De stilte voorbij: hoog tijd om discriminatie Oost-Aziatische Nederlanders nu tegen te gaan

Spleetogen nadoen: niet alleen deelnemers van ‘Wie is de mol’ maken zich hier schuldig aan. De coronacrisis maakt discriminatie van Oost-Aziatische mensen pijnlijk zichtbaar in de samenleving. Voor het eerst sinds jaren is hier onderzoek naar gedaan: wij vroegen in groepsgesprekken zo’n dertig mensen van Oost-Aziatische afkomst of zij wel eens negatieve opmerkingen krijgen vanwege hun afkomst. Zonder uitzondering vertelden zij maandelijks of wekelijks het slachtoffer te zijn van racisme. Zelf ben ik uit Taiwan geadopteerd en heb ik hier ook mee te maken.

Blog
Discriminatie

In het begin van de pandemie verschenen in verschillende media berichten over geweld tegen Aziatische mensen vanwege het coronavirus. Het is dan ook niet gek dat de respondenten uit ons KIS-onderzoek dat onlangs verscheen, aangeven dat ze banger zijn geworden om fysiek aangevallen te worden. Zelf heb ik me ook afgevraagd of dat zou gebeuren. Zeker in het begin van de pandemie toen ik nog met de trein ging. Ga ik zo uitgescholden worden, bespuugd worden, gaan mensen opzettelijk hoesten in mijn buurt, gaan ze mij ontwijken? Gelukkig heb ik het niet meegemaakt, tenminste, het is mij niet opgevallen.

Incidenten

Vaak vallen mij dit soort incidenten zelf niet op. Eigenlijk alleen als er vrienden bij zijn, die stomverbaasd staan te kijken als iemand Chinees-klinkende geluiden maakt als ik voorbij loop of als ze ‘nǐ hǎo’ roepen. Zoiets roepen klinkt onschuldig, maar een van de respondenten uit ons recente onderzoek benadrukt de kern van dit probleem: aan de begroeting is op zichzelf niks mis. Het benadrukt alleen dat je niet wit bent en dat iemand het blijkbaar nodig vindt om je daarop aan te spreken.

Helaas blijkt ook dat er meer discriminatie wordt ervaren door het coronavirus, zo blijkt uit ons onderzoek. Zoals mensen die met een boogje om je heen lopen, extra afstand houden of expres hoesten bij je in de buurt. Zo vertelt een van de respondenten dat mensen niet bij haar in de buurt durven te zitten, ze zag mensen weglopen als zij er aankwam. Niet alleen in publieke ruimtes, zoals een apotheek, maar ook op haar werk. Ze merkte dat collega’s meer afstand hielden. Ook over andere werksituaties wordt verteld, zoals een respondent vertelt over een andere collega met een Oost-Aziatisch uiterlijk: ‘Een manager kwam naar het koffie-apparaat en zei: “Ben jij…?” Ik zei: “Nee, ik ben niet ….” “Dan lijk je op haar”, zei zij. “Nee, zei ik, zij is zeven jaar ouder en werkt hier al tien jaar en ik ben hier net als trainee.” Ik heb dan de neiging om het terug te doen, ben jij Emma of Marieke? Ik heb dat niet gedaan maar ben weggelopen.’

Scheldpartijen, opmerkingen of grapjes staan niet op zichzelf, het gaat vaak om een opstapeling van incidenten.

Al deze situaties zijn niet alleen ongelofelijk ongemakkelijk, ongepast en onwenselijk, ze leggen ook pijnlijk bloot dat er hele rare vooroordelen en stereotypen heersen over Oost-Aziatische mensen

Stereotypen

Wat er gebeurt is dat mensen zich meer als minderheid gaan voelen en hun gedrag hierop gaan aanpassen. Bijvoorbeeld door expres duidelijk Nederlands te praten, andere Oost-Aziatische mensen vermijden zodat mensen niet denken dat je niet goed geïntegreerd bent. Of je blijft eindeloos uitleggen waarom het niet grappig is als je een hond aait en je dan de opmerking krijgt: ‘Pas maar op, dat ze je niet gaat opeten’. Dit gebeurt door onbekende mensen maar ook door niet-Aziatische familieleden of vrienden. Zo vertelt een van de respondenten dat hij en zijn tweelingbroer door vrienden bami en nasi werden genoemd. Dat maakt het extra pijnlijk en lastig om hier iets van te zeggen. Niet alleen zijn al deze situaties ongelofelijk ongemakkelijk, ongepast en onwenselijk, ze leggen ook pijnlijk bloot dat er hele rare vooroordelen en stereotypen heersen over Oost-Aziatische mensen.

Mediarepresentatie

Wat valt er aan te doen? Uit ons onderzoek blijkt dat de beeldvorming van Oost-Aziatische mensen vaak negatief is. Mede gevoed door de media, is het beeld vaak eenzijdig en bestaat het uit overtrokken stereotiepe ideeën. Meer diversiteit en representatie van Oost-Aziatische mensen in media is daarom belangrijk. Vooroordelen en stereotypen zijn vaak een voorspeller voor racistisch gedrag.

Verandering sociale norm

Een andere belangrijke aanbeveling uit het onderzoek is om iets te doen aan de sociale norm. Dus wat mensen denken dat normaal is, dat doen ze nou eenmaal graag. Duidelijk moet worden dat het niet alleen een ‘grapje’ is, dat Oost-Aziatische mensen gediscrimineerd worden en dat dit niet goed te praten is. Te vaak wordt nu nog ervaren dat discriminatie van Oost-Aziatische mensen niet serieus wordt genomen. Het is hoog tijd dat dit wel gebeurt en dat de samenleving, overheid, wetenschap en media discriminatie onder Oost-Aziatische mensen aanpakken.