Thuis zijn in een ‘achterstandswijk’

Hoe ervaren Marokkaans-Nederlandse jongeren hun zogenoemde achterstandswijk? Die vraag beantwoordt Patricia Wijntuin met haar proefschrift ‘Mijn buurt is leuk en gezellig!’.

Artikel
Diversiteitsbeleid

‘Gezellig’, kan het nog Nederlandser?
'Haha, precies! Bijna alle dertig jongeren die ik heb geïnterviewd in Kanaleneiland en Hoograven gebruikten dit woord. Dat verbaasde me wel. Als je zo goed in staat bent zo’n gevoelsmatig woord te gebruiken, dan zegt dat volgens mij wel iets over jouw inbedding in Nederland.'

Is dat de conclusie, dat deze jongeren zijn ingebed? 
'Ja, door de binding met hun buurt. Je moet het niet zoeken op het niveau van heel het land, maar op meer alledaagse plekken. Er wordt wel gezegd dat de buurt door globalisering en digitalisering niet meer van betekenis is, maar dat geldt niet voor deze jongeren. Ze zijn aangewezen op en verbonden met hun buurt, doordat hun leven zich voor een belangrijk deel op straat afspeelt, ze er veel plekken en mensen kennen. Ze zijn trots op hun buurt, ondanks het negatieve imago ervan.'

 

Patricia Wijntuin, docent-onderzoeker bij het lectoraat Organiseren van Verandering in het publieke domein, promoveerde op 24 juni 2019 met haar proefschrift ‘Mijn buurt is leuk en gezellig!’.

 

Voor haar promotieonderzoek naar de betekenis van de buurt voor Marokkaans-Nederlandse jongeren in achterstandswijken sprak ze met dertig van hen. Zestien jongens en veertien meiden, in de leeftijd van 13 tot 20 jaar, geboren en getogen in Kanaleneiland en Hoograven. 

Een groot deel van de Marokkaans-Nederlandse jongeren in Utrecht woont en groeit op in deze buurten. In 2008 werden onder meer Kanaleneiland en Hoograven aangewezen als ‘krachtwijken’. De afgelopen jaren zijn miljoenen euro’s geïnvesteerd in de herstructurering ervan, met als doel de wijken leefbaarder te maken.

 

Waarom dit onderzoek? 
'Ik sprak eens twee jongens in Zuilen, een buurt in Utrecht waar toen veel om te doen was. Een van hen zei: ‘Ik ben heel trots op de buurt.’ De ander noemde het ‘net een dorp’. Terwijl de wijk heel slecht naar voren kwam in de media en iedereen zei dat er herstructurering nodig was. Dat verschil in beleving, hoe kan dat? Met die vraag begon mijn fascinatie. Uit verwondering.'

Wat zijn de belangrijkste bevindingen?
'Je kan het rondhangen van de jongens zien als iets negatiefs, omdat ze daarmee misschien overlast veroorzaken. Maar als je verder kijkt dan je neus lang is, dan zie je dat het voor hen een andere betekenis heeft. Het is hun manier om gezien te worden en erbij te horen. Ze ontmoeten vrienden, kletsen, hangen en voetballen. Het is voor jongeren belangrijk dat er plekken in de buurt zijn die zij op hun eigen manier naar hun hand kunnen zetten. Zo ontwikkelen ze hun identiteit.

'Voor meiden geldt dat net zo goed als voor jongens, alleen doen zij dit op een andere manier. De culturele context staat niet toe dat meiden ook rondhangen, dat is voor hen geen gepast gedrag. De aanwezigheid van de jongens, maakt bovendien dat zij zich in de gaten gehouden voelen. Daarom lopen zij rond, ze navigeren als het ware. Ik was er verbaasd over dat zij de buurt zo gebruiken. Heel slim.'

Daar klinkt bewondering in door.
'Met de meiden voelde ik me meer verbonden. Zij moeten dealen met de beperkingen die er zijn en maken op een slimme manier gebruik van de mogelijkheden die ze wel hebben. Dat is niet eerder onderzocht. Er is sowieso bijna geen onderzoek gedaan naar de beleving van de openbare ruimte door jongeren van deze leeftijd en met deze afkomst. Dat ik daar mijn licht op heb laten schijnen, daar ben ik wel beetje trots op. Ik heb laten zien hoe jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond een thuis creëren in hun buurt.'

Je ergens thuisvoelen is belangrijk?
'Zeker, anders ben je ontheemd. Al helemaal als je wortels niet in Nederland liggen. Ik ben geboren in Suriname en heel veel verhuisd, dus ik weet hoe dat voelt. Onlangs ben ik opnieuw verhuisd, met mijn gezin binnen Utrecht. We woonden eerst in de Rivierenwijk, tussen de twee onderzochte achterstandswijken in. Ik voelde me daar erg thuis. We zijn naar een andere wijk gegaan omdat we een groter huis wilden, maar ik heb onderschat hoe belangrijk de omgeving is. Het geeft vertrouwen als je weet dat je kunt terugvallen op de mensen om je heen. Deze jongeren hebben dat in hun buurt. Er is meer cohesie in achterstandswijken dan wordt gedacht.'

Verkeerde aannames waarop beleid wordt gemaakt.
'Er werd en wordt nog steeds veel ingegrepen in achterstandswijken, met de bedoeling ze naar een hoger plan te tillen. Maar lijken beleidsmakers vaak alleen in stenen te denken en minder aan de sociale relaties. Dan moeten bewoners bijvoorbeeld plaats maken voor nieuwe dure huizen, want dan wordt de wijk diverser. Maar zo werkt dat niet. Je gaat automatisch om met mensen uit dezelfde sociale klasse, met dezelfde leefwereld. Daar kun je mee praten en voel je je mee verbonden. Ik zeg niet dat ik tegen menging ben en uiteraard moeten verwaarloosde huizen worden opgeknapt, maar de herstructureringen zoals die nu nog steeds plaatsvinden doen de sociale cohesie in achterstandswijken eerder kwaad dan goed. Ze gaan niet alleen gepaard met ontwrichting van sociale netwerken en het verlies van een gevoel van thuis, maar geven impliciet ook een oordeel over de kwaliteit van de buurt en haar bewoners.'

'Scheep [jongeren] niet af met een plekje ergens achteraf, ze willen gezien worden.'

Hoe moet het dan wel?
'Als je buurten verandert, praat dan alsjeblieft met de bewoners. En luister ook echt, geef ze niet alleen het idee dat ze mogen meepraten om vervolgens je eigen plan te trekken. En praat niet alleen met volwassenen, maar ook met de jongeren. Zij hebben herinneringen aan de plekken die verdwijnen. Scheep ze niet af met een plekje ergens achteraf, ze willen gezien worden. De openbare ruimte wordt ingericht door en voor volwassenen, maar jongeren maken er ook gebruik van. En wij kunnen niet dicteren hoe zij zich moeten gedragen. Je moet dat wat de bewoners willen, laten terugkomen in de wijk.'

De een wil een hangplek, de ander geen overlast...
'Het wordt uiteindelijk natuurlijk een compromis. Maar daar zou ik persoonlijk minder moeite mee hebben als ik gehoord ben en uitgelegd heb gekregen waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. Er is geen kant-en-klare oplossing, de werkelijkheid is complex en genuanceerd. Mensen hebben meerdere verhalen. Dat deze jongeren zich thuis voelen in hun buurt, is er eentje die ik nu heb opgetekend. Maar er zijn er nog veel meer. Mijn aanbeveling is: luister ernaar.'

 

Auteur: Hester Heite

Fotograaf portretfoto: Maureen Naus