Altijd debatteerden ‘zij’ over Zwarte Piet, nu was ik het zelf

Sint is weer in aantocht en daarmee ook de inmiddels bekende discussie rondom Zwarte Piet. ‘Zij’ gaan de barricaden op en geven op luide of minder luide toon hun mening. Een discussie waar ik me meestal niet in meng, maar laatst onverwachts toch zeer actief aan deelnam.  

Blog
Discriminatie

De komende maanden verwacht ik televisiebeelden van demonstraties, verhitte hoofden, columns met ongezouten meningen en gecontroleerde tafeldebatten. In mijn directe omgeving voorzie ik gesprekken op verjaardagen waarin ‘zij’ hun meningen delen, met meningen die niet altijd de mijne zijn. Ik zie Facebookposts van vrienden van vrienden, met meningen die zeker niet de mijne zijn. En lees mijn kinderen verouderde Sinterklaasboeken voor, waarin ik eigenhandig de teksten en liedjes neutraliseer.

Als een belangrijk deel van onze samenleving zich stoort aan het uiterlijk van Zwarte Piet, dan passen we dat aan

Want het moge duidelijk zijn: wat mij betreft gaan we voor roetpieten. Of gekleurde, dat is me om het even. Als een belangrijk deel van onze samenleving zich stoort aan het uiterlijk van Piet, dan passen we dat aan. Wat mij betreft helder, ik voel geen behoefte me daar actief over uit te laten of ongezouten meningen over te verkondigen. Zo koerste ik ook nu weer richting het Pietendebat. Koerste, ja. Want ‘zij’ kwamen ineens heel dichtbij. Sterker nog: ‘zij’ werd ineens ‘wij’.

Geen halszaak, of wel?

Sinds dit jaar ben ik op mijn dochters school lid van de groep ouders die onder andere het Sinterklaasfeest organiseert. Op mijn allereerste vergadering bleek daarvoor hulp nodig en het leek logisch dat ik als nieuweling dat zou doen. Mijn eerste reactie was: natuurlijk, doen. Totdat ik vroeg naar de invulling en Zwarte Piet onderwerp van gesprek werd. Het bleek al langer onderwerp van gesprek en de groep besloot dit jaar een serieuze poging te wagen een gepaste Pietengroep in te huren. Maar een halszaak hoefde het niet te worden.
 

En daar gebeurde het. Want een halszaak was het voor mij wel. Ik zag mijzelf geen feest met Zwarte Pieten organiseren. Noch zag ik mijzelf die uitkomst verantwoorden aan de ouders, waaronder ook verdeelde meningen bestaan. Dus daar zat ik. Zwarte Piet was ineens, onverwachts en in onbekend gezelschap een concreet en actueel debatonderwerp geworden. En ik MOEST openlijk een standpunt innemen. Ik voelde me ongemakkelijk. Onzeker en standvastig tegelijk.

Voor het blok

Onzeker of niet, ik gaf toch mijn mening. Ongezouten, nog net niet verhit. Ik heb ons dorp een ‘wit reservaat’ genoemd. Moest dat nou, denk ik nu. Maar dat krijg je als het onderwerp je aan het hart gaat. De eindbeslissing werd gemaakt langs de makkelijke weg: ik ga niet helpen bij het feest, ongeacht welke Pieten er komen. En er was begrip voor mijn reden.

Ik noemde ons dorp een ‘wit reservaat’. Moest dat nou, denk ik nu

Goed resultaat, zou je denken. Maar voor mij persoonlijk speelde nog iets anders. Ik had me voor het blok voelen staan. Was onrustig en fel geworden. En zo had ik ook gesproken. Meestal kies ik er bij eerste ontmoetingen voor om mezelf niet te veel te profileren. Nu moest ik direct het achterste van mijn tong laten zien, op nogal een gevoelig, maar belangrijk onderwerp. En dat had ik met verve gedaan. ‘Zij’ die altijd discussieerden over Zwarte Piet, dat was ik nu geworden. Inclusief ongezouten mening. Ik was blij dat de media er geen verslag van deed.