Vier vragen over een nieuw boek over eergerelateerd geweld

Eergerelateerd geweld is toch iets van Turken, Marokkanen en mensen uit andere exotische culturen? Dat klopt niet, schrijft dr. Rob Ermers in zijn nieuwe boek Honor Related Violence. Hij stelt, vanuit sociaal-psychologisch perspectief, dat eergerelateerd geweld net zo goed kan voorkomen bij de familie De Vries. Hoe zit dat? Vier vragen aan Rob Ermers.

Artikel
Zelfbeschikking

Er is veel geschreven over eergerelateerd geweld. Wat is er precies nieuw aan uw boek?

Wil je eergerelateerd geweld kunnen begrijpen, dan moet je eerst een definitie hebben van eer. Gedurende mijn onderzoek kwam ik er achter dat er geen definitie van eer is, althans niet in relatie tot niet-westerse mensen. Het rare is dat er ook in Nederland in 2005 wel een definitie van aan eergerelateerd geweld is opgesteld, maar deze definitie is, als je goed leest, onbegrijpelijk en wordt in de praktijk daarom ook niet gebruikt.

‘Door mijn onderzoek en behandeling van inmiddels honderden zaken ben ik tot het inzicht gekomen dat eer universeel is, en morele reputatie inhoudt. Op deze wijze kun je veel gedrag van mensen verklaren, ook van niet-westerlingen. Een heel belangrijk voordeel is nu dat je niet naar cultuur hoeft terug te grijpen. Immers, als je te veel op cultuur leunt, dan heb je nog geen idee waarom iemand geweld gebruikt. Bovendien denken veel mensen dat westerlingen in het algemeen logisch redeneren en dat niet-westerlingen hun gedrag, en dus ook hun geweldsdelicten, door hun cultuur laten bepalen.

‘De sociale context waarin het menselijk gedrag plaatsvindt is wel cultureel gekleurd, maar het onderliggende gedrag en de onderliggende emoties zijn universeel menselijk. Als het om menselijk gedrag gaat, kom je met behulp van begrippen uit de sociale psychologie een heel eind, omdat deze discipline het gedrag van mensen ten opzichte van elkaar bestudeert.’

'[Veel mensen denken] dat westerlingen in het algemeen logisch redeneren en dat niet-westerlingen hun gedrag, en dus ook hun geweldsdelicten, door hun cultuur laten bepalen'

Waarom kunnen mensen geweld plegen als hun eer in gevaar komt?

‘Het komt erop neer dat elk mens bang is om gestigmatiseerd, uitgesloten en afgewezen te worden. In de literatuur wordt zo'n situatie ‘sociale dood’ genoemd. Dit is een bekend gegeven in sociaal-psychologisch onderzoek. Als je als individu wordt uitgesloten uit je groep, dan levert dat veel stress en pijn op. In wetenschappelijke studies is aangetoond dat  je hersenen op sociale uitsluiting hetzelfde reageren als op fysieke pijn. Daarnaast gaat sociale uitsluiting gepaard met gevoelens van angst en stress. Vandaar dat al gebleken is dat gevoelens van sociale uitsluiting een belangrijke onderliggende grond zijn voor frustratie, stress, boosheid en geweld. Dat is niet cultureel bepaald.

‘Een oorzaak van sociale uitsluiting is twijfel aan je betrouwbaarheid en integriteit door anderen in je groep. Je krijgt een stigma, ze vinden je immoreel. Dat kun je een situatie van oneer noemen. Ze gaan je uit de weg en houden hun kinderen uit je buurt. Ze schelden je uit, spugen je in het gezicht en in dergelijke gevallen zijn er ook lynchpartijen geweest.

‘Een voorbeeld. Lucia de B. was veroordeeld wegens moord. Zij bleef echter volhouden dat ze onschuldig was, en ze wilde eerherstel; dat betekent dat ze van het stigma van moordenares af wilde. Ze wilde weer normaal geaccepteerd worden in haar gemeenschap, en trouwens in heel Nederland. In het geval van Lucia is dat gelukt.

‘Een oorzaak van sociale uitsluiting is twijfel aan je betrouwbaarheid en integriteit door anderen in je groep'

‘Je kunt ook sociaal uitgesloten worden als niet jijzelf maar een familielid in de ogen van veel mensen immoreel is. Zijn of haar immorele reputatie kan neerslaan op jou en je gezin. Een voorbeeld: Jos B. wordt verdacht van betrokkenheid bij de dood van een elfjarig jongetje, 25 jaar geleden. Stel nu dat je de zus bent van Jos, dan heeft die verdenking een weerslag op jouw morele reputatie. Zelfs als Jos straks onschuldig wordt bevonden. De gemeenschap waartoe je behoort, denk aan buren, collega’s, vrienden, de ouders van klasgenoten van je kinderen, of kennissen op de sportclub, kijkt nu met andere ogen naar jou. Je bent nu ‘de zus van’. En men verwacht concreet gezien dat je je duidelijk distantieert van het gedrag van je broer, of zelfs van je broer als persoon. Aan deze situatie van oneer is niets exotisch.

‘Een gemeenschap reageert niet altijd afwijzend op geweld. De mensen beoordelen ook in welke context het geweld is gepleegd. En soms komen ze tot de conclusie dat het geweld, zelfs doodslag en moord, gerechtvaardigd is. Denk aan de juweliersvrouw die twee jaar geleden twee overvallers doodschoot. Door de rechter is deze actie geaccepteerd als noodweer. En zo vinden mensen het ook begrijpelijk dat jij ruzie krijgt met je broer over zijn immorele gedrag, zelfs als zo'n ruzie escaleert in geweld.

