenking geen representatieve afspiegeling zijn van de Nederlands-Indische gemeenschap in Nederland. Hij ziet er te weinig Indo’s, Molukkers, Papoea’s en Peranakan Chinezen.

Het is niet mogelijk om te spreken van absolute vrijheid, vanuit welk perspectief dan ook - Erry Stoové, voorzitter Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945

Geen ‘75 jaar vrijheid’

Stoové benadrukt met klem: ‘Wij herdenken of vieren uitdrukkelijk niet “75 jaar vrijheid”, zoals alom aangekondigd door het Nationale Comité 4 en 5 mei. 15 augustus is voor de Nederlands-Indische gemeenschap in vele opzichten een kantelpunt in de geschiedenis. Er kwam een einde aan de Tweede Wereldoorlog, maar er ving gelijk een nieuwe periode van ellende aan (zie kader). Het is niet mogelijk om te spreken van absolute vrijheid, vanuit welk perspectief dan ook.’

Ook San Fu Maltha vindt de slogan ‘75 jaar vrijheid’ niet goed gekozen. ‘Er is zoveel onwetendheid. Er begon meteen een nieuwe oorlog. Want de ‘politionele acties’ en de ‘bersiap’ moesten toen nog komen. Dat is weggemoffeld in de Nederlandse geschiedenis en het is hoog tijd dat het goed in de geschiedenisboeken terecht komt en ook in de Canon wordt opgenomen.’

‘Er is pas vrijheid als we hebben afgerekend met de demonen van de oorlog en alle Indische kwesties zijn opgelost’, besluit Stoové. Hij wil van de herdenking uitdrukkelijk geen politieke manifestatie maken, maar beaamt dat er nog verschillende pijnlijke losse eindjes zijn.

De bom op Nagasaki (via Japanmuseum)

De bom op Nagasaki (via Japanmuseum)

Verzwegen trauma’s

Publicist Theodor Holman licht toe dat deze zwarte bladzijden van onze geschiedenis, ook binnen de Nederlands-Indische gemeenschap zelf, decennialang onbespreekbaar waren. ‘Heel lang wist ik niet wat mijn ouders in Nederlands-Indië hadden meegemaakt. Ze vertelden niks en ik was er ook niet ontvankelijk voor, had bovendien mijn oordeel al klaar. Ik nam mijn ouders het koloniale verleden, waar zij deel van uitmaakten, kwalijk. Ik ben na hun dood pas allemaal gaan uitzoeken hoe het zat. Nu schaam ik mij een beetje voor hoe gemakkelijk ik toen oordeelde.’

Ik nam mijn ouders het koloniale verleden waar zij deel van uitmaakten kwalijk. Nu schaam ik mij een beetje voor hoe makkelijk ik toen oordeelde - Publicist Theodor Holman

Het grote zwijgen herkent ook journaliste Yaël Vinckx. In 2015 publiceerde ze haar boek ‘De oorlog van mijn moeder’. ‘Wat mij opvalt, is dat er in Nederlandse gezinnen veel meer gesproken is over de oorlog, dan in Indische. Daar was het een groot taboe. Mijn opa en oma hadden het er nooit over. Toen zij in Nederland kwamen, was daar ook geen ruimte voor. Alles stond in het teken van wederopbouw, aanpassen en verder gaan. Door het verlies van Nederlands-Indië stonden zij ook opeens aan de verkeerde kant van de geschiedenis. De jongere generaties kunnen er veel onbevangener naar kijken, durven vragen te stellen.’

Moreel kompas

‘Mijn ouders zijn in het kamp van hun geloof gevallen, maar tegelijkertijd hebben die ontberingen hun morele kompas bepaald’, vertelt Holman. ‘Als je eenmaal hebt gezien tot welke gruwelen de mens in staat is, dan weet je ook waarvoor je moet waken. Zo hebben ze mij opgevoed. En nu ik ouder word, besef ik dat ik het van groot belang vind om dat door te geven. De herdenking is een ritueel, een jaarlijks terugkerend moment om de moraal te scherpen.’

In Indische gezinnen was spreken over de oorlog een groot taboe: voor mijn opa en oma stond alles in het teken van wederopbouw, aanpassen en verder gaan - journaliste Yaël Vinckx

Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner, voormalig staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, schreef in 2012 een uitgebreide brief aan de Kamer over het belang en de betekenis van het herdenken van de Tweede Wereldoorlog. ‘Het gaat in dit verband vooral om het confronteren van nieuwe generaties jongeren; niet alleen met die afschuwelijke geschiedenis, maar ook met de keuzes die ze kunnen maken rond vrijheid en democratie. Hoe zou ik me gedragen, wat zou ik doen, aan wie zou ik een voorbeeld nemen, zijn vragen die zij zich moeten stellen.’

