Radicalisering: een analyse in termen van sekten

Wat kan de psychologie verhelderen aan het verschijnsel radicalisering: het zoeken van aansluiting bij extremistische groepen en een toenemende bereidheid tot het gebruik van geweld? Peter Prudon en Bertjan Doosje beargumenteren in tijdschrift De Psycholoog dat een analyse van radicale groepen in termen van sekten vruchtbaar kan zijn. ‘Voor radicale groepen geldt dat het plegen van geweld interne processen en externe negatieve spiralen in werking zet die de weg terug naar het normale functioneren in de samenleving steeds moeilijker maken.’

Artikel

Wat zijn sekten? Een definitie uit 1976 (ngekort en toegespitst) luidt: 'Een van de belangrijkste gemeenschappelijke kenmerken is de aanwezigheid van een leider die claimt op de een of andere wijze speciale vermogens te bezitten of zich zelfs als de Messias ziet. Zulke leiders hebben inderdaad speciale persoonlijke kwaliteiten, waaronder een uniek wereldbeeld en een speciale bereidheid om drastische veranderingen in het denken en het gedrag van de volgelingen te bewerkstelligen. De geloofsovertuigingen van al deze sektes zijn absolutistisch en intolerant met betrekking tot andere geloofssystemen. Hun regeerstelsels zijn totalitair. Een vereiste voor het lidmaatschap is absolute gehoorzaamheid zonder discussie. Hun interesse in de ontwikkeling van het lid tot een bevredigende volwassen persoonlijkheid is zeer gering of afwezig.'

De volgende kenmerken (van B.R. Wilson) kunnen aan de definitie worden toegevoegd:

  • De sekte beschouwt zich als een elite, begiftigd met een bijzonder inzicht of belast met een bijzondere opdracht.
  • Er is sprake van een duidelijk herkenbare eigen ideologie.
  • Het lidmaatschap is meer absoluut en omvattend dan dat van een kerkgenootschap.
  • De sekte staat vijandig of onverschillig tegenover de samenleving en de staat.

Ook enkele kenmerken genoemd in het Verslag over de sekten in de Europese Unie zijn relevant:

  • Agressieve rekrutering van leden.
  • Het losmaken van personen uit hun familie en hun sociale - en professionele kringen.
  • Het behartigen van voornamelijk financiële of politieke belangen onder de dekmantel van godsdienst.
  • Het ondergraven van overheidsstructuren. 

Bij bovenstaande kenmerken en defintie is natuurlijk vooral gedacht aan kleinere sekten met een zichzelf verrijkende narcistische persoonlijkheid aan het hoofd. Bij IS of het Jihadistische Salafisme gaat het echter om een grootschalige beweging met meer dan één leider. Maar de rekrutering geschiedt wel vanuit kleine, lokale groeperingen met één of twee herkenbare leiders, die de radicale denkbeelden van de wereldwijde beweging onderschrijven.

De aantrekkingskracht van een sekte

Een sekte beschouwt zich als een elite, superieur qua inzicht en opdracht in het leven

In Als het zoete bitter wordt benoemde Bram Krol een aantal kenmerken die hier zijn toegespitst op radicale, islamitische groepen:

  1. Mensen vinden in een kleine groepering sneller herkenbaarheid en erkenning, een eigen identiteit; hoe specifieker de groep is, des te duidelijker dat eigen geluid is.
  2. Verder willen mensen weten waar het leven toe dient: iedereen wil dat zijn leven zinvol is. Veel mensen lopen rond met het gevoel dat ze iets groots en nobels willen doen. Een sekte lijkt daarvoor vaak de oplossing te zijn.
  3. Mensen hebben ook behoefte aan figuren om zich mee te identificeren. Een charismatische leider is bij uitstek een bindende figuur.
  4. De groepsbinding maakt dat mensen zich minder eenzaam voelen.

