Vraag en antwoord over discriminatie en racisme verminderen onder leerlingen

Veel scholen willen in hun lessen aandacht besteden aan de thema’s vooroordelen, discriminatie en racisme, onder meer in het kader van het thema ‘burgerschap’. Maar hoe doe je dat op zo’n manier dat het ook effectief is? KIS-onderzoekers Hanneke Felten en René Broekroelofs doen al een tijdje onderzoek naar hoe je effectief discriminatie kunt verminderen. Ze hebben verschillende artikelen, rapporten en handvatten ontwikkeld voor het onderwijs. In dit artikel beantwoorden zij tien prangende vragen over hoe les te geven over discriminatie en verwijzen ze naar de publicaties die er zijn.

Artikel
Discriminatie

1. Waarom werken de lessen die er nu zijn niet (altijd)?

Veel antidiscriminatiemethoden in het onderwijs zijn erop gericht dat leerlingen zich bewust worden van hun eigen vooroordelen en stereotiepe beelden. Maar vanuit de wetenschap bekeken, is de verwachting dat dit niet effectief is, om drie redenen. Allereerst omdat ‘bewustwordingslessen’ vaak beginnen met het benoemen van allerlei stereotiepe beelden, om vervolgens leerlingen te laten begrijpen dat die stereotypen niet goed zijn. Echter uit onderzoek weten we dat alleen al het benoemen van stereotypen ervoor zorgt dat deze onbewust beter ‘blijven hangen’ en dus versterkt worden. De associatie tussen het stereotiepe beeld en de groep waarover dit gaat wordt versterkt en als het ware geactiveerd. Leerlingen worden vaak gevraagd om niet te handelen naar deze stereotypen en om vooroordelen geen invloed te laten hebben op hun gedrag. Maar dat is voor kinderen en pubers nog erg moeilijk: ze zijn nog niet goed in zelfcontrole. Lees meer hierover in dit KIS-artikel.

Het werkt goed om duidelijke sociale normen tegen discriminatie te stellen

2. Welke aanpakken zijn effectief?

Een van de beste manieren om discriminatie te verminderen is via ervaringsverhalen over discriminatie. Verteld vanuit het perspectief van mensen die gediscrimineerd worden. Wanneer je je in zo’n verhaal gaat inleven, kun je je empathie vergroten. Door inleving en empathie komen het zelfbeeld en het beeld van de persoon die het ervaringsverhaal vertelt dichterbij elkaar, waardoor vooroordelen en stereotypen verminderen. Wat goed werkt zijn dus bijvoorbeeld professionele sprekers die voor de klas hun ervaringsverhaal delen, films en boeken waarin leerlingen zich kunnen inleven in de hoofdpersoon die gediscrimineerd wordt of een passend theaterstuk waarin het perspectief van de persoon die gediscrimineerd wordt, centraal staat. Check dit filmpje voor meer info. Daarnaast werkt het goed om duidelijke sociale normen tegen discriminatie te stellen en in gedrag te laten zien; om te laten zien dat discriminatie niet door de beugel kan.

3. Kun je ook al lesgeven over discriminatie op de basisschool?

Kinderen zijn niet kleurenblind als het gaat om huidskleur, zoals vaak wordt gedacht. Al vanaf de peuterleeftijd leren kinderen onderscheid te maken op grond van afkomst. Je ziet bijvoorbeeld een sterke voorkeur om met kinderen uit ‘de eigen groep’ te spelen. Dat komt onder meer omdat jonge kinderen het lastig vinden om elk kind als individu te zien. Ze maken onderscheid tussen mensen op grond van oppervlakkige kenmerken, waardoor verschillen tussen groepen mensen uitvergroot worden. Daarnaast zien kinderen in hun omgeving vooroordelen en nemen ze die over. Er lijkt zelfs een piek te zijn in vooroordelen bij kinderen in de kleuterleeftijd. Gedurende de basisschool kunnen deze vooroordelen weer iets afnemen, of in ieder geval minder expliciet worden. Dit gaat echter niet vanzelf, daar zijn duidelijke sociale normen voor nodig. Die kun je meegeven door bijvoorbeeld verhaaltjes met kinderen te lezen. Ook kun je al bij kinderen op jonge leeftijd inleving stimuleren naar kinderen toe die ‘anders’ zijn dan zijzelf. Lees in deze KIS-publicatie meer over wat je kunt doen op de basisschool om vooroordelen te verminderen.