Welk verhaal telt?

Sinds 2012 heeft de Indië-herdenking van 15 augustus, net als de voormalige Auschwitzherdenking op 27 januari, de status van Nationale Herdenking gekregen. Het multiperspectief krijgt in het terugkijken op de gebeurtenissen steeds meer ruimte.

Het was geen oorlog tussen natiestaten, met aan de ene kant de "democratische good guys" en aan de andere kant de "facistische bad guys", maar een oorlog tussen imperialistische mogendheden, allemaal strijdend op gebied dat niet van hen was - Ethan Mark, historicus

Na nieuwe onthullingen in 2016 over extreem geweld aan Nederlandse zijde, in voormalig Nederlands-Indië, kreeg historicus Marc van Berkel de opdracht om te onderzoeken wat er in de Nederlandse schoolboeken over de oorlogen in Nederlands-Indië/Indonesië van 1942 -1949 wordt verteld. Welke verhalen geven we door? Welke invalshoek telt?

Ethan Mark, als historicus van het moderne Japan verbonden aan de Universiteit Leiden, voegt hier aan toe: ‘We zijn geneigd de Tweede Wereldoorlog te zien als een oorlog tussen natiestaten, met aan de ene kant de “democratische good guys” en aan de andere kant de “facistische bad guys”, maar eigenlijk was het een oorlog tussen imperialistische mogendheden, die allen streden op grondgebied dat niet van hen was.’ Er zijn veel verschillende verhalen nodig om bij benadering recht te kunnen doen aan de complexiteit van de gebeurtenissen.

Steun aan nieuwkomers

Naast het voeden van het kritisch bewustzijn van de jongere generaties kan herdenken ook een bron van inspiratie zijn voor andere nieuwkomers in ons land. Het einde van de Tweede Wereldoorlog was in voormalig Nederlands-Indië het begin van een exodus. De Nederlands-Indische gemeenschap bestaat voor een groot deel uit mensen die alles hebben moeten achterlaten en vanuit het niets een nieuw bestaan hebben moeten opbouwen in Nederland.

Schrijfster Ellen Deckwitz zei hierover tijdens de herdenking van vorig jaar: ‘Een oorlog is na het laatste geweersalvo, na het hijsen van de witte vlag, nog lang niet voorbij. Wij weten hoe hij doorwerkt. Dat ze donkere dingen veroorzaakt. Maar ook lichte. Want het zijn niet alleen verdriet en gemis die werden overgeleverd. De eerste generatie heeft zich niet laten kisten. Zij hebben er iets van gemaakt. Zij hebben een taaiheid aan de dag gelegd die ons kan inspireren om flexibel te kunnen blijven in stormachtige tijden.’ Herdenken is hierbij stilstaan. Deze verhalen delen kan troosten en inspireren.

Tentoonstelling ‘De bom. 75 jaar na Hiroshima en Nagasaki’

In 2020 opende in het Japanmuseum SieboldHuis de tentoonstelling ‘De bom. 75 jaar na Hiroshima en Nagasaki’, waarin uitgebreid wordt stilgestaan bij de impact van de atoombommen op de slachtoffers en hun nabestaanden in Japan. Door bijzondere bruiklenen van Nagasaki City en the Hiroshima Peace Memorial Museum is het mogelijk om, voor het eerst in Europa, objecten uit de getroffen gebieden te tonen.

Historicus, Japanoloog en adviseur van de tentoonstelling, Ethan Mark, vertelt: ‘Hiroshima en Nagasaki waren weerloze steden, niet van noemenswaardig militair belang. Japan was eigenlijk al verslagen. Alleen de militaire leiders wilden doorvechten. Er wordt vaak gedacht dat de bommen daarom onontbeerlijk waren. Waarschijnlijker is dat het toetreden van de Sovjetunie tot de oorlog tegen Japan doorslaggevender is geweest. Er heerst een erg simplistisch beeld over de atoombommen, gevoed door een mix van propaganda en realiteit.’ Naast het historische verhaal over de militaire en politieke achtergronden, legt de tentoonstelling de nadruk op persoonlijke verhalen. De tentoonstelling was van 25 september 2020 tot en met 17 januari 2021 te zien in het Japanmuseum SieboldHuis in Leiden.

Meer informatie

Foto rechtsboven: Vrouwen aan het werk in Japans kamp Kampili op Zuid Celebes (Nederlands-Indië). Bron ANP Foto.