Paul Mbikayi: ‘De liefde, inclusie en integratie moet van twee kanten komen’

Vrijdagavond gaf Paul Mbikayi zijn publiek in Pakhuis De Zwijger ongevraagd feedback tijdens zijn voorstelling Feedblack. Journalist Rob Pieterse was erbij en deed verslag.

Artikel
Integratie- en inburgeringsbeleid

Aan het eind van een boeiend gesprek en mooie avond wordt Paul Mbikayi de vraag gesteld of zijn kritiek op Nederlanders niet wat ongenuanceerd en generaliserend was. Dat geeft hij volmondig toe. Maar hij heeft een weerwoord dat best hout snijdt: ‘Ik ken mensen die vier dagen in Congo zijn geweest maar die op basis van die ervaringen op het ministerie als Congo-deskundigen gelden. Ik woon nu 25 jaar in Nederland en heb mezelf het recht toegeëigend één keer, één dag Nederlanders als één etnische groep te zien en generaliserend te oordelen over wat me dan opvalt.’

Paul Mbikayi was vrijdagavond te gast in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam en gaf ‘ongevraagd feedback’ op de Nederlandse samenleving, over wat hij als vluchteling uit Congo in een kwart eeuw heeft waargenomen als nieuwkomer in zijn nieuwe thuisland. In ‘Feedblack’ hield Mbikayi de zaal de spiegel voor, rustig en overwogen. Niet verwijtend, docerend of belerend maar verwonderd en met humor. ‘Ik denk dat ik na 25 jaar dit land iets terug te geven heb. Iets om over na te denken. Zie dit als cadeau. Hopelijk hebben jullie er iets aan.’

Zijn start in Nederland was helemaal fout, zo vertelt Mbikayi lachend. ‘Ik was te mondig voor Congo en moest vluchten. België was de makkelijkste keuze geweest, maar ik had onze koloniale overheerser mensenhanden zien afhakken. Daar kon ik niet om heen. Ik koos voor het land van Johan Cruijff. Ik kwam aan op Koninginnedag en dacht dat ik goed zat. Nederland leek me een land dat een feestje kon vieren. Koninginnedag zorgde ervoor dat ik hier met verkeerde verwachtingen begon.’

Het ‘happy end’ ontbreekt

25 jaar later woont hij in de Watergraafsmeer, op de ‘heilige grond’ waar Cruijff excelleerde. De cirkel is rond, zegt Mbikayi. Maar bij ronde cirkels hoort toch meestal een tevreden terugblik op een geslaagde reis. Daar is geen sprake van. Feedblack is een verhaal van hobbels en obstakels, van teleurstelling, frustratie en pijn. Maar misschien is er toch een ‘happy end’. In mei was hij in Congo: daar wezen familieleden hem erop dat hij in doen en laten absoluut een Nederlander is geworden. 

Als je hier aankomt, welkom geheten door VluchtelingenWerk, krijg je volgens Mbikayi voortdurend te horen: als je de taal leert en integreert, dan tel je hier mee. Het Sociaal en Cultureel Planbureau publiceerde eind juni ‘Denkend aan Nederland’, onderzoek naar de Nederlandse identiteit. Wat zijn de meest typerende kenmerken voor Nederland en welke factoren dragen bij aan het gevoel van verbondenheid met Nederland? Boven het rijtje met vrijheid, Koningsdag, de Dodenherdenking, Bevrijdingsdag en Sinterklaas of Pakjesavond stond de Nederlandse taal als de belangrijkste factor van de nationale identiteit. 

Maar de taal spreken is niet genoeg, zo is de ervaring van Mbikayi. ‘Ik leerde de taal, ik deed mee, ik leverde mijn bijdrage. Ik werkte voor Rijkswaterstaat (RWS) en stond met mijn vingers in de dijk om ons land te beschermen. Maar sinds de moord op Fortuyn wordt me steeds vaker verteld en steeds meer het gevoel gegeven dat ik er nooit bij zal horen. Mijn vader zei altijd: je bent voor een groot deel degene die je zelf denkt te zijn. Maar je bent voor een deel ook wat anderen over je zeggen. Ik spreek de taal en doe volgens dat SCP-rapport dus alles goed.’ De liefde, inclusie en integratie moet echter van twee kanten komen, stelt hij.

