‘Praat met elkaar’ Taalbeheersing voorwaarde voor succes EU-arbeidsmigranten

Zo snel mogelijk Nederlands leren, adviseren EU-arbeidsmigranten elkaar. Dat veel van hen de taal niet beheersen, komt hun hier toch al kwetsbare positie niet ten goede. Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) onderzocht hoe dit te ondervangen, door in gesprek te gaan met ervaringsdeskundigen, sociaal professionals, een beleidsmedewerker én arbeidsmigranten zelf. Hun advies: investeer in ondersteuning en samenwerking.

Artikel
Europese arbeidsmigranten

In Nederland zijn de meeste Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten afkomstig uit Polen (261.490), gevolgd door Roemenië (62.130) en Bulgarije (49.770) (bron: De staat van Migratie 2022). Hun aantal zal de komende jaren naar verwachting toenemen, door de groeiende economie en krimp van de beroepsbevolking. Deze groep nieuwkomers heeft (te) vaak te maken met povere huisvesting, uitbuiting op het werk en sociaal isolement, blijkt uit eerder KIS-onderzoek onder EU-arbeidsmigranten en sociaal professionals. Welzijnswerkers zien in de dagelijkse praktijk veel arbeidsmigranten die in de problemen zitten en de weg naar hulp niet kunnen vinden. Doordat arbeidsmigranten uit de Europese Unie niet inburgeringsplichtig zijn, krijgen ze nauwelijks ondersteuning en begeleiding bij onder meer het leren van de taal. Hoe dit te ondervangen, onderzochten we eind 2022 verder in verschillende gesprekken met welzijnswerkers, EU-arbeidsmigranten en een gemeentelijke senior beleidsadviseur arbeidsmigratie. 

Toegang en zelfvertrouwen

Taalbeheersing wordt door alle betrokkenen genoemd als voorwaarde voor succes. Wie de taal kent, heeft een enorme voorsprong: je begrijpt instructies op de werkvloer beter, kunt vragen stellen en klachten uiten. 'Zonder taal voel je je als een gehandicapte', stelt een van de aanwezigen tijdens een groepsgesprek met tien Poolse arbeidsmigranten in Den Haag, in aanwezigheid van een tolk. Veel van hen zijn de Nederlandse taal niet machtig, maar allemaal onderschrijven ze het belang daarvan. 'Als ik de taal ken, kan ik zelf alles regelen. Je kunt makkelijker afspreken bij de huisarts of gemeente, je hebt meer toegang en zelfvertrouwen. Het maakt je onafhankelijk.'

Waarom veel arbeidsmigranten de taal dan toch niet hebben geleerd, is de vraag. De antwoorden erop lopen uiteen: van taalcursussen die niet aansluiten op de behoeften en het niveau van de cursist tot werkgevers die het leren van de taal ontmoedigen. 'Ze zeggen: jouw Nederlands is genoeg om dit werk te doen. Ze zijn bang dat je een andere baan gaat zoeken als je eenmaal goed Nederlands kent.' En als je de hele dag tussen andere Poolse arbeidsmigranten in een kas werkt, kun je overdag het Nederlands niet oefenen omdat je meestal uitsluitend met andere arbeidsmigranten werkt, en heb je ’s avonds geen energie meer voor een taalcursus. Deze worden nog steeds regelmatig overdag aangeboden. 

Scrabble spelen

Het blijkt essentieel om een passende taalaanbieder te vinden, maar nog belangrijker om de mogelijkheid te hebben Nederlands te spreken. 'Mijn man en ik hebben een taalcursus via de computer gedaan, maar dan krijg je misschien een kwartiertje per week om één-op-één met een docent te praten. Dan leer je bijna niks', vertelt een vrouw. 'Wat mij wel heeft geholpen was mijn vrijwilligerswerk.' Ook taalmaatjes worden veelvuldig genoemd als voorbeeld van wat werkt. 'Dan krijg je niet alleen maar kennis van de taal, maar ook van de Nederlandse cultuur en het leven hier. Ik heb nog steeds contact met mijn taalcoach, we spelen elke eerste vrijdagavond van de maand scrabble.'

Veel arbeidsmigranten blijken een drempel te ervaren om Nederlands te praten in het dagelijks leven.

'Praten, praten, praten', adviseert Anna Sobczyk andere arbeidsmigranten. Ze is ervaringsdeskundige en coördinator van de cluster Taal & Integratie bij stichting POLKA – Centrum voor Poolse Vrouwen in Den Haag. 'Praat in de winkel, met de ouders van de kinderen op school, met de buren. Durf je dat nog niet, dan kun je bij een organisatie als die van ons komen oefenen, in een veilige omgeving, met andere Poolse vrouwen. Wij merken dat het helpt als zij het samen kunnen doen.' Veel arbeidsmigranten blijken een drempel te ervaren om Nederlands te praten in het dagelijks leven. 'Je bent bang om fouten te maken', vertellen enkele van hen. 'We praten langzaam en zijn niet altijd makkelijk te begrijpen, dan is het gedoe. De gemeente zegt ook altijd, neem maar iemand mee om te tolken.'

Tijdelijke blijvers

Het Nederlands is een moeilijke taal om te leren voor arbeidsmigranten uit Slavische taalgebied, weet Anna Jansen, senioradviseur beleidsontwikkeling arbeidsmigratie van de gemeente Westland. Ze benadrukt evenzeer het belang van heel veel oefenen en merkt op dat veel tijdelijke blijvers daarvoor niet of nauwelijks gelegenheid, energie of motivatie hebben. Arbeidsmigranten willen in korte tijd zo veel mogelijk werken en verdienen. 

De beleidsadviseur schetst de lokale situatie. In de kassen en distributiecentra in de gemeente Westland werken in het hoogseizoen zo’n 16.000 seizoenarbeiders. De meesten van hen verblijven regelmatig een relatief korte tijd in Nederland of weten (nog) niet of ze zich in Nederland gaan vestigen. Ongeveer 4.500 migranten staan wel geregistreerd als inwoner, waarvan zo’n 2.000 een zelfstandige woonruimte heeft en 2.500 via uitzendbureaus. Dat ze de taal niet beheersen, wordt een probleem wanneer arbeidsmigranten, door wisseling van werkgever of andere oorzaken, zich in Nederland zelf moeten zien te redden, merkt de senioradviseur beleidsontwikkeling. Ze begrijpen vaak de brieven van de overheidsinstanties niet, laten deze onbeantwoord, hebben problemen met zaken zelf te regelen en dat kan weer leiden tot andere of nieuwe problemen. Dan komt het taalonderwijs te laat. 

Het is van belang dat je arbeidsmigranten zo snel mogelijk leert om op eigen benen te staan.

Het is van belang dat je arbeidsmigranten zo snel mogelijk leert om op eigen benen te staan, onderstreept de beleidsadviseur. Daar hoort bij dat je het Nederlands beheerst. Zeker in het Westland, een gemeente met een sterke dorpscultuur en sterk verenigingsleven. Daar kom je vaak niet tussen zonder beheersing van de taal, is de gedachte. 

Anna Jansen ziet veel EU-arbeidsmigranten jaar na jaar terugkomen en semipermanent in Nederland blijven. Ze geeft aan dat arbeidsmigranten vaak jarenlang de beslissing uitstellen óf zij zich in Nederland zullen vestigen. Dan is er geen bereidheid om tijd aan taallessen te besteden, legt ze uit. En werkgevers bieden geen lessen aan voor iemand die wellicht over 4 weken weer weg is. De meerderheid van de arbeidsmigranten die in het Westland werken, ‘wonen’ bovendien in omliggende gemeenten, zoals Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Den Haag. 

Stappen vooruit

Anna Sobczyk, van de Haagse stichting POLKA, noemt taal ‘de sleutel’ voor arbeidsmigranten. 'Leer Nederlands en maak gebruik van je Pools', raadt ze anderen aan. Ze vertelt over een Poolse vrouw die werkzaam was in de tuinbouw. 'Toen ze Nederlands begon te praten, kreeg ze een voorstel om op de administratie te gaan werken. Dan kan ze Pools praten met de uitzendkrachten en Nederlands bij de administratie. Dan ga je vooruit. En bijvoorbeeld in de kraamzorg, daar kan het ook van pas komen, als je bij Poolse gezinnen komt.'

Welzijnswerkers en ervaringsdeskundigen wijzen erop dat er inmiddels meer taalaanbod is dan voorheen. In steeds meer bibliotheken en bij stichtingen en verenigingen kan je terecht voor taalles, online is meer informatie te vinden over cursussen, en er zijn podcasts en applicaties voor het leren van de taal. Arbeidsmigranten raden aan om daarnaast Nederlandse televisie te kijken en kinderboeken te lezen. En, heel belangrijk volgens alle betrokkenen, sociaal contact met Nederlanders. 'Het is moeilijk om ertussen te komen. Als je hier komt werken, ben je daar de eerste tijd op gericht. Pas later ga je kleine stappen zetten, bijvoorbeeld op de school van de kinderen of bij een organisatie.'

