'Voor veel jongeren is het een fact of life dat de politie discrimineert'

De Schilderswijk. De sterk multiculturele Haagse volksbuurt kwam de afgelopen jaren vaak negatief in het nieuws. Daarbij vormde de problematische verhouding tussen de politie en de jongeren in de wijk vaak een rode draad. Corina Duijndam en Baukje Prins van het lectoraat Burgerschap en Diversiteit van De Haagse Hogeschool, besloten die relatie te onderzoeken door 180 ervaringsverhalen van jongeren op te tekenen en te analyseren. KIS sprak met Baukje Prins over het onderzoek en het gelijknamige boek Geboren en getuige in de Schilderswijk.

Artikel
Discriminatie

Alleen al de naam Schilderswijk roept bij veel mensen negatieve associaties op, zoals die aan de pro-Palestina demonstratie in 2014 of aan de dood van Mitch Henriquez en de daarop volgende rellen in 2015. Wat was uw eigen beeld toen u drie jaar geleden aan uw onderzoek begon?
‘Toen wij in het najaar van 2014 met ons onderzoek startten, was de discussie over etnisch profileren door de Haagse politie in volle gang. De Ombudsman had net de geruststellende woorden gesproken dat de politie in de Schilderswijk niet structureel te hard optrad.  Tegelijkertijd kwamen onderzoekers van de Universiteit Leiden met een naar mijn idee zwak onderzoek dat concludeerde dat de politie zich niet systematisch schuldig maakte aan etnisch profileren.’

‘Dat waren twee geruststellende berichten voor de politie en het Haagse College van B&W, maar de jongeren in de wijk herkenden zich niet in de conclusies. Sterker nog; voor hen vormden de twee onderzoeken juist het zoveelste bewijs dat er niet naar ze geluisterd werd.’

Er zitten veel haken en ogen aan de term etnisch profileren

U en uw collega’s deden dat wel door samen met vier masterstudenten 49 jongeren met een migratieachtergrond uit de Schilderwijk te interviewen over hun ervaringen met de politie. Waarom besloten jullie tot deze kwalitatieve aanpak?
‘Omdat we nadrukkelijk géén onderzoek wilden doen naar etnisch profileren. Die term wordt sinds Amnesty International het in 2013 introduceerde als de vertaling van racial profiling veel gebruikt door media en onderzoekers, maar er zitten veel haken en ogen aan. Om te kunnen spreken van etnisch profileren moet er sprake zijn van disproportioneel discriminerend optreden door de politie, dat houdt per definitie in dat je een zeer grote doelgroep moet onderzoeken.  Dat is lastig, zeker in een wijk waar 95 procent van de bevolking een niet-autochtone afkomst heeft. Dan kun je het hele idee van etnisch profileren al bijna niet meer hard maken.’

‘In zo’n sterk gekleurde wijk kun je hooguit uit verhalen van bewoners opmaken dat de politie hen met een bepaald wantrouwen tegemoet treedt terwijl daar in hun ogen vaak geen aanleiding toe is. Daarom hebben wij besloten om een breder en verdiepend onderzoek te doen naar de ervaringen die jongeren met de politie hebben opgedaan en de verhalen die daarover de ronde doen in de wijk en op sociale media.’

jongeren schilderswijk
Foto: Reyer Boxem
 

Begeeft u zich als onderzoeker niet op glad ijs als u slechts één kant van de zaak belicht?
‘Nee, want we hebben onszelf niet de vraag gesteld of etnisch profileren of buitenproportioneel gebruik van geweld door de politie al dan niet voorkomt in de Schilderswijk. We hebben ons louter gefocust op de ervaringsverhalen en die geanalyseerd aan de hand van de verschillende componenten waaruit vertrouwen bestaat; de belangen die op het spel staan, het geloof in de competenties van de ander en de intenties die je aan het handelen van de ander toeschrijft.’

'Heel veel jongeren zijn ervan overtuigd dat de politie in de Schilderswijk discrimineert op grond van uiterlijk en etniciteit'

‘De verhalen van de jongeren zijn uiteraard gekleurd, maar spelen een belangrijke rol in hun beeldvorming en zijn uiteindelijk van invloed op de wijze waarop de jongeren op de politie reageren en vice versa.’ 