Liever een filmpje met uitleg?

Stichting School & Veiligheid, de PO-raad, de VO-raad en de MBO-raad organiseren de ‘burgerschapsborrel’. Begin 2021 was KIS-onderzoeker Hanneke Felten hier te gast en vertelde zij hoe je in lessen effectief vooroordelen, stereotypen en discriminatie kunt verminderen. De lezing is hier te zien.

4. Wat zijn tips voor middelbareschooldocenten?

Op middelbare scholen wordt vaak gekozen voor een discussie of debat als een manier om discriminatie te bespreken. Dat kan juist averechts werken. Want als leerlingen horen dat hun medeleerlingen (en zeker hun vrienden) discriminatie goedkeuren of zichzelf discriminerend uitlaten, dan beïnvloedt dat de mening van die andere leerlingen. Leerlingen die eerder neutraal of positief waren over bijvoorbeeld mensen met een migratieachtergrond, vluchtelingen of moslims, kunnen door het horen van de negatieve uitspraken van een hun medeleerlingen deze negatieve houding gaan overnemen. Dat betekent dat wanneer je veel ruimte geeft als docent aan discriminerende uitingen in je klas, de discriminatie waarschijnlijk verder toeneemt. Het is ook de vraag of het wenselijk is om over grondrechten en gestigmatiseerde groepen discussies te voeren. Aan te raden is om meer in te zetten op empathie en om zelf ook het goede voorbeeld te geven. Lees hier de tips van KIS voor docenten op de middelbare school.

5. Wat kan ik doen als docent maatschappijleer?

Het thema discriminatie sluit goed aan bij het vak maatschappijleer. In dit artikel in het vakblad voor docenten maatschappijleer (M&P) lees je de tips voor docenten maatschappijleer.

6. Wat zijn de tips voor docenten burgerschap op het mbo?

Burgerschap in het mbo krijgt steeds meer aandacht en het thema discriminatie is hier niet uit weg te denken. Voor mbo-docenten hebben we daarom deze tips op een rij gezet en bij het Kennispunt Burgerschap kun je nuttige informatie vinden. Hierop staat onder andere een interview met de KIS-onderzoekers met tips. Ook is er een online talkshow te vinden van ‘Burgerschap draait doorrr’ genaamd ‘Haal studenten uit hun bubbel’ waarin over de effectieve aanpak van vooroordelen en discriminatie wordt gesproken.

7. Waar vind ik informatie over wat ik kan doen als schoolleider?  

We hebben op verzoek van Vereniging van Openbare en Algemeen Toegankelijke Scholen (VOSABB) een checklist ontwikkeld voor bestuurders van scholen. In deze checklist staat welke aanpakken je beter wel of beter niet kunt inzetten op po- en vo-scholen om discriminatie en vooroordelen te verminderen.

8. Wat zijn tips voor gastdocenten/aanbieders voor lesmethoden van buitenaf?

Er zijn diverse antidiscriminatiebureaus en particuliere partijen die lesmethoden (zoals voorlichtingen, gastlessen, theaterstukken, filmpakketten etc.) verzorgen voor scholen. In deze folder geven wij tips aan deze aanbieders hoe zij voor (een nog groter) effect kunnen zorgen met deze methodes.

9. Hoe kan ik inclusie op de school zelf verbeteren?

Naast lesgeven over discriminatie, is het vaak ook de wens van scholen om te zorgen dat iedere leerling of student zich thuis voelt op school. Stichting School & Veiligheid biedt scholen diverse handvatten en informatie daarvoor aan. Zo heeft School & Veiligheid samen met KIS-onderzoekers een handreiking ontwikkeld voor het mbo, in het kader van een campagne van Stichting School & Veiligheid voor het mbo over inclusie. Deze handreiking vind je hier.

10. Is lesgeven over discriminatie en racisme verplicht?

Op 2 juli is er een motie aangenomen waarin de Tweede Kamer de regering verzoekt om blijvend toe te zien dat mensenrechten en antidiscriminatie een herkenbaar en belangrijk onderdeel vormen van de nieuwe kerndoelen van het basis- en voortgezet onderwijs. Daarnaast wil de Kamer dat de regering regelt dat er in de lerarenopleidingen expliciet aandacht wordt besteed aan racisme, discriminatie en antisemitisme.

Meer informatie?Neem contact op met:

Hanneke Felten

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892110
Afbeelding