ROC Mondriaan biedt jongvolwassen statushouders schakelprogramma

Onderwijs vergroot de kansen op werk. Dat geldt eens te meer voor jongvolwassen statushouders. Maar instromen in mbo en hoger onderwijs blijkt voor velen van hen lastig. ROC Mondriaan in Den Haag werkt met een succesvol schakelprogramma. Projectleider Mirjam Stommen: ‘Het zijn modelstudenten.’

Artikel
Vluchtelingen

Slechts twaalf procent van alle statushouders is een opleiding gaan volgen, zo schatten gemeenten in. Veel recent gearriveerde statushouders zijn jonger dan dertig jaar. Voor hen zijn er meer mogelijkheden om een opleiding te gaan volgen dan voor oudere nieuwkomers. Vluchtelingen in de fase van het voortgezet onderwijs hebben immers twee jaar recht op onderwijs via Internationale Schakel Klassen (ISK). En tot hun dertigste hebben ze recht op studiefinanciering. Desondanks volgen ook jongvolwassen statushouders slechts mondjesmaat een opleiding.

Hoge drempels

KIS onderzocht de knelpunten en draagt oplossingsrichtingen aan in het rapport Meer jongvolwassen statushouders naar school: een kwestie van samenwerken?!. Als drempels voor de lage onderwijsdeelname destilleren de onderzoekers de vaardigheden van deze statushouders, de lastige toegang tot het onderwijs en het gemeentelijke en landelijke beleid op dit terrein. De onderzoekers zien drie manieren om deze groep meer onderwijs te laten volgen: extra ondersteuning bij taal- en studievaardigheden, aandacht voor hun niet studie gebonden zorgen en de docenten beter toerusten. Dat klinkt eigenlijk best vanzelfsprekend. Maar in het complexe speelveld met veel stakeholders en verschillende geldstromen, blijkt het nog niet zo eenvoudig te realiseren.

Schakelprogramma

Dat het ingewikkelde materie is, realiseerden ze zich ook bij ROC Mondriaan, met zijn 26 scholen in Den Haag en Delft. Mirjam Stommen is er bovenschools projectleider statushouders: ‘In 2016 startten we met een groep van ongeveer veertig hoog opgeleide jonge statushouders, voornamelijk Syriërs. Hun capaciteiten en leervaardigheden waren niet het probleem, maar toch konden ze niet 1-2-3 instromen op het mbo of hbo. De studenten hadden geen goed beeld van het Nederlandse opleidingssysteem.’

En de betrokken partijen maakten het ze ook niet makkelijk, herinnert Stommen zich. ‘Het was lastig voor gemeenten en opleiders om het belang van de statushouders consequent op de eerste plaats te zetten.’ De aantallen liepen inmiddels op tot honderden en de urgentie om samen te werken aan een goed schakelprogramma werd steeds breder gevoeld. Zeker gezien de successen met de Syriërs, die na de pilot vrijwel allemaal doorstroomden naar het hoger onderwijs.

Twee sporen

De gemeenten Den Haag en Delft, ROC Mondriaan, VO scholen en de Haagse Hogeschool staken de koppen bij elkaar. Stommen: ‘De leeftijdsgrens van achttien jaar is normaalgesproken zeer bepalend voor het traject dat jonge statushouders kunnen volgen. Het kunnen volgen van een ISK programma heeft veel voordelen voor de cursisten. Het is breed en intensief en omdat het bekostigd wordt vanuit OCW is het gratis voor de deelnemers. We hebben de leeftijdsgrens op kunnen rekken tot 23. Na hun achttiende staan ze nog wel ingeschreven bij de ISK op het voortgezet onderwijs, maar volgen ze het schakelprogramma bij ons op het roc. Dat zijn er op dit moment ongeveer 120.’

BBL-trajecten zijn een goede manier om een anker op de arbeidsmarkt te slaan

Het recht op ISK-onderwijs geldt voor maximaal twee jaar, daarna volgt inburgering of regulier onderwijs. ‘Het reguliere inburgeringspad, dat mensen van zeg veertig jaar ook volgen, is te nauw voor jongvolwassenen. Zij hebben extra kennis nodig over het onderwijssysteem, studiefinanciering, studievaardigheden, aansluiting op de arbeidsmarkt, et cetera. We bieden daarom op het roc naast ISK als tweede spoor ook intensieve inburgering bij Educatie. Momenteel volgen zo’n tweehonderd cursisten dat. De financiering komt voornamelijk via de cursisten/studenten. Het aanbod bovenop de standaard inburgering wordt betaald door de gemeenten.’

