Wijkteam bereikt inwoner van niet-westerse afkomst niet

Sociale wijkteams hebben de taak om zorg laagdrempelig aan te bieden. Groepen die eerder buiten beeld bleven, moeten zij wél bereiken. Bijvoorbeeld Nederlanders van niet-westerse herkomst in het geval van preventieve hulpverlening. Momenteel lijkt dit echter nog niet te lukken.

Artikel
Integratie- en inburgeringsbeleid

Dat blijkt uit een (beperkte) verkenning van Kennisplatform Inclusief Samenleven. Hieruit komt naar voren dat de nieuwe aanpak van de wijkteams niet direct invloed heeft gehad op het beter bereiken van burgers met een niet-westerse herkomst en het toegankelijker maken van de hulpverlening.

Drempel om hulp te zoeken

Nederlanders met een niet-westerse herkomst zijn ondervertegenwoordigd bij lichte vormen van hulpverlening, maar juist oververtegenwoordigd zijn bij zwaardere, repressievere vormen van hulpverlening. Hieruit kan geconcludeerd worden dat zij niet vaak uit zichzelf hulp zoeken als de problematiek nog in een beginstadium is. De drempel om hulp te zoeken ligt bij deze doelgroep kennelijk hoog. In de wetenschap worden verschillende oorzaken hiervoor aangedragen, met name met betrekking tot bereik en toegankelijkheid. Zo zouden onbekendheid met het aanbod, schaamte en wantrouwen ten opzichte van de hulpverlening een rol spelen, maar ook het gebrek aan maatwerk met ruimte om cultuurverschillen te overbruggen en rekening te houden met de leefwereld van de cliënten. Ook blijkt dat samenwerken met een migrantenorganisatie een positief effect heeft op burgers met een niet-westerse herkomst. Zij kunnen voorlichting geven over de hulpmogelijkheden, wantrouwen wegnemen en motiveren om een hulptraject aan te gaan. Bovendien kunnen zij meedenken over de manier waarop de wijkteams beter bij de diverse doelgroepen kunnen aansluiten.

Samenwerking met migrantenorganisaties

Beide partijen zijn nog zoekende naar nieuwe positie en rol in sociaal domein

Het kennisplatform onderzocht daarom ook of én hoe wijkteams samenwerken met migrantenorganisaties om bepaalde groepen burgers te bereiken. Hiervoor is gesproken met wijkprofessionals en migrantenorganisaties uit vijf verschillende steden. Beide partijen zijn overtuigd van de meerwaarde van een samenwerking. Maar het lijkt erop dat beiden partijen nog zoekende zijn naar hun positie en rol binnen de recente veranderingen in het sociaal domein. ‘Meerdere, voornamelijk Turkse organisaties, zijn recent opgeheven door gekorte subsidies. Het is voor hen wrang dat zij gekort worden en wij opgericht worden en soortgelijk werk doen’, aldus een wijkprofessional in Utrecht.

Knelpunten

Migrantenorganisaties zijn van mening dat het wijkteam onder migrantengroepen weinig bekendheid heeft en dat er wantrouwen is als ze worden doorverwezen naar het wijkteam. Ook hebben ze redelijk wat op te merken over de toegankelijkheid van de wijkteams. Zo zouden ze te formeel communiceren, te bureaucratisch werken en niet outreachend genoeg werken. Wijkprofessionals lopen op hun beurt ook tegen knelpunten aan. Zij merken dat burgers met een niet-westerse achtergrond moeten wennen aan de eigen kracht-aanpak van de wijkteams. Tegelijkertijd vinden ze het soms moeilijk om de werkwijze en de veranderende regelgeving op een heldere manier uit te leggen aan mensen die de Nederlandse taal soms niet zo goed machtig zijn.

Er zijn enkele migrantenorganisaties en wijkteams uit de verkenning die de krachten gebundeld hebben, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Het contact verloopt moeizaam en beide partijen weten elkaar niet altijd te vinden. Soms spelen culturele verschillen een rol.