'Schaamte houdt Antillianen vaak tegen om hun hulpvraag neer te leggen'

Haagse zelforganisaties wilden weten hoe het is gesteld met de Antilliaanse gemeenschap in hun stad. De factsheet ‘Leefomstandigheden inwoners met een Antilliaanse achtergrond in Den Haag’ laat een cumulatie van problemen zien: armoede, jeugdzorg, schooluitval. Onderzoeker Hans Bellaart ging hierover in gesprek met Eunice Eisden, plaatsvervangend gevolmachtigde minister van Curaçao.

Artikel
Integratie- en inburgeringsbeleid

Ze wist dat de leefomstandigheden van veel Antillianen niet rooskleurig zijn. Toch komt de factsheet hard aan bij Eunice Eisden, vertelt ze aan onderzoeker Hans Bellaart. 'Waar ik van geschrokken ben, is het percentage kinderen die in armoede opgroeien.' Ook het gebruik van de jeugdzorg valt op. Die hoge cijfers zijn opvallend omdat Antillianen niet zo gemakkelijk naar de hulpverlening stappen, weet Eisden. 'Dat ze het toch doen, laat zien dat de problemen heel groot zijn. En dat ze die ten goede van hun eigen kinderen willen oplossen. Ze cijferen zichzelf weg om hun kind wel het beste te kunnen bieden.' Dat is op zichzelf een positieve ontwikkeling. Maar het laat ook zien dat de combinatie van armoede en opvoedproblemen zijn sporen in de Haagse Antilliaanse gemeenschap achterlaat.

Schaamte

Eisden vermoedt dat er nog heel wat probleemgezinnen tussen wal en schip terecht komen, omdat de culturele drempel van veel instellingen te hoog is. 'De opvoeding hier in Nederland is natuurlijk een heel andere dan die bij ons in Curaçao. Het is in Nederland veel vrijer, mondigheid wordt ontzettend belangrijk gevonden, voor jezelf opkomen. De cultuurverschillen zijn groot.'

Toch zijn er voorbeelden van hulpverlening die rekening houdt met die verschillen. Eisden verwijst naar Stichting MADi in Amsterdam, waar met het programma POP-up your Life en de daarbij behorende uitnodigende en begripvolle benadering veel positieve resultaten worden geboekt. 'Schaamte is namelijk vaak een drempel die mensen tegenhoudt om naar buiten te treden en hun hulpvraag neer te leggen. Dat is ook een beetje een cultureel aspect, dat doen Antillianen niet gauw. Daarbij komt ook dat langdurige armoede ervoor zorgt dat je je terugtrekt uit de samenleving, dat je de weg niet meer kunt vinden. Dat alles dichtgaat in je hoofd. Armoede kan je verlammen.'

Valkuil

De plaatsvervangend gevolmachtigde minister vanCuraçao is verbaasd dat de armoede juist onder Antilliaanse Nederlanders zo groot is. 'Ik heb eerlijk gezegd geen idee hoe dat komt. Zeker omdat uit de cijfers van de factsheet ook blijkt dat we gemiddeld en vergeleken met andere migrantengroepen in Den Haag een hoog opleidingsniveau hebben. Dus deze uitkomst was schrikken voor mij. '

‘Antillianen zijn ingezetenen van het Koninkrijk, toch zijn de cultuurverschillen groot’

Een van de valkuilen van de Antilliaanse gemeenschap is dat Nederlandse instituties en professionals ervan uitgaan dat de culturele verschillen dus minder groot zijn dan bij bijvoorbeeld Nederlandse Marokkanen en Turken. 'Dat Antillianen de Nederlandse taal vaak goed beheersen, suggereert dat ze een voorsprong hebben op andere migrantengroepen en dan is het een tegenvaller als dat niet zo is. En vanuit dat perspectief wordt gemakkelijker de schuld gelegd bij degene die voor hulp komt. Als hulpverleners meer zouden weten over de omstandigheden op Curaçao en van de problemen van de Antilliaanse gemeenschap in Nederland, dan zouden ze beter op de hulpvraag in kunnen spelen.'

Gelijke kansen

Wat is de conclusie die Eunice Eisden aan de hand van de factsheet trekt? 'Dat de Antilliaanse zelforganisaties in Den Haag meer moeten gaan samenwerken met de instellingen. De zelforganisaties kunnen een brug slaan tussen de gezinnen die in armoede leven en de instellingen. Vanuit de gedachte dat de Antilliaanse gemeenschap deel uitmaakt van het Koninkrijk en dat alle ingezetenen gelijke kansen moeten krijgen. De vraag is of de Antilliaanse gemeenschap ook ervaart dat ze gelijke kansen krijgt. Of er rekening wordt gehouden met culturele diversiteit.Door die vragen te stellen, kun je inzicht krijgen in wat belemmerend werkt en wat bevorderend. Waarom kan de Antilliaanse gemeenschap niet gedijen in Nederland? Hoe komt het dat, ondanks een gemiddeld hoog opleidingsniveau, toch een groot deel in armoede leeft? Als we dat helder kunnen krijgen, zijn we echt een stap verder. Daaraan kunnen Antilliaanse zelforganisaties een belangrijke bijdrage leveren. Zij kennen de cultuur, weten de mensen te motiveren en te vertegenwoordigen.'

Hoe zou die samenwerking tussen de zelforganisaties en de instellingen er wat haar betreft uit moeten zien? 'In elk geval niet door de verantwoordelijkheid voor de problemen in deze groep eenzijdig neer te leggen bij de zelforganisaties. Nee, de instellingen zijn verantwoordelijk voor ondersteuning van alle inwoners van Den Haag en dus ook voor de Antilliaanse Hagenaars. En zij moeten hun aanbod toegankelijk maken voor iedereen. Vertaal de diversiteit van de stad in je aanpak, de samenstelling van je team, dáár gaat het om. Den Haag is een multiculturele stad, dus je kunt niet volharden in een aanpak die daar niet bij aansluit. Het goede nieuws is dat er nu achttien Haagse Antilliaanse zelforganisaties klaar staan om dat beleid samen met de instellingen te veranderen. Het zou zonde zijn als daar geen gebruik van wordt gemaakt.'

Belangrijke Cijfers Haagse Antillianen (12.741 inwoners)

  • 42 procent groeit op in een minimahuishouden (tegenover 9 procent van de kinderen met een Nederlandse achtergrond).
  • 83 procent bezocht afgelopen jaar minimaal één keer de arts of het ziekenhuis (tegenover 77 procent van de Hagenaars met een Nederlandse achtergrond).
  • 9,2 procent van vroegtijdige schoolverlaters in Den Haag in 2011/2012 was van Antilliaanse afkomst. Daarmee vormen zij relatief de grootste groep schoolverlaters.
  • 17,2 procent groeide vorig jaar op in een eenoudergezin (tegenover 6,9 procent Hagenaars met een Nederlandse achtergrond).
  • 21 procent van de jongeren ontving in 2016 hulp via een wijk-of buurtteam. Veel meer dan bijvoorbeeld Marokkaanse Hagenaars: 9 procent.
  • Ruim driekwart had in 2014 matig tot ernstig overgewicht. Het hoogste percentage van alle inwoners in Den Haag.

Grote foto: Hollandse Hoogte 

Meer informatie?Neem contact op met:

Hans Bellaart

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 06-40082873
Afbeelding