Waarom mensen het zo lastig vinden racisme bij zichzelf te erkennen

Het boek Hallo witte mensen van Anousha Nzume deed nogal wat stof opwaaien. De auteur spreekt witte mensen rechtstreeks aan om hen bewust te maken van hun privileges en de impact van institutioneel racisme. Journalist Dennis l’Ami vraagt zich af waarom het zo moeilijk te erkennen is dat de Nederlandse geschiedenis en samenleving racistische trekken kent. Hij praat erover met leerlingen van een vmbo.

Artikel
Discriminatie

Als leraar Paul Maijstré aan zijn leerlingen vraagt of ze met een journalist willen praten, gaan alle vingers omhoog. Er ontstaat zelfs enig rumoer. ‘Kan ik dat op mijn Instagram zetten? Dan word ik beroemd!’ Een door Maijstré aangewezen groepje van tien zit even later een stuk minder luidruchtig in een kring. Ik heb zojuist de vraag gesteld waarom het toch zo moeilijk is te erkennen dat de Nederland samenleving racistische trekken kent. ‘Oh, daar gaat dit over, meneer?’ Ja, daar gaat het over. Ongemakkelijk geschuifel met stoelen. ‘Misschien omdat mensen altijd een mening over een ander hebben’, zegt de 15-jarige Anna schoorvoetend. ‘Zo kun je soms een eerste indruk van iemand hebben die later niet blijkt te kloppen. Maar daar begint het al.’

Anna maakt deel uit van de kaderklas vmbo 3 op het Kalsbeek College in Woerden. Het is een doorsneeklas in één van meest gemiddelde steden van Nederland. Naar aanleiding van het boek Hallo witte mensen praat ik met de jongeren om te peilen of zij racisme in eigen kring erkennen en hoe ze daar naar kijken. Tijdens het gesprek blijkt al snel blijkt dat gevoelige kwesties als Zwarte Piet in Woerden niet erg spelen. Het Groene Hart is een streek waar Hollandse tradities nog niet aan discussie onderhevig zijn, zoals dat in de omringende grote steden wel het geval is. Een gesprek dat alle kanten op slingert volgt.

Grapjes

'Als er al iets gezegd wordt, is het nooit serieus bedoeld'

De eerste voorzichtige conclusie van de jongeren is dat racisme voorkomt in de samenleving. Maar bij henzelf? Of ze wel eens iets merken van pesterijen rondom Sinterklaas, om maar wat te noemen? ‘Ik heb er geen last van, maar ik ben niet zwart’, zegt Leon (15). Ehizojie (15) is dat wel maar merkt er weinig van, zegt hij. ‘Als er al iets gezegd wordt, is het nooit serieus bedoeld.’ Volgens de 14-jarige Luna maakt iedereen hier ‘eigenlijk grapjes over iedereen’. Haar buurvrouw Anna vindt het een onzinnige discussie. ‘Als moslims het Suikerfeest vieren, mogen wij ook onze tradities hebben’, zegt ze. ‘Zoals Zwarte Piet.’

jongeren racisme

1 op 10 jongeren last van discriminatie

Volgens onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau uit 2014 heeft één op de tien scholieren en studenten last van discriminatie in het onderwijs: ongeveer een derde van de Turks- en Marokkaans-Nederlandse scholieren en studenten, en rond een kwart van de Surinaams- en Antilliaans-Nederlandse studenten en scholieren ervaarden één of meerdere keren discriminatie op school.

Discriminatie lijkt dus wel degelijk op school te spelen. Maar mogelijk geven zwarte jongeren of die met een migratieachtergrond dit niet aan in het bijzijn van witte jongeren. Verschillende onderzoeken laten namelijk zien dat mensen uit etnische of religieuze minderheidsgroepen die discriminatie aankaarten, vaak negatieve reacties krijgen van de mensen die in de meerderheid zijn. Ook het feit dat de jongeren het minstens een schooljaar met elkaar moeten uithouden, kan een rol spelen. Ze zijn sociaal gezien erg afhankelijk van elkaar. Dit speelt volgens onderzoeker Hanneke Felten (KIS/Movisie) wellicht ook een rol bij de vaak ontsporende discussies op sociale media. ‘In een klas probeer je de verhoudingen toch vooral goed te houden, op sociale media ken je elkaar vaak niet eens,’ aldus Felten, die zich eerder met het onderwerp bezig hield. ‘Hersenenonderzoek onder pubers van onder meer Eveline Crone laat zien dat pubers moeilijker sociale afkeuring relativeren. Gepest of gediscrimineerd worden komt bij hen veel harder aan dan bij volwassenen.’

