Samen afwegingen maken over arbeidstoeleiding? Speel het bordspel!

Zet ik in op inburgering of zet ik in op werktoeleiding? KIS ontwikkelde een spel dat gemeenten en andere organisaties helpt in het maken van afwegingen in de arbeidstoeleiding van statushouders.

Artikel
Integratie- en inburgeringsbeleid

Sommige gemeenten zetten bij de arbeidstoeleiding van statushouders inburgering voorop, anderen geven prioriteit aan werktoeleiding. Rond dit thema kunnen nog wel eens spanningsvelden ontstaan. Bijvoorbeeld de spanning tussen vooropgezette trajecten en het aansluiten bij de klant, taalontwikkeling in combinatie met werk, beperkingen in ondersteuningsmogelijkheden of het samenwerken met verschillende partijen. 

Spelen met spanningsvelden 

KIS onderzoeker Lineke van Hal is mede-ontwikkelaar van het spel dat zich richt op dit soort spanningsvelden waarbinnen klantmanagers van gemeenten afwegingen maken. Van Hal: 'Er ligt een sterke politieke en maatschappelijke druk op het hebben van een betaalde baan als middel om deel uit te maken van de Nederlandse samenleving. Tegelijkertijd weten we ook dat het aan het werk helpen of het ondersteunen van statushouders bij het krijgen van een betaalde baan een ingewikkelde opdracht is voor gemeenten. Dit spel richt zich op het voeren van het goede gesprek bij arbeidstoeleiding.’ 

Bekijk het spel 

Inburgering

Tussen en binnen gemeenten is er sprake van een verscheidenheid in focus. Zo zijn er gemeenten die duidelijk werk voorop zetten. Gemeente Den Bosch geeft aan dat zij 40 procent van de statushouders aan het werk helpen. Dit percentage ligt landelijk rond de 11 procent (CBS). Yvonne Mandemaker, afdelingshoofd werk en ontwikkeling bij gemeente Den Bosch, legt uit: ‘Wij zetten in op werk en we houden er rekening mee dat iemand ook moet inburgeren. Hierbij houden we rekening met de mogelijkheden van de klant. Uitgangspunt is dat werk of studie juist de inburgering verstrekt. Als klantmanager of werkconsulent moet je continu zaken afwegen: wat is maximaal haalbaar en op welke wijze ga ik de trajecten zo effectief mogelijk inzetten om zo snel mogelijk tot duurzame uitstroom te komen?’ Bram van der Veer, programmamanager statushouders bij dezelfde gemeente: ‘Het doel van inburgering is meedoen, de taal leren en een baan vinden. Het is veel logischer om in te zetten op werk. Dat ondersteunt die inburgering juist.’ 

Als klantmanager of werkconsulent moet je continu zaken afwegen

Afstemming met werkgevers en taalaanbieders

Het combineren van inburgering en werk - de zogenaamde duale projecten - vraagt ook afstemming met werkgevers en afstemming met taalaanbieders. 
Een spanningsveld dat bij gemeente Den Bosch naar voren komt. Maarten van Eijk, afdelingshoofd werk en dienstverlening: ‘Het afstemmen van de trajecten is soms lastig. Bijvoorbeeld op het moment dat iemand overdag een werktraject volgt en de taalaanbieder geen lesaanbod in de avonden of weekenden heeft. We zijn in gesprek met taalaanbieders om dat beter te doen. Je moet ervan uitgaan dat werk en taal elkaar versterken.’

Spanningsveld

Van Hal heeft met verschillende gemeenten gesproken over de spanningsvelden rondom arbeidstoeleiding en inburgering. ‘Er zijn gemeenten die structurele overlegmomenten georganiseerd hebben met verschillende partijen als Vluchtelingenwerk, maatschappelijke organisaties en onderwijsinstituten. Dat werkt.’ Van der Veer van gemeente Den Bosch legt uit hoe zij te werk zijn gegaan: ‘Toen de grote stroom statushouders binnenkwam in 2016, hebben wij een integraal programma gemaakt. Daarvoor werkten we met het ‘klassieke model’, waarbij er eerst wordt ingezet op taal en pas na het voldoen aan de inburgeringsplicht volledig wordt  ingezet op werk.' 

We werken samen in plaats van dat we elkaar tegenwerken. Je ziet dat dat iets oplevert.

'Met het gevolg dat statushouders niet integreren. Vanaf de instroom moet je dit direct intensief oppakken. Werk samen met Vluchtelingenwerk, zet in op tolken uit de doelgroep en blijf continu in gesprek met de statushouder. Taal hoeft niet altijd een belemmering te zijn om te gaan werken. We hebben geprobeerd alle stakeholders in de stad te verbinden: Vluchtelingenwerk, diverse taalscholen en werkgevers. We werken samen in plaats van dat we elkaar tegenwerken. Je ziet dat dat iets oplevert. Steeds meer gemeenten kiezen voor zo’n intensieve aanpak. Gemeente Leiden is daar bijvoorbeeld ook mee bezig.'

Bewustwording

Voor gemeenten die weinig inzicht hebben in de spanningsvelden, of er juist mee aan de slag willen, is er het spel. Het doel is duidelijk. Van Hal: ‘Dat het leidt tot bewustwording. Als je aan het werk bent, heb je niet zo door binnen wat voor spanningsvelden je aan het bewegen bent. Door het spel begrijp je beter waar de knelpunten zitten. Het helpt bij bewustwording van je werk.’ Van Eijk: ‘Ik denk dat het de klantmanager kan helpen om meer inzicht te krijgen in al die spanningsvelden. Het is zoveel en zo complex. Hiermee zorg je ervoor dat de klantmanager makkelijker met de verschillende partijen het gesprek kan aangaan. Niet alleen met de statushouder, maar ook met organisaties als Vluchtelingenwerk of een werkgever. Daarnaast is het een stukje professionalisering voor de werkconsulent. Daar is behoefte aan.’ 

 Door het spel begrijp je beter waar de knelpunten zitten. Het helpt bij bewustwording van je werk.

Het werk van gemeente Den Bosch en andere gemeenten zal in de toekomst veranderen. Vanaf 2021 worden gemeenten verantwoordelijk voor de inburgering en de arbeidstoeleiding. Het doel is dat nieuwkomers meteen aan het werk gaan en ondertussen de taal leren. Gemeenten gaan voor alle inburgeraars een individueel inburgeringsplan maken. Van Eijk: ‘Daar zijn wij ontzettend blij mee. Op deze manier komt de regie weer terug bij de gemeenten. Wij zijn er van overtuigd dat je werk en taal moet combineren. Het opbouwen van een nieuw bestaan moet je goed ondersteunen en begeleiden. Op een werkvloer leer je veel meer de taal dan als je zo nu en dan een inburgeringscursus hebt.’

Inburgeringswet en participatiewet

Statushouders hebben in het kader van hun integratie te maken met de inburgeringswet en de participatiewet. De inburgeringswet schrijft voor dat zij binnen drie jaar moeten slagen voor het inburgeringsexamen. De participatiewet verplicht gemeenten om uitkeringsgerechtigden zo snel mogelijk naar betaald werk te leiden. Gemeenten variëren in hun focus. Sommige gemeenten zetten de inburgering voorop, andere gemeenten geven voorrang aan werktoeleiding. Vanaf 2021 gaat het inburgeringsstelsel veranderen. In dit nieuwe stelsel krijgen gemeenten de regie (terug) op inburgering.