Voortraject en schakeljaar

Het programma van de intensieve inburgering bestaat uit een voortraject en vervolgens een schakeljaar. Stommen legt uit: ‘We bieden dit programma op drie niveaus aan: hoog, laag en midden.  Hoog bereidt voor op doorstromen naar hbo of wo; midden op mbo 2, 3 of 4 en laag leidt toe naar mbo 1 of de arbeidsmarkt. Tijdens het intaketraject bepalen we op welk niveau de cursist in kwestie gaat deelnemen aan het voortraject. Dat bestaat voor alle drie de niveaus uit Nederlandse les, loopbaanoriëntatie en inburgeringsmodules. Op het hoge niveau krijgen de cursisten daarnaast Engels, op de andere twee niveaus krijgen ze ook rekenen. Een belangrijk ander verschil tussen de niveaus is de duur van het voortraject. Hoe hoger hoe sneller; het varieert van 27 weken tot 48 weken.’

Ankers uitslaan

Na het voortraject volgt een schakeljaar. Op het hoogste niveau komt er dan meer nadruk op studievaardigheden en ontbrekende vakken, bij de lagere niveaus komt de oriëntatie op de arbeidsmarkt erbij. Bij doorstroomperspectief richting mbo 3 en 4, richt Stommen het vizier daarbij graag op BBL-trajecten. ‘Dat is zo’n goede manier om een anker op de arbeidsmarkt te slaan. Daarbij helpt zeker ook dat de gemeentelijke leerwerkmakelaar hier wekelijks over de vloer is.’

Er lopen verschillende pilots om het schakeljaar zo effectief mogelijk in te vullen. Stommen: ‘Op de techniekcampus kunnen de cursisten tegenwoordig, deels via simulatie met 3D brillen, kennismaken met alle technische opleidingen. Ook hebben we docenten van de verschillende mbo-opleidingen hier uitgenodigd en hebben we met de cursisten een tour langs de opleidingen gemaakt. En we bieden vakdocenten en studiebegeleiders workshops aan over de problematiek die allemaal kan spelen bij dit type studenten.’ Stommen ziet het enthousiasme door dit alles groeien, zowel bij de docenten als de cursisten. ‘Het zijn modelstudenten. Ze zijn altijd aanwezig en leergierig.’

DUO op bezoek

Tijdens het schakeljaar kunnen de cursisten op die naar het mbo doorstromen hun recht op studiefinanciering aanspreken. Stommen beschrijft een van de succesfactoren van de aanpak: ‘Wij helpen de cursisten met dit soort regelzaken, daarvoor hebben we een uitgebreid draaiboek. Een aanvullende beurs aanvragen is niet eenvoudig, en het duurt vaak lang voordat de cursisten daadwerkelijk het geld ontvangen. Daarom heb ik DUO hier op school uitgenodigd. Zij hebben een voorlichtingssessie gegeven en zijn met de cursisten zelf aan de slag gegaan om de aanvraag in te dienen. Dat liep gesmeerd.’

Of je nou links of rechts bent, de realiteit is dat er nieuwkomers zijn. Uiteindelijk is het voor iedereen beter als we proberen hen zo goed mogelijk te laten landen

Overigens is studiefinanciering niet zaligmakend, weet Stommen. ‘In vergelijking met een bijstandsuitkering gaan sommige studenten er maandelijks wel driehonderd euro op achteruit. Zo’n armoedeval is niet motiverend. De gemeenten dichten daarom dit gat momenteel, onder de voorwaarde dat ze een bijbaan zoeken. Bij de toekomstige groepen helpen de gemeenten op voorhand bij het bemiddelen naar een bijbaan.’

Laten landen

De duurzame samenwerking met de gemeenten, in samenhang met de begeleiding bij de vele regelzaken en de gerichte aanvulling van de kennis en studievaardigheden, verhoogt de onderwijsdeelname. Stommen sluit af: ‘Of je nou links of rechts bent, de realiteit is dat er nieuwkomers zijn. Uiteindelijk is het voor iedereen beter als we proberen hen zo goed mogelijk te laten landen.’

Meer informatie?Neem contact op met:

Lineke van Hal

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 06 347 386 21
Afbeelding