Column: Hallo witte mensen: maak ruimte
Hanneke Felten schreef een column naar aanleiding van het boek Hallo witte mensen. Haar conclusie is dat 'we aan de slag moeten'. Ze maakte voor haarzelf een stappenplan die ze deelt in haar column op Sociale Vraagstukken.

 

Terug naar de hoofdpersonen in dit stuk. Moet je alles kunnen zeggen in de klas, zoals Geert Wilders dat bijvoorbeeld deed met zijn ‘minder, minder’ over Marokkaanse Nederlanders, leg ik hen voor. ‘Ja, dat vind ik wel’, zegt Leon. Zijn ouders stemmen PVV en hij is niet de enige in de klas voor wie dat geldt. Luna is het niet eens met Leon: ‘Je kunt wel iets vinden, maar dat kun je ook anders zeggen.’ Alles moet gezegd kunnen worden, maar met grenzen, besluit ook Michael (15).

Groepsdruk

Berichten in de media en dat wat politici roepen in het publieke debat heeft namelijk wel degelijk invloed op groepen mensen, vinden de meesten. Toch stelt Anna dat de PVV-stemmers met te veel zijn om niet gehoord te worden: ‘Ze verdienen een stem. Maar beeldvorming kan verkeerd zijn. Moslims komen altijd slecht in het nieuws, bijvoorbeeld. Dat is ook wel eens onterecht.’

De beeldvorming zorgt voor groepsdruk, blijkt uit hun reacties. En groepsdruk kan voor jongeren een reden zijn om op een partij te stemmen. ‘Wij mogen nog niet stemmen, maar we horen wel eens wat. Als je 18 wordt en je vrienden kiezen voor een bepaalde partij, dan doe jij dat misschien ook eerder. Ik ken wel zo iemand’, zegt Anna. Gegiechel stijgt op.

groepsdruk

Vluchtelingen

Ik spreek de klas een dag na de aanslag in Manchester. In die context komt de islam ter sprake en de vraag of die religie blaam treft. ‘De koran zegt dat vrede het doel is, niet andere mensen vermoorden’, zegt Ibrahim (15). ‘Dat staat in ons heilige boek beschreven.’ Enkele leerlingen maken zich zorgen over de komst van islamitische vluchtelingen. Sommigen komen met slechte bedoelingen, vermoedt Anna. ‘Wanneer krijg je als vluchteling eigenlijk een verblijfsvergunning?’ vraagt Elmina (15) zich af. ‘Als je toelatingsexamen hebt gedaan in het land van herkomst, zegt een ander. Een discussie ontstaat over de vraag of dat klopt. ‘Ik kom uit een deels Molukse familie, dus ik zie het probleem niet zo,’ zegt Elmina. ‘Van huis uit ben ik verschillende culturen gewend.’

Anderen zien duidelijk wel problemen. ‘Grenzen dicht!’ zegt Tim (15). Ook als je daardoor niet meer op vakantie naar Spanje kan, vraagt iemand. ‘Dan gaan we wel naar Groningen!’ roept Tim. Wederom vult gegiechel de ruimte. ‘Wat ben je toch een lomperd!’ roept Luna lachend. ‘Maar Nederland is al propvol!’ probeert het Tim het nog eens. ‘Neem jij je familie maar mee naar het buitenland dan!’ antwoordt Luna. De sfeer wordt melig.

Zouden ze zelf vluchten, als hier morgen oorlog uitbreekt? ‘Nee, ik zou vechten voor mijn land,’ zegt Leon. ‘Ik zou vluchten naar een land in de buurt,’ zegt Luna. ‘Denemarken of zo. Daar gebeurt nooit wat,’ vult Anna aan.

'Racisme blijft altijd bestaan'

Terug naar de vraag waarom het toch zo moeilijk is racisme bij jezelf te erkennen, dan maar. En of dit in de toekomst überhaupt is uit te bannen. Voor het eerst zijn de tien het roerend met elkaar eens: racisme en vooroordelen zullen altijd blijven bestaan. ‘Zolang er mensen zijn, zijn er meningen’, herhaalt Anna de woorden nog eens waarmee ze begon.

Volgens Hanneke Felten hebben Anna en de rest van de leerlingen zeker gelijk dat het erop lijkt dat vooroordelen en stereotypen nooit helemaal weg zijn te halen. ‘Het vloeit ook voort uit hoe ons brein functioneert. Maar vooroordelen kunnen wel afnemen, weten we uit onderzoek. Onder meer door het leren kennen van iemand die ‘anders’ is dan jij.’ Want door je in te leven kan empathie ontstaan en daarmee meer positieve gevoelens over mensen die ‘anders’ zijn dan jij.

 

Lees in dit artikel meer over het effectief verminderen van discriminatie.

Meer informatie?Neem contact op met:

Hanneke Felten

icon_chevron Stuur een e-mail
icon_chevron 030-7892110
Afbeelding