Daaraan kan toegevoegd worden wat Wilson (1959) opmerkte: de sekte beschouwt zich als een elite, superieur qua inzicht en opdracht in het leven. Voor een deel van de jongeren kan de oproep tot gewapende strijd deel uitmaken van de bekoring die uitgaat van zo’n beweging.

Aantrekkingskracht op wie?

In 1976 beschrijft John G. Clark twee type persoonlijkheden. Allereerst de zoekers: “schizotypische” of “borderline” persoonlijkheden. Deze mensen laten zich in met de sekte om zich beter te voelen, want ze zitten met groot gebrek aan welbevinden tegenover de buitenwereld en zichzelf. Ze proberen op die manier een illusie van welbevinden te bereiken in een nieuwe, maar valse realiteit. In zijn onderzoek voldeed 58 procent aan dit profiel.

De andere groep bestond uit normale jonge mensen op weg naar volwassenheid, die door de gebruikelijke ontwikkelingscrises gingen en de normale pijnen van en depressies over scheiding van hun herkomstgezinnen doormaakten. Zij zagen in lid worden een manier om met deze crises klaar te komen. In het geval van moslimjongeren is de identiteitsproblematiek nog heviger dan bij autochtone jongeren, maar niet door persoonlijkheidsproblematiek zoals bij de “zoekers” maar door de lastigere omstandigheden waarin ze verkeren.

Salafistische leiders die strijders willen ronselen, zullen vooral de tweede groep goed kunnen gebruiken. Het ontbreken van de eerste groep lijkt bevestigd te worden in onderzoek in 1998 waarbij weinig aanwijzingen zijn gevonden in de literatuur voor psychopathologie onder terroristen.

Indoctrinatie en manipulatie

Wie niet snel tot inkeer komt, raakt gemakkelijk bijna onomkeerbaar in de ban of klauwen van de sekte

In een sekte stappen omdat deze op idealen en behoeften aansluit is één ding, maar erin blijven is een ander ding. Er zullen best jongeren zijn die al spoedig na toetreding van een groepering gaan vinden dat er aspecten zijn die hen niet aanstaan, en dan is de weg terug waarschijnlijk nog niet moeilijk. Maar wie niet snel tot inkeer komt, raakt gemakkelijk bijna onomkeerbaar in de ban of klauwen van de sekte. Die sekten hebben namelijk manieren ontwikkeld om extra vat op hun leden te krijgen.

We onderscheiden de volgende acht technieken van indoctrinatie en manipulatie (wederom aangepast aan het jihadistische salafisme):

  • Een volledige beheersing van het leefmilieu van de volgelingen: deze worden afgeschermd van alle ongewenste invloeden van buitenaf en kritische discussies binnen de groep.
  • Onfeilbaar verklaring: een absoluut vertrouwen in de juistheid van de beslissingen en opvattingen van de leider(s) wordt verwacht en geëist, een onvoorwaardelijke aanpassing aan en anticipatie op de wensen van de beweging of leider – hoe absurd of tegenstrijdig deze ook zijn. Deze dient als een soort heilige gezien te worden die de waarheid in pacht heeft.
  • De eis van politieke en/of religieuze zuiverheid: iets is goed óf kwaad, zwart of wit. Alles wat buiten de ideologie valt, is slecht. Dit leidt tot een praktijk van zuiveringen: wie de hoge ideologische standaard niet haalt, wordt vernederd en gestraft.
  • Aandringen op bekentenissen van overtreding en twijfel, op zelfbeschuldiging, en deze dan misbruiken om meer greep te krijgen op de betrokkene. De leer van de sekte gaat boven de individuele ervaring, het eigen inzicht. Het individu is eigendom van het systeem.
  • Heilige doctrine: de leer zou de perfecte filosofische, religieuze en politieke of oplossing behelzen, als een goddelijke openbaring. Er mag niet aan getornd worden. De doctrine gaat boven de persoon, maar maakt het sektelid wel superieur aan de “ongelovigen”.
  • Ideologisch jargon: met neologismen die alleen in de groep herkend worden, met heilige en duivelse termen, die zo abstract zijn dat ze naar believen gemanipuleerd kunnen worden in dienst van de ideologie, en die zo categorisch zijn dat ze ieder verder de mond snoeren, en met mantra-achtige clichés, wordt het kritische denkvermogen ingeperkt.
  • Rituelen met frequent bidden, extatische lofprijzing van God/Allah, zingen, mantra’s opdreunen, en met eindeloos reciteren, dezelfde passage herlezen, litanieën, wordt men gehersenspoeld.
  • Beslissen over bestaansrecht: Het is de leider die bepaalt wie bestaansrecht heeft. Gelovigen mogen bestaan, ongelovigen niet. Daarmee hebben gelovige sekteleden op hun beurt het recht te bepalen wie mag bestaan, maar ze zullen voortdurend ongerust zijn of ze niet in ongenade zullen vallen.