‘Dergelijke mechanismen zijn universeel en daardoor verschilt ook menselijk gedrag op belangrijke punten niet fundamenteel. Wat je wel zou kunnen aannemen, is dat mensen in hechte groepen zoals families meer verantwoordelijkheid voor elkaar voelen en een strengere interne controle kennen dan andere groepen. Maar dit moet nog veel beter worden onderzocht.

‘Hoe dan ook kun je in geen geval volstaan met ‘dat komt door de - Turkse, Marokkaanse, Irakese, etc. - cultuur’. Dat is een vreselijke uitspraak die niet eens waar is. Als je zoiets zegt, zou je dat voor iedereen moeten doen. Maar als Willem Holleeder zijn zus uitscheldt, zeggen we niet: dat komt door zijn Amsterdamse cultuur. Wanneer een Afghaan, Marokkaan of Turk zijn vrouw slaat, dan is ‘cultuur’ raar genoeg opeens wel een verklaring.’

Eergerelateerd geweld is geen alledaags onderwerp. Hoe kwam u op het idee om er onderzoek naar te doen?

‘Al voor mijn studie Arabisch en Turks was ik geïnteresseerd in mensen uit het Midden Oosten. In het Brabantse dorp waar ik opgroeide kwam ik in contact met een Koerdisch gastarbeidersgezin uit Turkije. Ze zagen er anders uit en ze vertelden verhalen over een ver land waar ik nog nooit was geweest. Dat vond ik razend interessant. Ik ben toen zelf Turks gaan leren en later Arabisch gaan studeren. Tijdens mijn studie kwam ik in contact met turkoloog Ane Nauta van de Universiteit Leiden. Nauta werd al sinds de jaren tachtig ingeschakeld bij Turkse moordonderzoeken, omdat de politie niet goed wist hoe ze dergelijke zaken moest aanpakken. Nadat ik vijf jaar in het buitenland had gewoond, kwam ik terug naar Nederland. Niet lang daarna benaderde ik collega Nauta en we besloten om samen trainingen te gaan geven. Met plezier denk ik terug aan onze discussies over eer. We waren zoekende naar een definitie. Ook draaiden we de vraag om: wat is oneer eigenlijk? Op die manier kunnen de juiste vragen je op een spoor zetten. En dat is gebeurd.’

Wat zou er naar aanleiding van uw boek moeten gebeuren?

‘Het beleid over eergerelateerd geweld zou volgens mij herzien moeten worden. Om te beginnen moet er een definitie van eer worden geformuleerd die voor iedereen geldt. Wat de Nederlandse wet betreft, kun je eer volgens mij in het licht van strafbare feiten als smaad en laster interpreteren als morele reputatie. En dat lijkt mij ook de betekenis in artikel 12 van de Universele Rechten van de Mens. Immers, als iemand smaad over jou verspreidt, ontstaat het risico dat anderen aan je moraliteit gaan twijfelen. Dan raakt je morele reputatie beschadigd. Met alle gevolgen van dien.

‘Ook zouden we voorzichtiger moeten zijn met beweringen over mensen uit etnische minderheidsgroepen. In officiële overheidsdocumenten staat bijvoorbeeld dat mannen uit zogenoemde ‘traditionele’ ‘eerculturen’, d.w.z. niet-westerlingen, denken dat vrouwen hun bezit zijn. Stel nu, dat een zekere Ahmed juist niet zo denkt. Nu moet hij bewijzen aan de maatschappelijk werker of de politiefunctionaris dat hij beslist niet vindt dat zijn vrouw en zijn dochter zijn bezit zijn. Maar hoe zou hij dat moeten aantonen? En vaak wordt zo iemand ook nog gevraagd: hoe is dit of dat in jouw cultuur? Of wat vindt jouw geloof van dit onderwerp? Dat zijn, als je erover nadenkt, gigantisch moeilijke vragen, waarop je niet zomaar een tevredenstellend antwoord kunt bedenken. Mij worden als witte man zulke complexe vragen over ‘de’ Nederlandse cultuur nooit gesteld.

'Mij worden als witte man zulke complexe vragen over ‘de’ Nederlandse cultuur nooit gesteld'

‘Dit soort rare aannamen en stereotypen veroorzaakt frustratie bij mensen uit etnische minderheidsgroepen. Zeker als het om een crisissituatie van henzelf of hun gezin gaat, weten ze niet hoe ze zich op een elegante manier daartegen moeten verweren en doen ze er liever het zwijgen toe. Of ze worden boos.

‘Het is een feit dat mensen uit het Midden-Oosten, net als alle andere mensen ter wereld, door de gemeenschap waartoe ze behoren op hun eigen wangedrag en dat van familieleden aangesproken kunnen worden. Zo'n proces kan leiden tot angst, spanningen en helaas ook tot geweld. Daarmee wil ik geweld beslist niet vergoelijken: slachtoffers moeten goed worden beschermd en de daders vervolgd en berecht. Wat relevant is om te onderzoeken is wat precies de reden voor het conflict is, en hoe we kunnen voorkomen dat de zaak verder escaleert. We moeten er als samenleving wat nuchterder naar kijken en niet te snel aannamen doen over groepen.’

 

Meer informatie?Neem contact op met:

Hilde Bakker

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892081
Afbeelding