Onzichtbaar voor de maatschappij

Verslaafd aan drugs, alcohol, gokken, geen werk, geen inkomen, schulden, agressie en verstoorde verhoudingen binnen het gezin: voor hulpverleners vormen volwassen thuiswonende zonen, die kampen met deze problemen, een haast onbereikbare groep. Het hulpaanbod lijkt niet aan te sluiten en dus stapelen de problemen zich op. Wat zien hulpverleners als belangrijkste oorzaken en knelpunten en welke oplossingsrichtingen noemen zij? Dit artikel is onderdeel van een driedelige serie waarin we inzoomen op de ervaren problemen van en veroorzaakt door thuiswonende volwassen zonen, vanuit het perspectief van de hulpverleners (deel 1), de mantelzorgende moeders (deel 2) en de zonen (deel 3).

Artikel
Intercultureel vakmanschap

Aan de basis van dit artikel ligt een voorverkenning ‘Onmacht moeders met inwonende volwassen zonen’ (KIS 2019). Hiervoor zijn zes moeders (met Turkse en Marokkaanse achtergrond), vier hulpverleners en twee zonen geïnterviewd. In dit artikel delen we de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen, in combinatie met een interview met Habiba Hammoudi van Steunpunt Mantelzorg Utrecht.

Het gros van de thuiswonende zonen, variërend in leeftijd van dertig tot veertig jaar, wordt niet bereikt door het huidige hulp- en ondersteuningsaanbod en de moeders als mantelzorgers van deze zonen kampen hierdoor met grote psychische problemen. Mantelzorgconsulent Habiba Hammoudi en haar collega’s bij Steunpunt Mantelzorg Utrecht van U-Centraal brachten de situatie van de thuiswonende volwassen zonen dit jaar voor het eerst onder de aandacht bij andere hulpverleners en instanties, zoals buurtteams, steunpunt GGZ en gemeenten.

Belangrijkste oorzaken

Volgens mantelzorgconsulent Hammoudi is een belangrijke oorzaak van het escaleren van problemen dat de volwassen zonen als jongeren al zijn bestempeld als ‘probleemjongeren’, zonder dat er gekeken is naar de onderliggende oorzaken van hun gedrag. ‘Mogelijke beperkingen, zoals een laag IQ zijn niet herkend, erkend en getest. Sommige ouders en zonen leggen de oorzaken van de problemen bij andere zaken die door de reguliere hulpverlening niet begrepen worden, zoals bezetenheid. Ze zeggen dan: ‘het is het werk van de duivel’. Dat geldt ook voor psychiatrische stoornissen en/of verslavingsproblemen. Die worden door de ouders vaak niet of pas laat gemeld. Of ze weten niet van de mogelijkheden van hulpverlening of men durft het niet uit angst voor de reactie van hun zoon. Pas als de situatie ernstig escaleert, komen de verhalen langzaam naar buiten toe,’ aldus Hammoudi.

Als de zoon niet komt opdagen, dan stopt vaak de bemoeienis en de mogelijke hulpverlening

Alle professionals die geïnterviewd zijn, benadrukken dat er meer oog moet komen voor het vergroten van de motivatie van de zonen. ‘Sommige zonen komen in eerste instantie wel voor een gesprek, maar zetten dit niet door. Ze geven te snel op of het duurt hen allemaal te lang. Sommigen zijn voor de maatschappij totaal onzichtbaar. Als de zoon niet komt opdagen, dan stopt vaak de bemoeienis en de mogelijke hulpverlening.’ Ondertussen staat de moeders, ook mantelzorgers, het water aan de lippen.

Geen puf meer

Hammoudi benadrukt dat het jarenlange investeringen kan vergen om het vertrouwen van zowel mantelzorgers als volwassen thuiswonende zonen te winnen. ‘Het is zeker niet vanzelfsprekend dat zij openlijk praten over hun privésituatie.’ De mantelzorgers zijn overbelast, zowel geestelijk als lichamelijk. Ze hoopten dat ze op hun oude dag eindelijk klaar zouden zijn met de zorg voor hun kinderen. Maar het omgekeerde gebeurde: ze voelen zich verplicht te zorgen voor hun zoon en worden regelmatig slachtoffer van geestelijke en lichamelijke mishandeling. Deze mantelzorgers hebben geen puf meer om door te gaan, en dit vormt vaak een aanleiding om het er voorzichtig over te hebben.’

