‘We moeten die pijn op tafel hebben’

Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Don Bosco Apeldoorn wil ‘duurzame verbindingen’ tussen jongerenwerkers en ouders van moslimjongeren tot stand brengen. Radicalisering is het vliegwiel om pijnlijke onderwerpen op tafel te krijgen. Directeur Hans Stalknecht ontwikkelde samen met Wouter Rozema van Ideeencocktail.nl de aanpak Radicaal Anders. Een gesprek.

Artikel
Jeugd en opvoeding

Hoe voorkomt dit project dat jongeren radicaliseren?
‘Samen met ouders en jongerenwerkers willen we een positief opvoedklimaat creëren. Mijn doel is dat ouders en professionals als partners optreden in het begeleiden van jongeren naar volwassenheid. Het primaire opvoedmilieu, de ouders, versterken we door de dialoog aan te gaan. Don Bosco Apeldoorn organiseert bijvoorbeeld bijeenkomsten met een imam, met buurtgenoten of met het moskeebestuur. Het secundaire opvoedmilieu, de professionals binnen de welzijnssector, wil ik de tools aanreiken om het gesprek te voeren met jongeren.’

Jongeren
Foto: Roelof Rump

Schieten zowel ouders als professionals tekort?
‘Een jaar geleden kwam ik erachter dat jongerenwerkers weinig belangstelling hadden in onderwerpen als radicalisering of breder, religieuze identiteitsontwikkeling. Dat zag ik ook terug bij mijn eigen jongerenwerkers, maar ook  bij andere organisaties. Vreemd, vond ik. Het bleek dat professionals het een lastig onderwerp vonden. Het werd vaak afgedaan als een private zaak met als gevolg dat zij het helemaal niet meer aankaarten. Tegelijkertijd wordt in de collectivistische cultuur van de ouders de opvoeding als iets van de hele gemeenschap gezien. Met als gevolg dat er met de jongeren ook thuis niet over wordt gepraat. Als je het zo met elkaar, professionals en ouders, laat afweten dan geef je andere milieus vrij spel.’

'Het is niet gemakkelijk voor jongeren om een aansprekend tegengeluid te vinden'

De nadruk ligt dus op opvoeding.
‘Klopt, het start bij de opvoeding. Ik vind het belangrijk dat ouders gewezen worden op hun taak. Ouders hebben vaak onvoldoende in huis om tegenspraak aan de theologische stellingnames van hun zoekende jongeren te bieden. Als het om religie gaat, staan wij als niet-moslims en professionals met lege handen, daarom koppelen we in dit project een imam of moslimgeleerde aan de opvoeders. Die kan de ouders de theologische motivatie geven om de jongeren tegenspraak te bieden bij mogelijk radicale ideeën.’

Hoe verhoudt uw methode zich tot de vele andere aanpakken tegen radicalisering?
‘In het sociale domein zijn we te veel gefocust op veiligheid. Veiligheid is in het laatste stadium relevant, wanneer iemand geradicaliseerd is. Wij richten ons niet op die ene jongere die al op het radicale spoor zit maar op alle moslimjongeren en hun opvoeders. Een ander onderscheidend punt is dat we jongeren weerbaarder willen maken tegen radicale opvattingen van jihadisten. Theologische tegenargumenten zijn op internet echt een speld in de hooiberg terwijl er een onwaarschijnlijke hoeveelheid films en websites zijn die voeding geven tot een radicale islam. Het is niet gemakkelijk voor jongeren om een aansprekend tegengeluid te vinden. Daarbij zijn we er sterk op gericht om jongeren en ouders als potentieel kritische burgers uit te dagen om zo de democratie mede actief vorm te geven. Sommige moslims hebben het idee dat ze politieke opvattingen moeten verzwijgen, anders wordt het in no time als radicaal bestempeld. Wij willen laten zien dat zij zich in een pluriforme samenleving binnen een democratische rechtsstaat zichzelf uit mogen spreken, wellicht moeten spreken.

Jongeren bidden
Foto: Roelof Rump

Waarom wilt u de pijn op tafel hebben?
‘Op het moment dat tijdens een gesprek de ogen vuur gaan spuwen dan weet ik: hier moeten we zijn. In plaats van terugschrikken, moeten we dit op tafel houden want dan komen we ergens. Als je praat over radicalisering krijg je snel boze uitspraken als ‘dit zijn jouw vooroordelen over de islam’. Je hebt dan de boosheid te pakken en daar kan je vervolgens aan werken in gesprekken en bijeenkomsten om vervolgens tot de kern van het vraagstuk te komen.’

Want wat is de kern van het probleem?
‘Deze jongeren krijgen thuis veelal een traditionele opvoeding die haaks staat op de omringende samenleving. Ze voelen zich niet thuis binnen de traditie maar ook niet thuis in de brede maatschappij. Ze ervaren uitsluiting en discriminatie. Onrecht en vernedering is een heel sterk gevoel bij moslimjongeren. Wanneer ze zich hierdoor heroriënteren op de traditie, dan kunnen ze daar in doorschieten. Oftewel: daar kan interesse ontstaan in wat wel eens de ‘zuivere islam’ wordt genoemd.’

Wanneer is uw project een succes?
‘Wanneer professionals, ouders en jongeren met elkaar in gesprek gaan en samen de schouders eronder zetten om deze onderwerpen aan te kaarten. Dat de primaire en secundaire opvoeders binding met elkaar hebben en jongeren de oplossing voor problemen in hun eigen kracht vinden. Daar is bewustzijn voor nodig; bewustzijn dat ze uit de vicieuze cirkel kunnen stappen waarin we elkaar gevangen houden. Ik ben hoopvol, in onze bijeenkomsten zie ik ontzettend veel gebeuren. Tussen verschillende eilanden worden bruggen geslagen. Het gaat niet vanzelf en als professional moet je scherp blijven, oprechte interesse hebben in de oorzaken van woede en verontwaardiging en niet defensief worden. Anders ben je zo het contact kwijt.’

Meer weten over Don Bosco Apeldoorn? Ga naar de website.

 

Oproep!

In het kader van het project Radicalisering: wat werkt? verzamelt Kennisplatform Inclusief Samenleven actuele aanpakken. Werkt u met een veelbelovende aanpak in de strijd tegen radicalisering in uw stad of gemeente? Laat het ons weten! Mail naar M.Booijink@movisie.nl, RvanWonderen@verwey-jonker.nl of info@kis.nl. Op deze website verschijnen de komende tijd regelmatig artikelen waarin we deze interventies onder de aandacht brengen.