Wat vrijwilligers doen is natuurlijk fantastisch, maar het is niet genoeg.

Natalie Hilhorst, sleutelpersoon bij het Pools Steunpunt in Harderwijk, roept op meer te investeren in taalmogelijkheden voor arbeidsmigranten. 'Die zijn er op dit moment nog echt te weinig', stelt ze. 'Wat ik voornamelijk tegenkom zijn particuliere aanbieders, maar die zijn voor veel mensen moeilijk te bekostigen. Ook de prijs voor een professionele tolk is behoorlijk hoog, daar hebben de meeste maatschappelijke organisaties geen geld voor. Wat vrijwilligers doen is natuurlijk fantastisch, maar het is niet genoeg.'

Pressiemiddel versus eigen initiatief

Voor echte verbetering moet de taalles verplicht worden, bijvoorbeeld als je al acht jaar in Nederland bent, denkt Anna Jansen van de gemeente Westland. Ze voelt daarom veel voor een Rijksbesluit om, net als bij ‘statushouders’ (erkende vluchtelingen), het volgen van taallessen te verplichten én te financieren. Want, zo plaatst ze als kanttekening, de investering in verplichte taallessen zelf dragen, dat kan een gemeente momenteel niet.

Dat de situatie per gemeente verschilt, maakt landelijk beleid en samenwerking tussen gemeenten op dit gebied lastig, geeft de beleidsmedewerker desgevraagd aan. Beleid wordt gestuurd door de wettelijke taak en rol van gemeenten licht ze toe. Daarbinnen maakt iedere gemeente eigen politieke keuzes, die het beleid anders maken. Zo heeft de gemeente Westland gekozen om geen doelgroepenbeleid te voeren en dus niet sturen op nationaliteit bij deelnemers aan de cursus. 

Wel krijgen arbeidsmigranten in de gemeente Westland direct bij hun inschrijving als ingezetene voorlichting, in vier talen, over de rechten en plichten in Nederland en ook over de taal. Ook is er een speciaal informatiepunt voor arbeidsmigranten. Deze groep is lastig te bereiken, veel minder goed dan bijvoorbeeld statushouders, weet de adviseur. Het Westland heeft geluk met enkele goede uitzendbureaus die graag lessen aanbieden. Wat meespeelt is dat er een groot tekort is aan EU-migranten die kunnen werken in de laag van het middenmanagement. Dat maakt een win-win situatie mogelijk. Ook zijn er vrijwilligers die via burgerinitiatieven aan groepen taalles geven. De gemeente is daar blij mee. Westland voert een breed taalbeleid.  Een resultaat daarvan is onder andere dat migranten via de bibliotheek een taalmaatje kunnen vinden. Dat gebeurt volop door arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europese landen, die 75 procent van de 200 ‘koppels’ vormen. Bij de Taal+ lessen van het ROC Mondriaan komt bijna 60 procent van de studenten uit deze landen. 

Ga het gesprek aan

Nederlandse taalles verplichten is in het geval van EU-arbeidsmigranten wettelijk niet mogelijk. Beter kunnen zij verleid worden tot het volgen ervan. Dat kan door het gesprek erover aan te gaan, met alle betrokken partijen. Gemeenten kunnen speciaal voor ingeschreven arbeidsmigranten bijeenkomsten organiseren over hun toekomstperspectief. Vraag hen realistisch na te denken over hoe hun leven eruitziet over vijf jaar, eventueel aan de hand van voorbeelden van andere arbeidsmigranten. Veel arbeidsmigranten zijn niet van plan om in Nederland te blijven, maar de meesten doen dit uiteindelijk toch. Ze zijn hier niet voor niets gekomen. Als je het hier beter hebt dan in het land van herkomst, dan is de kans groot dat je blijft. Er zijn ook steeds meer Poolse arbeidsmigranten die terugkeren naar Polen, omdat de levensstandaard daar aan het toenemen is maar dat geldt nog niet voor alle landen waar arbeidsmigranten vandaan komen. 

Arbeidsmigranten verrichten vaak fysiek zwaar werk en maken veel uren. Als hun arbeidsomstandigheden verbeteren, ontstaat er ruimte om de taal te leren.

Naast de arbeidsmigranten zelf, kan de gemeente werkgevers en uitzendbureaus actief voorlichten over de rol die zij kunnen spelen. Arbeidsmigranten verrichten vaak fysiek zwaar werk en maken veel uren. Als hun arbeidsomstandigheden verbeteren, ontstaat er ruimte om de taal te leren. Werkgevers kunnen ook cursussen aanbieden tijdens werktijd. Dit gebeurt al op sommige plekken, maar nog te weinig. 

Betere arbeidsomstandigheden bieden en meer investeren in de Nederlandse taal wordt steeds belangrijker voor werkgevers en uitzendbureaus om arbeidsmigranten te blijven trekken en binden, nu de tekorten op de arbeidsmarkt toenemen. Door de nieuwe inburgeringswet is de gemeente weer aan zet wat betreft de selectie van taalaanbieders. Door selectie op kwaliteit, wordt de inburgeraar ontzorgd. Dat zou eveneens kunnen in het geval van arbeidsmigranten. Ook de  uitzendbureaus zijn gebaat bij bewaking van hun kwaliteit. 

Ondersteuning en samenwerking

Om problemen te voorkomen en aan te pakken moeten EU-arbeidsmigranten meer worden gestimuleerd om Nederlands te leren en daarbij beter worden ondersteund, volgt uit de gesprekken met betrokkenen. Daarop moet beleid worden gemaakt en sociaal werk worden ingericht. Geef zo snel mogelijk en duidelijk voorlichting, zo nodig in de eigen taal van de arbeidsmigrant, over hoe zaken in Nederland werken, hun rechten en plichten en het belang van het leren van de Nederlandse taal. Faciliteer het zo snel mogelijk leren van de taal, met de inzet van taalmaatjes én professionele docenten. Stimuleer werkgevers en uitzendbureaus om arbeidsmigranten de nodige ruimte te geven voor het volgen van taallessen en deze zo mogelijk zelf aan te bieden. Creëer mogelijkheden voor sociaal contact, zodat geoefend kan worden met het spreken van Nederlands. 

Investeer in participatie. Daardoor laat je een migrant weten: ik ben er ook voor jou.

'Zoek elkaar op en maak gebruik van elkaars expertise', adviseert Natalie Hilhorst van het Pools Steunpunt in Harderwijk. 'Verstrek informatie vanuit de overheid in de eigen taal, creëer de mogelijkheden waar informatie vindbaar is, werk als gemeente samen met Poolse sites, en zet mensen in met verschillende culturele achtergronden. Door bijvoorbeeld informatie te plaatsen op de site zoals gemeente of als welzijnsorganisatie. Investeer in participatie. Daardoor laat je een migrant weten: ik ben er ook voor jou.'

Wat te doen?

Voor uitvoerders/professionals van beleid:

  • Bied taalles op verschillende tijdstippen en niveaus.
  • Geef zo snel mogelijk en duidelijk voorlichting, zo nodig in de eigen taal van de arbeidsmigrant, over hun toekomstperspectief, hoe zaken in Nederland werken en het belang van het leren van de Nederlandse taal. 
  • Faciliteer het zo snel mogelijk leren van Nederlandse taal, met de inzet van taalmaatjes én professionele docenten.
  • Stimuleer werkgevers en uitzendbureaus om arbeidsmigranten de nodige ruimte te geven voor het volgen van taallessen en deze zo mogelijk zelf aan te bieden.
  • Bewaak de kwaliteit van taalaanbieders en uitzendbureaus. 

Voor sociaal professionals:

  • Stimuleer arbeidsmigranten om de taal te leren, door het belang te benadrukken en te wijzen op de mogelijkheden.
  • Maak het toekomstperspectief van arbeidsmigranten bespreekbaar, bijvoorbeeld door gesprekken hierover met andere arbeidsmigranten te stimuleren en te faciliteren.
  • Creëer mogelijkheden voor sociaal contact, zodat geoefend kan worden met het spreken van Nederlands.

Voor arbeidsmigranten:

  • Zoek taalles die bij jouw situatie past.
  • Praat zoveel mogelijk Nederlands met buren, collega’s, winkelpersoneel, ouders op het schoolplein.
  • Vind een taalmaatje.
  • Luister podcasts, kijk Nederlandse televisie en lees kinderboeken in de Nederlandse taal.

Meer informatie?Neem contact op met:

Bora Avrić

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892141
Afbeelding