Los hiervan hebben sekten ook allerlei sancties en straffen achter de hand om je binnen de boot te houden, en al helemaal om je niet uit de school te doen klappen. Bij een gewelddadige sekte kan daar ook moord toe behoren.

Psychologie van geweld

Bovengenoemde indoctrinatie en manipulatie vergroten de bereidheid om geweld te gebruiken, dat soms ver uitgaat boven datgene wat instrumenteel is voor het “goede” doel. IS vermoordt zogenaamde ongelovigen en dat is iemand al gauw in de ogen van de strijders: ook Soennieten moeten er aan geloven (IS is een Soennitische sekte). Hoe kan het dat de ene groep mensen dat de andere groep mensen aan doet?

Vermoedelijk zorgen bepaalde mechanismen en interacties onder dreigende en frustrerende omstandigheden voor een uitschakeling van het geweten en een escalatie van geweld. Daaraan draagt bij (Bandura 1977; 1999) dat mensen een aantal manieren tot hun beschikking hebben om hun geweten met betrekking tot wandaden te sussen (moral disengagement). Naast de nobele doeleinden ter rechtvaardiging helpt het om de vijand als beestachtig of onmenselijk te beschouwen, die niet anders verdient en voor wie de morele regels van de eigen groep niet geldt. Men schuift de verantwoordelijkheid af met een beroep op de Koran of Allah, of 'ze doen het allemaal'.

Enkele voor de hand liggende negatieve spiralen die bij geweldpleging een rol spelen:

  1. Wat de vijand ons aandoet, zullen we hem ook aandoen.
  2. Als je je eigen normen eenmaal overtreden hebt, ga je die maar verlagen (als je eenmaal je onschuld verloren hebt, valt er niets meer te verliezen, dus valt de rem weg op nog meer geweld).
  3. Je raakt verslaafd aan de macht die uitgaat van het gebruik van zware wapens, raakt afgestompt voor het medemenselijke aspect.
  4. De oorlogsvoering is zeer stressvol en roept een “ik eraan, of zij eraan”-gevoel op. Dat geldt bovendien voor beide partijen. Dit bemoeilijkt de terugkeer naar het functioneren in een gewone samenleving.

Vraag en aanbod van radicalisering

Zonder te beweren dat alle genoemde kenmerken en processen te vinden zijn in radicale groepen zoals de jihadistische salafisten, lijkt het de auteurs Brudon en Doosje nuttig om met die kennis in het achterhoofd naar dergelijke groepen te kijken. Het perspectief suggereert dat er gekeken moet worden naar de vraagkant van radicalisering: het op zoek zijn naar identiteit en zingeving en die in de huidige maatschappij niet kunnen vinden (voor wie geldt dat en waarom?). Maar ook de aanbodkant van radicalisering: welke groepen zijn in staat een passend antwoord te geven, waarom, hoe met welke agenda en met behulp van wat voor ronselaars?

 

Dit stuk is een verkorte versie van het artikel Radicalisering: een analyse in termen van sekten. Het artikel verscheen in februari 2015 in Tijdschrift De Psycholoog. Met toestemming van de auteurs is het ook op deze website geplaatst.