Overal Vandaan – De ouders van: Het verhaal van Victor & Dyonne van Haastert

'Het is 19 september 2023. We gaan ruim anderhalf jaar terug in de tijd. Papa en ik zijn op weg naar het land waar hij is geboren. Indonesië. Het land waar de helft van mijn voorgeschiedenis ligt.' Dyonne van Haastert legde de reis met haar vader vast voor de portretreeks Overal Vandaan, die ze met Celia Okoro produceert voor Kennisplatform Inclusief Samenleven. Dit is deel 1: ‘Vanuit je kinderlijke herinneringen de wereld bekijken, is eigenlijk iets heel waardevols.’

Artikel
Jeugd en opvoeding
Dyonne van Haastert

Waar we eerst ‘de kinderen van’ portretteerden, is dit een verhaal over ‘de ouders van’. Het is het verhaal van mijn Aziatische voormoeder Philotea Saja, het verhaal van mijn Indische opa en oma, het verhaal van mijn vader, het is mijn verhaal. En het verhaal van zoveel Indo’s met ons.

Na een vliegreis van 14 uur is het dan eindelijk zover. Ik vang een glimp op van de gordel van smaragd vanuit het piepkleine vliegtuigraam. De schilderachtige groene vlekken krijgen langzaamaan de vorm van eilanden. Java! Java is in zicht. Ik krijg kippenvel, het fijne soort. En knijp nog eens in papa’s hand. We zijn er!

Mijn herinnering versus die van hem

De laatste keer dat hij een glimp opving van zijn geboortegrond was in 1959. Hij was vijf jaar. Met zeven broertjes en zusjes, zijn vader, moeder en oma vertrok hij vanaf de kade van Tandjong Priok naar Holland.

De laatste keer dat ik een glimp opving van het voorland van mijn vader was in 2012. Een tijd waarin Indonesië al het steeds verder uitdijende land was dat ze vandaag de dag is. Een land vol tegenstellingen. Waar prachtige natuur zich afwisselt met bergen vol afval, waar de grootste rijkdom weg is gelegd voor het kleinste deel van de bevolking, waar tradities en gebruiken langzaamaan plaatsmaken voor commercie en toerisme. Mijn herinnering raakt meer aan de harde realiteit zoals die nu is.

Het land van mijn opa en oma is er niet meer

Mijn vader heeft vooral avontuurlijke herinneringen die gekleurd zijn door een soort kinderlijk enthousiasme. In je onderbroek op blote voeten buiten spelen, in de laadbak van de truck naar zijn oma die in de kampong in de bergen woont, een eindeloze toevoer aan lekker eten en de zoetste vruchten, katapult schieten, plezier maken. Hoe kan dat ook anders als je vijf bent. Ik probeer zijn herinneringen te temperen. Het land van mijn opa en oma, het land waar hij geboren is, Indië, dat is er niet meer. Vanuit mijn ooghoeken kijk ik hem aan. Bestudeer zijn gezicht. Zijn huidskleur en zijn ogen die de invloed van zijn Indonesische voormoeders vol trots presenteren. Hij zit naast me met een grote glimlach. ‘Bijna meis, we zijn er echt bijna!’

Als de piloot de landing inzet, besluit ik de realiteit van het huidige Indonesië, zoals ik die zie, voor me te houden. Vanuit je kinderlijke herinneringen de wereld bekijken is eigenlijk iets heel waardevols. En terwijl de contouren van Java steeds duidelijker worden door dat piepkleine raampje, besluit ik mijn uiterste best te doen om in dat immense land te zoeken naar de plekken en momenten zoals die in mijn vaders herinnering nog steeds bestaan. Java, we zijn er!

Alles om ons heen ademt geschiedenis: zijn geschiedenis, mijn geschiedenis, die van ons samen.

Orang Jawa, orang Jawa!

Onze eerste stop is Kota Tua in Jakarta, het oude Batavia. Op de koloniale gebouwen wappert nu – zoals het hoort – een Indonesische vlag. Papa zit vandaag vol met random feitjes. Alles om ons heen ademt geschiedenis: zijn geschiedenis, mijn geschiedenis, die van ons samen. Dat maakt veel in hem los.

En wat extra bijzonder is dat hij veel wordt aangesproken met orang Jawa, dat betekent mens van Java. Hij glundert; ze weten dat ik van hier kom meis!

We wandelen verder en nemen plaats bij Café Batavia. Dat werd in 1805 gebouwd voor het onderbrengen van hoge VOC-officieren. Nu is het een pilaar in deze koloniale wijk. Het gebouw staat vol met verwijzingen naar het oude Indië. Vanuit de grote salon kijken we direct op het vroegere Gouverneurskantoor. Dichter bij het koloniale verleden waaruit wij voortkomen kom je niet.