Welk beeld komt naar voren als u alle 180 verzamelde verhalen naast elkaar legt?
‘Door middel van de interviews hebben wij kunnen constateren dat heel veel jongeren ervan overtuigd zijn dat de politie in de Schilderswijk discrimineert op grond van uiterlijk en etniciteit. Maar er is ook een minderheid van jongeren die juist positief is. Zij vinden dat de politie goed optreedt en dat veel jongeren het aan hun eigen wangedrag en grote mond te danken hebben als ze worden aangehouden. Wat ons verder opviel, was dat de geïnterviewde jongeren zich niet allemaal totaal machteloos afbeelden zoals in de media vaak naar voren kwam. Veel jongeren vertelden over machtspelletjes, over hoe ze de politie uitdagen en soms onterecht tekeer gaan tegen agenten.’

‘Aan de andere kant heeft het ons verbaasd dat heel veel jongeren het volledig vanzelfsprekend vinden dat de politie discrimineert. Zij zagen het als een fact of life dat je elke week minstens één keer staande wordt gehouden en er zonder directe aanleiding om je ID wordt gevraagd. Alleen als het te veel gebeurde, ergerden ze zich eraan. Soms zeiden onze respondenten in een tussenzinnetje ‘toen heb ik een paar uurtjes in de cel gezeten’. Ze vertelden erover als het de normaalste zaak van de wereld is, maar hoe vaak zou een autochtone jongeman iets dergelijks overkomen?’

Hebben jullie in de verhalen aanknopingspunten gevonden om het vertrouwen van jongeren in de politie te herstellen?
‘Zeker. De jongeren vertelden ons dat de politie vaak niet aangeeft waarom ze hen staande houden. Dat werkt uiteraard in op het ervaren gevoel van onrechtvaardigheid en zou moeten worden verbeterd. Als het gaat om het vertrouwen in de competenties van de politie, ervaren veel jongeren een gebrek aan responsiviteit. Hun klachten over het optreden van de politie worden niet serieus genomen en het blijkt überhaupt moeilijk om een klacht in te dienen.’

‘Een jongen die we interviewden had protest aangetekend tegen de boete die hij moest betalen omdat hij zonder reden op straat was aangehouden, maar zijn ID niet bij zich had. De zaak kwam uiteindelijk pas twee jaar later voor de rechter en de jongen was verbijsterd toen de hoogste rechter hem uiteindelijk in het gelijk stelde. Dat geeft aan hoe diep het geloof  van veel jongeren zit dat zij toch niet zullen worden geloofd door de autochtone samenleving of door de mensen die aan de macht zijn; van de politieagent op straat tot de hoogste rechter.’

Daarmee schetst u een vrij treurig beeld.
‘Ja, dat klopt. Uit recent onderzoek blijkt zelfs dat het vertrouwen van Nederlandse moslims  in de politie het laagst is van alle Europese landen. Maar dat wil niet zeggen dat wij de meest repressieve politie hebben van heel Europa. Het geeft wel aan wat het effect is van een maatschappelijk discours dat steeds meer populistisch rechts wordt.’

‘De negatieve verhalen over moslims die in de media de ronde doen, wakkeren het wantrouwen in alledaagse verhoudingen aan en hebben vooral een fnuikende invloed op hoe jongens met een migratieachtergrond zich thuis voelen in en zich geaccepteerd voelen door de maatschappij. De politie is, vooral voor jongeren die veel op straat zijn, de eerste vertegenwoordiger van die maatschappij en juist daarom is het belangrijk om te investeren in het herstellen van het vertrouwen van jongeren in de politie.’

De politie is voor veel jongeren de eerste vertegenwoordiger van de maatschappij

Gebeurt er op dat vlak voldoende?
‘Er is veel in beweging en de politie heeft na de rellen die volgden op de dood van Mitch Henriquez goede stappen ondernomen in de wijk door bijvoorbeeld minder ID-controles uit te voeren. Jongeren die erg actief zijn in de Schilderwijk hebben aangeven dat de situatie is verbeterd. Tegelijkertijd kun je een reeks negatieve ervaringen niet zomaar ongedaan maken. Op het niveau van het management en de leidinggevenden van de politie wordt er hard gewerkt om meer recht te doen aan diversiteit, maar het zal jaren kosten om de cultuur in de organisatie te veranderen en over te brengen naar de straat. Al met al is het zoals in de hele maatschappij een proces van lange adem. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard.’