Houd zicht op integratie en diversiteit: meld je aan voor de nieuwsbrief van Kennisplatform Inclusief Samenleven

Gemeenten zijn via de Participatiewet verantwoordelijk voor de ondersteuning van statushouders bij het vinden van werk. Hoe ze dat invullen, verschilt per gemeente. Kennisplatform Inclusief Samenleven brengt vijf inspirerende voorbeelden van gemeenten in kaart en komt daarmee tegemoet aan de wens van gemeenten om ervaringen te delen, in plaats van dat elk van hen het wiel opnieuw moet uitvinden.
Inge Razenberg en Marjan de Gruijter (Verwey-Jonker Instituut/Kennisplatform Inclusief Samenleven) onderzochten de gemeenten Utrecht, Westland, Zaanstad, Amsterdam en Eindhoven. Alhoewel de beschreven praktijken niet per se dé oplossing zijn, kent volgens de onderzoekers elke aanpak elementen die andere gemeenten kunnen inspireren. Wel luidt het advies in het rapport De rol van gemeenten bij arbeidsparticipatie van vluchtelingen dat de ervaringen van de arbeidstoeleiding van statushouders en de samenwerkingen geborgd en ingebed moeten worden in de reguliere werkwijze van de gemeente. Maatregelen dus zoveel mogelijk verankeren in regulier beleid om zo de inspanningen te waarborgen, ook wanneer de publieke belangstelling voor vluchtelingen afneemt.
De onderzoekers zien dat gemeenten in 2016 meer doordrongen zijn van het belang om vroegtijdig vluchtelingen in beeld te krijgen. In Utrecht, Amsterdam en Zaanstad voeren klantmanagers intakegesprekken met statushouders, waarbij ook stakeholders als VluchtelingenWerk of het sociaal wijkteam zijn aangehaakt. Alledrie de gemeenten werken ook met een assessment. Eindhoven en Westland besteden de informatieverzameling uit: in Eindhoven brengt het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) de informatie in kaart, in Westland gaat het sociaal werkbedrijf in gesprek met statushouders. Amsterdam, Eindhoven en Utrecht starten al in het azc met arbeidstoeleiding, in Zaanstad zijn hier plannen voor.
Taalvaardigheid, een opleiding en werkervaring in Nederland, kennis van de Nederlandse arbeidsmarkt, gezondheid en sociaal netwerk zijn van invloed op de arbeidspositie van vluchtelingen. Alle vijf de gemeenten werken aan kennis over de arbeidsmarkt door middel van bijvoorbeeld een sollicitatietraining – aangepast naar het taalniveau van de statushouders – of het bieden van een werkervaringsplek.
Óf de opleiding in Nederland is gevolgd, lijkt zelfs belangrijker te zijn dan het niveau van de opleiding
De vijf gemeenten verschillen in mogelijkheden die zij bieden om onderwijs te volgen. In de ene gemeente hebben statushouders boven de dertig jaar de mogelijkheid te studeren met behoud van uitkering, andere gemeenten bieden die mogelijkheid niet. Duale trajecten, waarbij de taal leren te combineren is met opleiding of werk, zijn in ontwikkeling maar komen in de praktijk maar mondjesmaat van de grond. Uit onderzoek blijkt dat het volgen van een opleiding in Nederland een belangrijke succesfactor is. Vluchtelingen die hun hoogste opleiding in Nederland hebben afgerond, hebben evenveel kans op een passende baan als anderen. Óf de opleiding in Nederland is gevolgd, lijkt zelfs belangrijker te zijn dan het niveau van de opleiding.
Bij arbeidsbemiddeling spelen partijen als VluchtelingenWerk en gezondheidsinstellingen een belangrijke rol. Succesfactoren voor de samenwerking zijn het ontwikkelen van wederzijds vertrouwen, een gezamenlijk doel voor ogen hebben, structureel overleg voeren en kennis uitwisselen. In de gemeente Zaanstad en Utrecht is bijvoorbeeld VluchtelingenWerk aanwezig bij het intakegesprek met de statushouder waardoor dubbele intakes worden voorkomen en een gezamenlijk plan van aanpak wordt opgesteld. In Amsterdam werken klantmanagers samen met de GGD om gezondheidskwesties direct aan te kunnen pakken.
In de praktijk is een succesvolle match tussen vluchteling en werkgever vaak lastig. Niet alleen bij regulier betaald werk, gemeenten hebben ook moeite om geschikte werkervaringsplekken te vinden. Tegelijkertijd hebben werkgevers veel vragen over het aannemen van statushouders. De vijf gemeenten die KIS heeft gesproken zijn zich ervan bewust dat het ondersteunen van werkgevers een belangrijk aandachtspunt is. Een succesfactor is om werkgevers kennis te laten maken met de doelgroep, niet door een cv op te sturen maar door fysieke ontmoetingen of door filmpjes te vertonen waarin vluchtelingen over hun ambities vertellen. Hoewel de gemeenten de samenwerking met werkgevers elk op hun eigen manier vormgeven, adviseren ze allemaal om te kijken welke bedrijven over de motivatie en energie beschikken om statushouders kansen te bieden, in plaats van ‘koud’ bedrijven te benaderen.
Vijf adviezen om statushouders naar werk te begeleiden: