Zo pak je discriminatie aan in de klas

Racisme, islamfobie of antisemitisme: de meeste docenten vinden al deze vormen van discriminatie onwenselijk. Maar wat kun je eraan doen? Onderzoekers Ikram Taouanza en Hanneke Felten van KIS spitten meer dan tweehonderd wetenschappelijke artikelen door. Speciaal voor onderwijsprofessionals zetten zij de vijf beste wetenschappelijk onderbouwde tips om discriminatie tegen te gaan op een rijtje.

Artikel
Discriminatie

Advies 1: Ken het onderscheid tussen stereotypen en vooroordelen

Vaak  worden de termen stereotype en vooroordeel door elkaar gebruikt. Maar er is een verschil. Een voorbeeld van een stereotypen is: ‘mensen die uit Friesland komen kunnen allemaal goed schaatsen’ of ‘katholieken houden van een stevige borrel’. Een stereotype is een overdrijving; een ongenuanceerde of karikaturiserende opvatting over een groep mensen. De inhoud kan zowel positief, negatief als neutraal zijn.

Gevoelens versus opvattingen

Een vooroordeel daarentegen is altijd negatief. Het gaat om een negatieve associatie die mensen kunnen hebben bij anderen omdat ze hen tot een bepaalde groep rekenen. Een persoon met sterke vooroordelen krijgt bij het zien of ontmoeten van iemand uit bijvoorbeeld Friesland, Suriname of Marokko of iemand die katholiek is, een negatief gevoel. Vooroordelen gaan dus over gevoelens, terwijl stereotypen meer over opvattingen gaan.

Zet als docent vooral methodes in die vooroordelen verminderen

Vooroordelen en in zekere mate ook stereotypen zijn belangrijke voorspellers van discriminatie: zeker als je sterke vooroordelen hebt, is de kans groter dat je ook zult discrimineren. Als docent wil je dan ook graag methodes inzetten die met name vooroordelen, en in zekere mate ook stereotypen, kunnen verminderen.

Advies 2: Beïnvloed de sociale norm

Iemand met sterke vooroordelen en negatieve stereotype opvattingen, heeft meer kans te discrimineren dan iemand die dat niet heeft. Maar dat is niet het hele verhaal. Een minder bekende voorspeller van discriminatie is niet wat je zelf vindt of voelt, maar wat jij denkt dat anderen denken. Als jij verwacht dat anderen discriminatie zullen afkeuren, zal je waarschijnlijk harder je best doen om het niet te doen.

Beeldvorming

Maar ook andersom: als je verwacht dat het door de vingers wordt gezien of zelfs wordt aangemoedigd, is de kans groter dat je zelf discrimineert, ongeacht je eigen vooroordelen of stereotypen. Dit heet je gedragen naar de ‘sociale norm’. De sociale norm is zelfs een erg sterke voorspeller van discriminatie.

De sociale norm is een sterke voorspeller van discriminatie

Als school kun je hier je voordeel mee doen: als op school het beeld heerst dat discriminatie helaas nog wel voorkomt maar dat het door de meesten streng wordt afgekeurd, dan is de kans groot dat veel leerlingen en personeel hun best zullen doen om niet te discrimineren.

Advies 3: Wees het ‘automatische brein’ te slim af
 

Stel je voor: Kees is een witte man en hij vindt discriminatie van mensen met een donkere huidskleur en van moslims niet door de beugel kunnen. Maar als hij zoekt naar een zitplaats in de bus, gaat hij automatisch naast iemand zitten die ook wit is. . En toen hij laatst moest kiezen uit twee sollicitanten vond hij Mark beter geschikt dan Mohammed. Mohammed vond hij ook goed maar bij Mark had hij gewoon net een beter of prettiger gevoel. En je moet altijd je intuïtie volgen toch?

Automatische piloot

Nee, je intuïtie volgen is niet altijd handig waar het gaat om je eigen vooroordelen. Want vooroordelen en stereotype beelden worden voor het grootste gedeelte van de tijd, automatisch geactiveerd in je brein. Het is net als bij tandenpoetsen of bij de vaste route van huis naar je werk. Nobelprijswinnaar en psycholoog Kahneman noemt dit ‘systeem 1’ in je brein. Als je gebruik maakt van dit gedeelte van je brein hoef je niet bewust na te denken; je doet het als ware vanzelf, op de automatische piloot.

Bij de term ‘terrorist’ wordt er in een fractie van een seconde een bepaald beeld actief in je brein. Als je oplettend bent, kun je hierop jezelf corrigeren en voorkomen dat je handelt naar je automatische stereotype opvattingen. Als je op die manier weloverwogen en bewust nadenkt, werkt je brein via ‘systeem 2’. Maar we letten niet altijd allemaal even goed op: je handelt veel vaker op systeem 1 dan op systeem 2. Daarom is het bij een sollicitatiegesprek, maar ook bijvoorbeeld bij het beoordelen van een leerling, raadzaam om vooral goed naar je systeem 2 te luisteren en niet af te gaan op je eerste gevoel.
 

 

Direct aan de slag in de klas

Wil je de bovenstaande tips meteen toepassen in de klas?
Concrete tips en methoden vind je onder meer op:

 

Advies 4: Focus op het creëren van nieuwe associaties

Als je mensen vraagt om niet te denken aan een roze olifant, dan doen ze dat juist wel. Bij stereotypen werkt dit ook zo: deze worden vaak automatisch actief door alleen het al het noemen ervan. Ook als je ze ontkent. Wanneer je een stevig pleidooi houdt over dat echt niet alle Friezen van schaatsen houden en dat heus niet alle schaatsers Fries zijn en dat het niet logisch is om Friezen en schaatsen direct aan elkaar te koppelen, dan doet je brein juist precies dat.

Positieve rolmodellen

In de klas betekent dit dat je als docent het beste niet kunt proberen stereotypen rationeel te weerleggen en leerlingen beter niet kunt vragen over wat zij denken bij iemand van een bepaalde afkomst, met een bepaalde religie of huidskleur. In plaats daarvan kun je wel nieuwe associaties aanrijken: als je bijvoorbeeld wilt dat de ‘witte’ leerlingen een positieve associatie gaan krijgen met Marokkaanse Nederlanders dan is het handig dat je positieve voorbeelden noemt, zoals van gerenommeerde schrijvers en politici met een Marokkaanse achtergrond.

Probeer stereotypen niet rationeel te weerleggen

Houd er rekening mee dat één zwaluw nog geen zomer maakt: één positief rolmodel is vaak niet voldoende omdat hij of zij dan als ‘uitzondering’ wordt gezien. Belangrijk is daarom om meerdere en verschillende positieve voorbeelden en rolmodellen regelmatig te laten terugkomen. 

Advies 5: Bevorder empathie

Wetenschappers doen al decennialang onderzoek naar vooroordelen en stereotypen. Een methode die veel onderzocht is, is de contacttheorie van Allport uit 1954. Het betekent dat je een positieve ontmoeting aangaat met iemand uit een andere ‘groep’. Na honderden onderzoeken naar deze methode is vastgesteld dat deze werkt, maar onder een groot aantal voorwaarden. Allereerst moet de ontmoeting positief zijn. En belangrijk is dat de ontmoetingen niet oppervlakkig blijven maar dat je elkaar écht leert kennen en je echt inleeft in de ander. Hoe voelt het voor de ander of hoe zou jij je voelen als je in zijn/haar schoenen stond?

Meeleven helpt

Dit inleven kan leiden tot empathie en empathie kan vooroordelen verminderen. Dat kan in ‘live’ contact maar kan ook via een online contact of via films, boeken of theater. Films, boeken en theater hebben als voordeel dat ze het makkelijker maken om je in te leven in een ander; het verhaal kan je als het ware meenemen in het leven van iemand die ‘anders’ is dan jij. Vooral als je meeleeft met een karakter waar je eerder vooroordelen over had. Als je ziet hoe onrechtvaardig hij of zij wordt behandeld en te maken krijgt met discriminatie of uitsluiting, kan dit er toe leiden dat zowel de vooroordelen in systeem 1 als in systeem 2 verminderd worden.

Films, boeken en theater maken het makkelijker om je in te leven in een ander

Reden genoeg dus om als leraar tijdens de les geschiedenis, Nederlands, Engels of Frans, maatschappijleer of culturele vorming, de leerlingen te laten kennismaken met films, boeken en theater over racisme, islamfobie en antisemitisme waarin je als kijker meekijkt en meeleeft vanuit de positie van de persoon uit de gediscrimineerde groep. Denk bijvoorbeeld aan films als Amistad, Moonlight, The Colour Purple en Hidden Figures, of de Franse filmklassieker La Haine.

Een bezoek aan de Black Archives in Amsterdam, autobiografische boeken zoals een Jihad van liefde van Mohamed El Bachiri of het dagboek van Anne Frank zijn ook een aanrader. Online zijn bovendien verschillende korte filmpjes te vinden, zoals in de toolbox ‘Storiesthatmove.org’ van de Anne Frank Stichting.

Verder lezen? Meer info over KIS-onderzoek naar effectief discriminatie bestrijden vindt u in het artikel Effectief discriminatie bestrijden.

Dit artikel is eerder verschenen in het vakblad Van Twaalf tot Achttien.