Waarom spelen kinderen minder buiten en wat doe je eraan?

Kinderen in Nederland spelen steeds minder buiten. En in het bijzonder kinderen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Volgens twee experts – een gamemaker en een gezondheidswetenschapper – is kinderen in beweging krijgen een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, onderwijs, overheden en huisartsen. Maar hoe doe je dat? Spreek de ouders op de juiste manier aan, maar neem voor het spelen een voorbeeld aan de kinderen: ‘Doe er niet te ingewikkeld over.’

Artikel
Jeugd en opvoeding

Met een flinke brok zenuwen kwam Menno van Pelt-Deen in november aan op het Neude in Utrecht. Binnen een half uur zou er een bus verschijnen vol met vluchtelingenkinderen. Het doel: ze samen laten buitenspelen met Nederlandse kinderen en ontdekken hoe intercultureel spelen eigenlijk is.

Game jam

Deen is gamemaker en onderzoeker, coacht nieuwe gamemakers bij de Dutch Game Garden en gaf voorheen les aan de Fontys Hogeschool. Elk jaar organiseert hij een zogenoemde game jam, een bijeenkomst waarbij gamemakers inspiratie opdoen en een game maken met een ongebruikelijk thema. In voorgaande edities onderzocht hij zo de mogelijkheden voor spellen rond onderwerpen als genderdiversiteit, etniciteit en religie. Dit keer ging het over buitenspelen met verschillende culturen.

Deen: ‘Ik merkte al snel dat organisaties, collega’s en ouders allemaal erg terughoudend en bedenkelijk waren over ons plan, elk weer met andere redenen. Had ik wel een tolk geregeld? Was er wel genoeg vooronderzoek gedaan? Was het wel veilig midden in de stad?’

Meer overgewicht

Wim Labree herkent de terughoudendheid rond buitenspelen, hij is gezondheidswetenschapper, psycholoog en universitair docent aan de Huisartsenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen. Labree deed in 2015 uitgebreid onderzoek naar het onderwerp overgewicht onder Nederlandse kinderen en kinderen met een migratieachtergrond. Hij ontdekte dat naast het voedings- en slaappatroon, de mate van actief spelen een belangrijke voorspeller is voor overgewicht. ‘Alle kinderen spelen minder buiten. Maar in het bijzonder kinderen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Juist deze groepen vertonen structureel meer overgewicht', zegt Labree. In zijn onderzoek komt naar voren dat Nederlandse kinderen gemiddeld 68 minuten per dag fysiek actief zijn en kinderen met Turkse achtergrond gemiddeld 38 minuten per dag.

verstoppertje spelen
Foto: Menno van Pelt-Deen

Hij legt uit dat dit verschil in bewegen komt door de terughoudendheid onder de ouders: ‘Als rolmodel voor hun kinderen bewegen ze zelf minder vaak. Daarnaast bieden ze weinig actief speelgoed aan als rolschaatsen, een springtouw of step. En ze zijn vaak bezorgd om de veiligheid van hun kinderen op straat.’ Dat minder bewegen uit zich vervolgens op allerlei manieren, zoals geen lid zijn van een sportclub, met de metro naar school in plaats van met de fiets maar ook bijzonder weinig actief spelen.

Tikkertje is universeel

Terug naar gamemaker Deen. Hij vertelt dat door alle bedenkingen van organisaties en ouders hij destijds bezorgd was of zijn buitenspeelexperiment wel zou slagen. ‘Maar er gebeurde niks geks of engs. Er gebeurde juist iets ontzettend normaals: waar ze ook vandaan komen, kinderen rennen vrolijk rond, kennen handjeklap en spelen vals.’

De game jam begon met het typisch Nederlandse Annemarie Koekoek, daar bleken ook internationale versies van te zijn. Tikkertje was universeel en al snel ging het over op een buitenlandse variant van krantenmeppertje.

 

Buitenspelen goed voor verbinding, gezondheid en buurt

Behalve dat actief en samen buitenspelen goed is voor de gezondheid, blijkt ook uit meerdere onderzoeken dat spelen verbindt. Uit studies naar de Cruyff Courts en de Richard Krajicek Playgrounds kwam naar voren dat speelplekken de sociale relaties verbeteren én de verbondenheid in de buurt verhogen.

Daarnaast is buitenspelen belangrijk voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Kinderen die vaak buitenspelen zijn beter in het oplossen van conflicten en staan sterker in hun schoenen. De lijst van voordelen is eindeloos: buitenspelen voorkomt bijziendheid, maakt motorisch handiger en stimuleert de schoolprestaties.

Bekijk een literatuurstudie over het belang van buitenspelen

 

Wie moet hier iets aan doen?

Buitenspelen is dus belangrijk, maar de huidige generatie speelt de helft minder buiten dan hun ouders vroeger. Ruim een vijfde van de kinderen speelt nooit of slechts 1 keer per week buiten volgens een onderzoek van TNS Nipo in opdracht van Jantje Beton (2013). Maar wie is er nou verantwoordelijk om hier iets aan te doen?

'Het aanspreken van de ouders gaat nog weleens de mist in'

Labree vind dat het een gedeelde taak is van overheden, beleidsmakers, ouders, scholen en huisartsen. ‘Bij de opleiding tot huisarts is overgewicht natuurlijk wel een onderwerp. Maar een ouder aanspreken over het gewicht van het kind, terwijl die misschien om een verkoudheid langskomt, dat is niet bepaald aan te raden,’ lacht Labree. Hij ziet dat er op scholen al veel gebeurt rond bewegen, maar ziet ook een taak voor beleidsmakers en overheden. Uit eerder onderzoek van KIS blijkt dat er wat betreft opvoedingsondersteuning in multi-etnische wijken vooral winst te behalen valt in de samenwerking tussen overheden, wijkteams en migrantenorganisaties – en dat deze nu soms nog langs elkaar heen werken.

Labree merkt ook dat juist het aanspreken van mensen met een migratieachtergrond nog weleens de mist in gaat. ‘Als je de achtergrond van ouders niet kent, waardoor hun kind minder speelt, dan kun je ze ook moeilijk meekrijgen in interventies. Probeer daarom bij het bereiken van een doelgroep niet zomaar alle “migrantenkinderen” op een hoop te gooien.’

Ook gamemaker Deen heeft een aantal tips: ‘Spel heeft de potentie om te verbinden, maar dat is wel afhankelijk van het type spel. Vaak wordt het in een competitie gegoten en dan verbindt het minder, omdat je mensen letterlijk tegenover elkaar zet.’ Co-operatieve spellen of competitieve teamspellen bieden hier een uitkomst. Ook voor de mate van beweging is het belangrijk goed na te denken over het type spel, vindt Labree: ‘Stoepkrijten kan je zittend doen, tikkertje vereist meer beweging.’

Ook de kosten zouden geen barrière moeten zijn volgens Deen, hij raadt het boek Junkyard Sports van Bernie De Koven aan. Hij vindt vooral dat beleidsmakers een voorbeeld aan kinderen kunnen nemen en er niet te ingewikkeld moeten doen: ‘Wees niet bang en zet mensen en kinderen gewoon bij elkaar. Spelen is een universele taal.’