Wat werkt? Effectieve strategieën voor inclusieve emancipatie in de superdiverse samenleving
Hoewel veel organisaties zich inzetten voor emancipatie en gelijke kansen van verschillende groepen, blijft het een uitdaging om ook binnen deze groepen iedereen te vertegenwoordigen. KIS onderzocht drie initiatieven die hier wel in slagen. Wat werkt in hun aanpak? En wat kunnen andere organisaties hiervan leren?
Nederland is een superdiverse samenleving. Een diverse samenleving is echter niet automatisch ook een inclusieve samenleving. Veel groepen ervaren nog steeds ongelijkheid, uitsluiting en discriminatie. Gelukkig zetten maatschappelijke organisaties zich al jaren succesvol in voor emancipatie en gelijke kansen, en stellen steeds meer bedrijven D&I-functionarissen aan om positieve verandering teweeg te brengen. Toch blijft het vaak een uitdaging om dit vanuit een intersectioneel perspectief te doen. Oftewel om alle aspecten van iemands identiteit te erkennen en representeren. En wanneer bijvoorbeeld religie, kleur of seksuele oriëntatie niet voldoende worden belicht, kan dit leiden tot (onbedoelde) uitsluiting en zelfs averechts werken. Hierdoor voelt niet iedereen zich goed vertegenwoordigd.
KIS onderzocht drie initiatieven die daarin wél slagen: Queer in de Klas, voor een inclusief leerklimaat in het christelijk onderwijs; het online activisme van Mohan Verstegen, die diversiteit en inclusie binnen Defensie bevordert; en het moslimvrouwencollectief S.P.E.A.K., dat zich richt op emancipatie en zelfbeschikking van moslimvrouwen. Wat blijkt? Ondanks hun verschillende contexten, gebruiken ze allemaal vergelijkbare strategieën die effectief zijn voor inclusieve emancipatie van de personen die zij representeren.
1. Persoonlijke verhalen als sleutel tot acceptatie en emancipatie
Hoe zorg je voor meer acceptatie van lhbtiqa+ personen in religieuze en conservatieve omgevingen? De vrijwilligers van Queer in de Klas geven voorlichting op christelijke scholen door hun persoonlijke coming-outverhaal en hun ervaringen met lhbtiqa+ en christelijk zijn te delen. Het zorgt ervoor dat mensen zich kunnen inleven in hun situatie en dat creëert empathie.
Ook Mohan Verstegen laat de kracht van persoonlijke verhalen zien. Als militair en queer persoon van kleur deelt hij, met name op sociale media, zijn ervaringen binnen defensie. Dit leidt niet alleen tot meer begrip en acceptatie, maar maakt hem ook tot een rolmodel. Vrouwen, queer personen en mensen van kleur binnen defensie herkennen zich in zijn verhaal en voelen zich gesteund in hun eigen emancipatieproces. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat deze methode werkt in het doorbreken van vooroordelen en het bevorderen van acceptatie. Mits hierbij voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. Daarover lees je meer in het dossier Wat werkt bij het verminderen van discriminatie van Movisie.
S.P.E.A.K. zet niet zo expliciet in op het delen van persoonlijke verhalen, maar zorgt wel dat ze in haar activiteiten heel nadrukkelijk moslimvrouwen in beeld brengt in al hun diversiteit, bijvoorbeeld tijdens demonstraties of bij deelname aan panels en onderzoeken.
2. Diversiteit binnen diversiteit: hoe brede representatie bijdraagt aan emancipatie
Het collectief S.P.E.A.K. belicht daarbij alle intersecties binnen het moslim-zijn en vrouw-zijn. Binnen de groep zijn bijvoorbeeld vrouwen vertegenwoordigd met en zonder migratieachtergrond, vrouwen met en zonder hoofddoek, vrouwen met en zonder beperking en die zich al dan niet identificeren met de lhbtiqa+ gemeenschap. Deze brede representatie maakt niet alleen de emancipatie sterker, maar zorgt er ook voor dat S.P.E.A.K. écht inclusief is. Zij steken hun emancipatiebeweging op intersectionele wijze in waardoor de diversiteit onder moslimvrouwen wordt vertegenwoordigd. Naast het delen van persoonlijk verhalen is het ook effectief om diversiteit binnen een gestereotypeerde groep te laten zien. Hoe meer variatie in representatie, hoe kleiner de kans dat mensen met een gedeeld kenmerk als één homogene groep worden gezien. Dit principe, bekend als Perceived Variability and Stereotype Change, helpt vooroordelen te doorbreken.
3. Gemeenschappelijkheid voor meer acceptatie en inclusie
Volgens wetenschappelijk onderzoek van Movisie is het benadrukken van een gedeelde identiteit een krachtige manier om verschillen te overbruggen en vooroordelen te verminderen. Wanneer mensen de ander zien als onderdeel van hun eigen groep, groeit de acceptatie. Dit werkt het best wanneer iemands eigen identiteit binnen die bredere groep een plek krijgt. De vrijwilligers van Queer in de Klas passen dit principe toe door te starten met de gemeenschappelijkheid: zij zijn, net als de leerlingen, christelijk. Vervolgens zoeken ze laagdrempelige overeenkomsten door vragen te stellen als: ‘Wie gaat er elke zondag naar een kerk of gebedshuis?’ Of: ‘Wie is er weleens verliefd geweest?’