'Is dit mijn land? Of is dit de plek waar ik toevallig ben beland?'

Ongeschreven codes

Hij spreekt over een discrepantie tussen wat wordt gezegd en ongeschreven codes. Die zorgen ervoor dat buitenlanders zich buitenstaanders blijven voelen. Als voorbeeld geeft hij een bedrijfsbezoek van een hoge ambtenaar aan RWS. Een leidinggevende zei dat er natuurlijk vragen gesteld mochten worden. Hij stelde een wat kritische vraag en werd daar nog lang op aangekeken. Dat bleek namelijk toch echt niet de bedoeling: ‘De code is: denk minstens twee keer goed na voor je een vraag stelt’, aldus Mbikayi.

Iets anders waar hij regelmatig tegenaan botste: ‘Iedereen spreekt erover dat dit een platte samenleving is, dat organisaties hier plat zijn. Dus probeerde ik mijn ideeën voor wat betreft diversiteit en inclusie horizontaal te organiseren. Maar in de praktijk blijkt dat je voor al je ideeën toestemming van hogerop nodig hebt.’

Hij vertelt over deficit- en talent-management. Hier in Nederland word je, als nieuwkomer, voortdurend gewezen op je tekortkomingen. De taal, de werkcultuur, gaten in je cv, diploma’s die hier niet gelden, nauwelijks netwerk, de ervaring...  Overal is een cursus voor, een traject bedacht. Alles kan worden bijgeschaafd. Maar dat doet wat met het zelfvertrouwen van de nieuwkomer die onder ‘nul’ begint en zich onbenullig voelt. Mbikayi: ‘Waarom kijken we niet wat meer naar haar of zijn talenten?’ 

De man die zo graag Nederlander wilde zijn, raakte gedesillusioneerd, zo blijkt uit het verhaal dat hij vrijdag vertelde. Hij ging twijfelen aan zijn ‘drive’ om mee te doen en een bijdrage te leveren. Voor de man uit de Afrikaanse jungle, voelt Nederland nu ook als een jungle waar hij al 25 jaar aan het survivallen is: ‘Is dit mijn land? Of is dit de plek waar ik toevallig ben beland?’

Zijn verhaal klonk soms als een klaagzang, maar dat was het niet. Het was vooral bedoeld als een eye-opener

Wakker schudden

In mei ging hij terug naar Congo om te onderzoeken of daar zijn toekomst ligt. Hij kwam er daar achter dat zijn geboorteland, dat hij ooit moest ontvluchten maar nu een ander regime heeft, ook niet meer als een ‘thuis’ voelt. Het is wat zovelen merken. Hier word je – wat je ook probeert – vaak gezien als buitenlander, maar ook in het land van herkomst ben je een vreemdeling geworden. 

Zijn toekomst ligt hier, zo concludeerde hij vrijdag in Pakhuis de Zwijger, na vele vragen van de geweldige moderator Bahram Sadeghi en de ruim dertig toehoorders. Frustratie was hoorbaar, pijn was voelbaar: het verhaal van Mbikayi klonk soms als een klaagzang. Maar dat was het niet. Het was toch vooral bedoeld als een eye-opener. Vragen we hier in Nederland niet te snel te veel van nieuwkomers? Maken we dat wat we beloven waar? Zijn we zo gastvrij als we denken? Bieden we wel eerlijke kansen?

Hier sprak vooral ook een bescheiden man die al lang zo zijn best doet om erbij te horen. En die hoopt dat zijn nieuwe thuisland in de spiegel kijkt en aan zichzelf blijft werken. ‘Mbikayi betekent “wakker schudden”. Dit was mijn feedback, éénmalig heel ongenuanceerd en generaliserend. Maar ik hoop met eerlijke antwoorden, met verhalen over mijn ervaringen, mensen te kunnen blijven wakker schudden.’

Lees hier het interview met Paul dat eerder op deze site stond. Paul Mbikayi is een Nederlander van Congolese origine en kwam 25 jaar geleden als vluchteling naar Nederland. Mbikayi is tevens lid van de Raad van Advies van KIS.

Dit artikel is geschreven door journalist Rob Pietersen.