Collectief geweld tegen vrouwen: is het de islam, de man of zijn macht?

De verklaringen voor het seksuele geweld tegen vrouwen tijdens oudejaarsnacht in Keulen zijn ons de afgelopen weken, ook op deze website, om de oren gevlogen. Is het de islam, de testosteron, of is het vooral de man’s behoefte om te heersen? Mijns inziens speelt het allemaal een rol, maar toch geeft nog iets anders de doorslag: dreigende onmacht.

Blog

Arabist Jan Jaap de Ruiter verdedigt in zijn blog van 25 januari het standpunt dat de aanrandingen in Keulen (ook) met de islam te maken hebben, vanwege de nadruk daarin op mannelijke superioriteit die vrouwenonderdrukking legitimeert. Hierin wijkt de islam overigens niet af van andere religies, aldus De Ruiter, want deze ‘hebben van nature (…) nogal denigrerende visies op vrouwen’. De Ruiter bestrijdt het gangbare uitgangspunt dat er binnen religies, zo ook de islam, diverse stromingen zijn: het onderscheid tussen gematigde salafisten en jihadisten is maar dun, zo betoogt hij. Voor het gemak vergeet hij dat er nog andere moslims zijn, gematigde, minder dogmatische moslims, laat staan de soefisten. Nee, het is allemaal één pot nat, en dat geldt dus ook voor het machismo in de islam, zo impliceert hij met zijn redenering.

Bagatelliseringsreflex

Helemaal aan de andere kant van het spectrum staat de universalistische verklaring van seksueel geweld als dat in Keulen, door Elma Draijer in haar column in de Volkskrant van 22 januari tot de ‘bagatelliseringsreflex’ gedoopt. Zij verwijst hiermee naar de getuigenissen van vrouwen in verschillende kranten dat seksueel geweld tegen vrouwen geen moslim- of vluchtelingenprobleem betreft, maar meer een kwestie is van teveel aan testosteron, en net zo goed een ‘wittemannenprobleem’. Renée Römkens, van Kennisinstituut voor Emancipatie Atria huldigt een dergelijk universeel standpunt in Trouw: seksueel geweld tegen vrouwen zou voortkomen uit een algemene mannelijke neiging, en van alle tijden en plaatsen zijn. Moslims hebben er niet het patent op.

Idealisering van mannelijke macht

Het op één hoop gooien van alle vormen en plegers van seksueel geweld is echter evenzeer onterecht, stelt onder andere Draijer. Nog maar enkele jaren geleden stonden de kranten bol van de gruwelijke groepsverkrachtingen in het overwegend hindoeïstische India. Ook in andere werelddelen waarin de islam niet domineert, zoals Zuid Afrika, komt het fenomeen relatief vaak voor, terwijl Latijns-Amerika met zijn machocultuur tot de gewelddadigste continenten behoort. En ja, ook in Arabische landen waar de islam wél domineert is sprake van idealisering van mannelijke macht. En hetzelfde geldt voor uit die landen afkomstige migrantengroepen. Zie bijvoorbeeld het onderzoek van het Verwey-Jonker instituut naar partnergeweld.

Een al dan niet door religie geïnspireerde cultuur van machismo, van ongelijkheid en ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen, ligt aan de wortels van seksueel geweld, zo is bekend uit de internationale literatuur. Zoals Draijer het zegt: seksueel geweld heeft maar heel weinig met seks te maken. Het is hooguit het middel, niet het doel: ‘Wie zijn lusten met geweld botviert op een zwakker wezen heeft vóór alles een machtsprobleem. De dader wil voelen – al is het maar voor even – dat hij de touwtjes in handen heeft.' Volgens Draijer ligt het voor de hand dat mannen in samenlevingen waarin het machtsevenwicht tussen de seksen ver te zoeken is, eerder met geweld misbruik zullen maken van hun bevoorrechte positie.

Meer geweld wanneer machtsverhoudingen snel veranderen

Ik voeg hier graag nog een belangrijke nuance aan toe. Uit de literatuur blijkt dat geweld tegen vrouwen door mannen juist kan toenemen in situaties waarin de machtsverhoudingen zich snel wijzigen. Bijvoorbeeld door oorlog (de verkrachtingen in bezette gebieden, waar dan ook ter wereld), of door migratie naar een land waarin mannen hun mannelijkheidsideaal moeilijker kunnen waarmaken, door een lage positie in de etnische statushiërarchie of werkloosheid in een cultuur die seksegelijkheid als ideaal huldigt. Voor mannen uit een machocultuur kan het afbrokkelen van hun machtsbasis extra onverdraaglijk zijn. De resulterende frustratie, en - bij collectief geweld als in Keulen - de behoefte hun macht tegenover andere mannen te (her)bevestigen, kan inspireren tot geweld tegen de andere sekse. Hun enige macht is dan nog de angst die ze hen kunnen inboezemen, zoals Rob Vreeken het zei in de Volkskrant.

Is het de islam, de man, of zijn macht? Ik denk dat het vooral zijn gefrustreerde machtsbehoefte, dus zijn onmacht, is.

 

Meer informatie?Neem contact op met:

Trees Pels

icon_chevron Stuur een e-mail
Afbeelding