Als je gezamenlijk bedenkt, creëert en uitvoert, dan ontstaan er nauwelijks strubbelingen
Ook samenwerking aan een gemeenschappelijk doel draagt bij aan eenheid. Mohan Verstegen koppelt zijn inzet voor een inclusieve organisatie aan de kernwaarden van Defensie: vrijheid en gelijkwaardigheid. Binnen S.P.E.A.K. staat cocreatie centraal. Door samen te werken aan emancipatie en gelijkwaardigheid ontstaat een organisatie waarin verschillen worden geaccepteerd en ieders inbreng telt. ‘Als je gezamenlijk bedenkt, creëert en uitvoert, dan ontstaan er nauwelijks strubbelingen,’ zegt een van de medeoprichters. ‘Je werkt vanuit een gedeelde visie en missie.’
4. Dialoog als brug naar wederzijds begrip en acceptatie
Onderzoek van KIS toont aan dat dialoog een effectieve manier is om verschillen te overbruggen en acceptatie te vergroten. In tegenstelling tot een debat draait het hierbij niet om overtuigen, maar om luisteren en het delen van persoonlijke perspectieven. Zo kunnen mensen zich in elkaar inleven en ontstaat meer empathie en wederzijds begrip. Queer in de Klas past dit principe toe door ruimte te bieden aan kritische leerlingen die anders denken over lhbtiqa+ onderwerpen. Voorlichters tonen begrip, maar delen ook wat bepaalde uitspraken met hen doen. Ook binnen S.P.E.A.K. speelt dialoog een centrale rol bij het omgaan met verscheidenheid. Hier worden pittige discussies niet geschuwd, maar juist ingezet om elkaar beter te begrijpen en tot gelijkwaardigheid te komen.
Mohan Verstegen zoekt met zijn boodschap eveneens de dialoog op. Via online platforms bereikt hij een groot publiek, met veel positieve reacties en steun. Toch krijgt hij ook te maken met kritiek van mensen die zijn uitingen polariserend vinden. Hij ontvangt stevige repliek, haatdragende reacties en zelfs bedreigingen. In die situaties is dialoog geen effectief middel. Het zou dan bijvoorbeeld beter werken als andere bezoekers van het platform ingrijpen door dit gedrag duidelijk af te keuren. Daarmee kunnen ze de sociale norm ten aanzien van respectvolle omgang online versterken. En dat geldt ook ten aanzien van emancipatie en acceptatie.
5. Sociale normen versterken: de kracht van actieve betrokkenheid en steun
De drie initiatieven werken elk op hun eigen manier aan het versterken van positieve sociale normen rondom emancipatie en acceptatie, en dat met succes. Of het nu gaat om voorlichtingen, het actief uitdragen van een inclusieve boodschap op sociale media, het organiseren van gezamenlijke activiteiten of het publiceren van artikelen: deze initiatieven dragen bij aan verandering. Maar ook anderen hebben een belangrijke rol in het versterken van deze normen. Bij Mohan Verstegen zijn het de omstanders die online kunnen ingrijpen en steun betuigen. We weten uit onderzoek van Movisie dat dit nog beter werkt als het mensen met autoriteit of status zijn die dit doen. Bijvoorbeeld iemand met een hoge rang of positie binnen Defensie. Bij Queer in de Klas kan dat de schoolleiding of de docent zijn. En het maakt een groot verschil of die docent actief en betrokken is tijdens een voorlichting, of dat deze onverschillig achterover leunt en op diens telefoon zit. Actieve deelname en het uitdragen van positieve normen door omstanders en betrokkenen kunnen de impact van deze initiatieven aanzienlijk vergroten.
6. De kracht van omstanders: publieke steun tegen online haat
Hoewel Mohan Verstegen in privéberichten veel steun ontvangt van mensen, blijft die bijval vaak uit in het openbaar. Dat is jammer want publieke steun kan een krachtig middel zijn tegen online haat en agressie. Door haatdragende berichten publiekelijk af te keuren, te melden en het slachtoffer actief te steunen, kunnen omstanders bijdragen aan een veiligere online omgeving. Counterspeech – het tegengaan van haat met positieve of feitelijke reacties – en het uitdragen van een inclusieve sociale norm kunnen er zelfs toe leiden dat de afzender het bericht verwijdert. Publieke steun maakt daarmee niet alleen een verschil voor het slachtoffer, maar helpt ook om een bredere cultuur van respect en acceptatie te bevorderen.