De meeste zonen en ook hun moeders schamen zich voor hun problemen. Het duurt vaak jaren voordat de moeders erover kunnen praten

Volgens de geïnterviewde hulpverleners zijn de zonen uit beeld van de hulpverlening om een aantal redenen. Een van die redenen is dat hun problemen zich vaak bevinden in de taboesfeer, zoals middelengebruik, agressief zijn tegenover ouders en andere gezinsleden en schulden. ‘De meeste zonen en ook hun moeders schamen zich voor hun problemen. Het duurt vaak jaren voordat de moeders erover kunnen praten. Het is wanneer het escaleert dat ze erover durven praten. De moeders willen niets liever dan dat hun zoon zelfstandig gaat wonen. Maar dat kunnen deze zonen niet, omdat ze schulden hebben, verslavingen en andere problemen. Het gevolg kán zijn dat deze zonen hun toevlucht nemen tot criminele activiteiten om snel geld te verdienen of in verkeerde handen vallen en radicaliseren,’ aldus Hammoudi.

Problematiek aanpakken

Wat helpt professionals in het bereiken van de zonen? En hoe kunnen ze hen vasthouden om de taaie problematiek op te lossen of te verminderen? Volgens Hammoudi moet er niet alleen steun voor de zonen, maar ook voor de mantelzorgers komen, bijvoorbeeld via een lotgenotengroep waarin ze onder begeleiding van een professional kunnen praten over hoe om te gaan met de situatie waarin ze bijvoorbeeld worden bedreigd door hun zonen voor geld. Ook de moeders moeten handvatten krijgen om assertiever te worden.

De zonen zou je aan het handje mee moeten nemen, benadrukt Hammoudi. ‘De hulpverlening draait tegenwoordig vooral om ‘eigen kracht’, maar dat werkt niet bij deze groep. Wat wel werkt, is vertrouwen winnen en één-op-één-begeleiding én een lange adem hebben als hulpverlener. Je kunt de zonen bereiken via de mantelzorger: je kunt de moeder bijvoorbeeld een visitekaartje geven, zodat je een warme ingang hebt naar de zoon. Het is dan belangrijk om het vertrouwen van de zoon te winnen, dit kun je doen door te helpen met één klein dingetje, bijvoorbeeld bellen naar een instantie. Als je dat doet waar hij bij is, dan krijgt de zoon het gevoel: er is iemand die voor mij knokt. Verder is het belangrijk dat er een vaste professional is. Geen vrijwilliger, maar echt een professional die kennis heeft van stoornissen en die de zonen kan motiveren om hulp te accepteren.’

Je moet niet met de deur in huis vallen en zeggen: 'jullie hebben problemen, daarom ben ik hier.'

Eenmaal bereikt, zo stellen professionals, moeten hulpverleners ruim de tijd nemen om goed in kaart te brengen waar de behoeften van zowel de zonen als de moeders liggen. Er zijn ook zaken die hulpverleners juist niet moeten doen. ‘Je moet niet met de deur in huis vallen en zeggen: 'jullie hebben problemen, daarom ben ik hier.' Ga ook niet meteen dingen opschrijven, maar neem echt even de tijd voor een gesprek van mens tot mens’, aldus Hammoudi.

Naast ‘motivatie’-hobbels zijn er ook bureaucratische hobbels te nemen, vertelt Hammoudi. ‘We hebben wel eens meegemaakt dat een hulpverlener eindelijk een zoon zover kreeg om zich aan te melden bij een afkickkliniek en dat hij dan naar huis werd gestuurd, omdat hij niet verzekerd was. Professionals moeten meer in handen krijgen om door te kunnen pakken en te zoeken naar onorthodoxe oplossingen.’

Opvoedondersteuning

Volgens professionals is cultuursensitief werken cruciaal bij deze doelgroep. Verschillende professionals noemen dat je rekening moet houden met culturele en religieuze noties en gebruiken binnen een gezin. Als een professional eenzelfde taal spreekt als de ouders, dan is ook de taaldrempel beslecht. Dan kun je wat diepgaander praten over zaken als opvoeding, want juist daar knelt het volgens de geïnterviewde professionals. Vooral de gebrekkige communicatie tussen ouders onderling en van ouders naar zonen kan problemen in de hand werken. In de meeste gevallen was er sprake van amper wederzijdse communicatie. Ouders deelden vooral bevelen uit. Tegenwoordig kom je daar als ouder niet ver mee. De samenleving verwacht van jongeren dat ze mondig zijn en dat kan soms nog wel botsen met thuis.

Opvoedondersteuning als preventie, zeker gedurende de pubertijd, wordt dan ook door alle geïnterviewde professionals als belangrijke sleutel tot het voorkomen en de-escaleren van problemen genoemd.

Tot slot geven de geïnterviewde professionals aan dat ze behoefte hebben aan passende gesprekstechnieken en methodieken om met de volwassen thuiswonende zonen te werken. ‘Ook moeten er meer professionals komen met vakkennis die de taal spreken van de cliënten, zoals interventieteams die de handen vrij hebben om zich intensief bezig te houden met de juiste begeleiding, zodat de zonen de stappen kunnen zetten naar de reguliere hulpverlening,’ aldus Hammoudi.

 

Dit is deel 1 uit een drieluik over thuiswonende volwassen zonen. Lees ook de andere twee artikelen vanuit het perspectief van moeders en zonen.