Kroepoek moet je drogen in de zon

Papa vertelt me dat je kroepoek eerst in de zon moet laten drogen voordat je het bakt, dan wordt het knapperig. Bij gebrek aan de Indonesische zon, droogde mijn opa het op de verwarming. Ik sla alles op. Het zijn namelijk zijn verhalen die mijn opa en oma levend maken voor mij. Want ik heb mijn grootouders nooit gekend. Alle flarden aan informatie slurp ik op, om zo een beeld van hen te kunnen vormen. Maar, anekdotes maken geen persoon. Details maken geen opa en oma. Dat omschreef ik eerder in een brief aan mijn oma, deze is hier te lezen.

Hier rondlopen, in het oude Batavia zoals het was toen zij er woonden, voelt alsof ik in hun leven stap.

Hier rondlopen, in het oude Batavia zoals het was toen zij er woonden, voelt alsof ik in hun leven stap. Het afgelopen jaar ben ik al veel dichterbij gekomen. Ik heb een goed idee van hoe hun leven moet zijn geweest. Het is een enorme eer dat ik dit nu met papa zo kan ervaren in het land waar zijn verhaal begon.

De andere kant

Maar dat land kent ook een andere kant. Na twee dagen Jakarta zijn we vroeg vertrokken met de trein vanuit Jakarta naar Bandung. Waar we in de stad al schrokken van de armoede en hoeveelheden aan zelfgebouwde huizen, was dit langs het spoor nog veel erger. Er wonen letterlijk mensen onder de spoorrails, kinderen die tussen het vuilnis spelen, huizen gebouwd van karton en golfplaten. We hebben zoveel armoede gezien. En dan ineens een villa ergens tussendoor. Absurd. Ik kan het maar moeilijk van me afschudden. We proberen zoveel mogelijk weg te geven, maar het voelt ook als onbegonnen werk. Het zet je met beide benen op de grond. Hoe verder we uit de stad weggingen hoe beter het leven lijkt te worden, ook voor mensen die niet veel te besteden hebben. Schonere lucht, minder afval en een betere leefomgeving. We hebben veel mooie sawa’s gezien en gaandeweg werd de omgeving steeds bergachtiger. Ondanks de toenemende bouw, blijft het een prachtig land.

Illustratie van Victor en Dyonne in Indonesië
Jeroen Krul

Illustratie van Victor en Dyonne van Haastert op Java

Pelan pelan

Bandung ligt hoog in de bergen. Het is een verademing vergeleken met Jakarta, maar in de elf jaar dat ik hier niet ben geweest ook enorm gegroeid. Veel verkeer en vervuiling (maar niets vergeleken met Jakarta). Bandung wordt de tuinstad genoemd. En dat is te zien. Ondanks de enorme drukte is er overal veel aandacht voor groen en planten. We slapen op een prachtige plek in de bergen, op ruim drie kwartier rijden vanuit de stad. Toen we met de taxi erheen reden, waren we een paar keer bang dat de auto het zou begeven, zo steil zijn de weggetjes. Maar zoals alles in Indonesië komt het altijd goed, pelan pelan. Geen zorgen. We slapen in een prachtige kamer met mooie hardhouten meubels en een veranda die uitkijkt over een prachtige tuin. De kamerplanten die wij zo krampachtig proberen te verzorgen in onze Hollandse woonkamers groeien hier gewoon vanzelf.

Modern kolonialisme

Wandelend door de tuin beeld ik me graag in dat de tuin van mijn opa en oma er ook zo moet hebben uitgezien. Het hotel wordt gerund door Pipit en Gugun. Officieel is het van een stel uit Den Bosch. De plek wordt ook wel Villa Bule genoemd (villa van de witte man). Het is eigenlijk een moderne vorm van kolonialisme en bezetting. Het land is van de witte man, de Indonesiërs zelf mogen erop werken. Het wringt om te zien dat dit systeem zelfs in deze tijd nog zo sterk is.

Door de manier van doen in Indonesië vertraag je vanzelf. Je moet je overgeven aan hun tempo. Ook bij papa blijkt het Indonesische bloed sterk. Hij is een geweldige spiegel, want hij kan heel goed niets doen en relaxen. Of ligt dat aan de leeftijd? Waar ik deze week echt nog wat moeite had om te ontspannen, kan hij dat juist heel goed. Het is een mooie leerschool en een goed begin van de reis die ons uiteindelijk naar Semarang gaat brengen; zijn geboorteplaats.

Verder lezen?

Dit was deel 1. Het vervolg staat nu ook online.

Lees deel 2

Overal Vandaan

Dit portret is onderdeel van de portretreeks Overal Vandaan. Overal Vandaan gaat over wat je op je levenspad wel en niet in je rugzak stopt. Het is een reeks waarin KIS jonge mensen met biculturele roots interviewt over identiteit en met hen zoekt naar een antwoord op de vraag: ‘wie ben jij?’. Wat blijkt? Daar is geen eenzijdig antwoord op te geven. Overal Vandaan is ontwikkeld en geschreven door Celia Okoro en Dyonne van Haastert. De videoportretten zijn geproduceerd door Daniel Boomsma van Falcon Focus Media. De tekeningen zijn gemaakt door Jeroen Krul. Benieuwd naar de andere portretten? 

Bekijk de portretten

Meer informatie?Neem contact op met:

Susanne Conradi

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892071
Afbeelding