7. Omgaan met weerstand: weerbaarheid en steun
Verandering teweegbrengen en gevoelige thema’s aankaarten roept weerstand op en kan negatieve reacties uitlokken. Mohan heeft te maken met negatieve online reacties en haatspraak. Voorlichters van Queer in de Klas worden geweerd door streng gereformeerde scholen. Ook krijgen ze tijdens voorlichtingen soms te maken met pittige en pijnlijke uitspraken van leerlingen. S.P.E.A.K. ontvangt soms stevige kritiek op hun visie op emancipatie. Zoals bijvoorbeeld van socioloog Jolande Withuis. Zij vindt feministen die het dragen van een hoofddoek als eigen keuze zien bevangen door ‘intersectionele koorts’. Weerbaarheid is in deze situaties dan ook cruciaal. De drie initiatieven hebben strategieën ontwikkeld om hiermee om te gaan.
Onderzoek van Movisie wijst uit dat steun uit de omgeving, positieve identiteit, zelfregie en het behoren tot een gemeenschap met gelijkgestemden helpen om weerbaarheid te vergroten. De drie initiatieven passen verschillende aspecten hiervan toe. Mohan Verstegen benadrukt hoe belangrijk het is om stevig in je schoenen te staan als soloactivist. Psychologische veiligheid, een vangnet en steun van medestanders helpen hem om door te gaan, ondanks weerstand en bedreigingen. Queer in de Klas hanteert strategieën voor zelfbescherming. Voorlichters kiezen bewust welke onderwerpen ze bespreken om de dialoog toegankelijk te houden, ook al ervaren ze dit soms als onvolledig. Ze passen hun benadering per klas aan, afhankelijk van de (verwachte) reacties. S.P.E.A.K. gelooft in zelfregie en autonomie: leden zetten zich in op basis van hun eigen kennis, kracht en waarden. Ze doen wat binnen hun mogelijkheden ligt, niet omdat het moet, maar omdat ze het willen.
Conclusie
De huidige politieke en maatschappelijke tegenwind op het gebied van inclusie, diversiteit en emancipatie stelt voorvechters hiervan voor nieuwe uitdagingen bij het kiezen van een passende strategie. Met kiezen voor de weg van de minste weerstand -i.e. opereren binnen de lijnen van de geaccepteerde (vaak witte) norm – krijg je in eerste instantie misschien het meest voor elkaar. Maar die keuze heeft een prijs: groepen die niet in die norm passen, blijven zo buitengesloten en ongehoord. Inclusieve emancipatie vraagt om meer dan alleen strategisch manoeuvreren binnen bestaande kaders. Het vraagt om moed om die kaders zelf ter discussie te stellen en actief te weerleggen. Dit vereist niet alleen doordachte strategieën, maar ook een dubbele weerbaarheid: tegen de weerstand van buitenaf en van binnenuit én tegen de verleiding om te conformeren aan een norm die emancipatie begrenst in plaats van bevordert.
Door hun weerbaarheid te versterken en steun te zoeken, blijven Queer in de Klas, S.P.E.A.K. en Mohan Verstegen, ondanks de tegenwind, hun missie voortzetten. En dat op zo’n manier dat ze een representatieve én diverse vertegenwoordiging zijn van de mensen waar ze voor staan.
Strategieën/Initiatieven | Queer in de Klas | Activisme Mohan Verstegen | S.P.E.A.K. |
| ✓ | ✓ | |
| ✓ | ||
| ✓ | ✓ | ✓ |
| ✓ | ✓ | ✓ |
| ✓ | ✓ | ✓ |
| |||
| ✓ | ✓ | ✓ |
In bovenstaande tabel zie je in een overzicht welke strategie bij de drie initiatieven terugkomt, aangegeven met een vinkje.
Onderzoeksmethode
De hoofdvraag is: ‘Hoe kunnen maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor emancipatie binnen de superdiverse samenleving beter (samen)werken aan inclusieve en impactvolle emancipatiedoelen, zonder elkaar daarbij (onbedoeld) te verzwakken?’
Het onderzoek is kwalitatief van aard. Na een overzicht van mogelijke casussen opgesteld te hebben, zijn verschillende initiatieven benaderd ter verkenning voor dit onderzoek. Er zijn vier verkennende gesprekken gehouden met vijf personen, waarna gezamenlijk met betrokkenen besloten is om casusonderzoek te verrichten onder de volgende initiatieven: Queer in de Klas van de LCC+, een activist op het gebied van diversiteit en inclusie en moslimvrouwen collectief S.P.E.A.K.
Lees meer over de initiatieven
Er zijn vier semigestructureerde (groeps)interviews gehouden met zeven personen die betrokken zijn bij de initiatieven, en één extra interview ter verdieping van de casus rondom Queer in de Klas. De interviews zijn getranscribeerd en gecodeerd voor analyse. Tenslotte is een reflectiesessie georganiseerd met de betrokken initiatieven. Aan de hand van het casusonderzoek zijn twee artikelen geschreven. Dit is het tweede artikel.
Meer informatie?Neem contact op met:
