Een terugblik op de ggz, met verlangen naar de toekomst

In 1985 werd ik bij de Haagse Riagg’s - instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (ggz) - aangenomen om de zorg toegankelijker te maken voor inwoners met een migratieachtergrond. Niemand wist in het begin wat er gebeuren moest, of hoe we het moesten aanpakken. Maar de zorg was ontoegankelijk en er was weinig deskundigheid. Een doel was snel geformuleerd en we gingen aan de slag.

Geschreven door: Ronald May
Blog
Intercultureel vakmanschap

Alle medewerkers kregen de gelegenheid zich te verdiepen en zelf met initiatieven te komen. Er waren feiten, visies, en vooral respect om er samen over te praten en oplossingen te zoeken. Ook huisartsen, de gemeente, het maatschappelijk werk en andere organisaties werden bij het beleid betrokken.

Cliënten moesten zich in de zorg vertrouwd, gehoord en begrepen voelen. De instellingen moesten gastvrij zijn, begrip tonen en helder informeren. De deuren gingen wijd open met een welkom in verschillende talen, een rustige ontvangstkamer, een kopje thee of koffie en communicatie in begrijpelijke taal. Waar nodig, en mogelijk, met inzet van tolken.

Medewerkers waren positief en wilden graag meehelpen. Het werd een enthousiaste beweging om de zorg gezamenlijk te verbeteren. Er kwamen lunchbijeenkomsten voor overdracht van kennis en kunde. En veel andere initiatieven: voorlichting, training en scholing, en kasten vol met literatuur en videomateriaal. Vaste maandelijkse spreekuren bij huisartsen, fysiotherapeuten en maatschappelijk werk zorgden voor een gezamenlijke kijk op de vraag en spreiding van kennis en kunde, waardoor cliënten direct en beter behandeld konden worden.

In hun geboorteland liepen ze kilometers, maar hier bleven ze thuis, kregen diabetes en hadden levenslang heimwee

Voor wie deden we dit?

We deden dit voor vrouwen die gezond naar Nederland kwamen voor gezinshereniging en nu depressief thuis zaten. In hun geboorteland liepen ze kilometers, maar hier bleven ze thuis, kregen diabetes en hadden levenslang heimwee.

Voor mannen die hier jarenlang eentonig en zwaar werk deden: tomaten dieven (snoeien), radijsjes bossen, giftige containers schrobben. Zij kregen onbegrepen pijnklachten, werden agressief of somber en wisten zich geen raad met hun perspectiefloze situatie.

Voor jongeren, die problemen op school hadden, spijbelden, lagere adviezen kregen, hun ouders niet begrepen, zichzelf ernstig gingen verwonden, depressief, verslaafd, en suïcidaal werden.

Voor ouderen, die overal pijn hadden en niet begrepen werden en van het kastje naar de muur gestuurd werden en ook niet snapten waarom ze bij de zorg terechtgekomen waren.

Initiatieven die er toe deden

Cliënten met pijnklachten, depressie, diabetes en overgewicht kregen van de huisarts een briefje mee: ‘Bewegen op recept’. Groepen vrouwen gingen zwemmen en een kwartiertje napraten met de hulpverlener. Mannen deden wekelijks mee aan looptraining, sporten en korte gesprekken met de therapeut. Na het sporten konden zij hun woede en angst veel beter met elkaar bespreken.

Jongeren werden op school bezocht en een heel netwerk werd opgezet om angsten, depressies, suïcide en zelfverminking te voorkomen door middel van voorlichting, toneel en buddies.

De bijeenkomsten die we voor ouders en familieleden van onze cliënten organiseerden werden massaal bezocht. Na afloop kwamen ouders naar ons toe, om ons te bedanken voor de begrijpelijke informatie. Een moeder zei: ‘Meneer, mijn zoon zit al jaren bij jullie, maar nu pas begrijp ik wat er aan de hand is met hem. Hij is ziek en ik heb hem in de steek gelaten.’ Hierna kwam ze regelmatig op bezoek, waardoor haar zoon zienderogen opknapte.

Een groot netwerk van deskundigen ontstond en vrijwel iedere instelling had interculturalisatiebeleid; een beweging die niet te stoppen leek

De toegankelijkheid van de zorg, maar ook de deskundigheid verbeterde. Ook het aantal hulpverleners met een migratieachtergrond nam toe. Het aanbod had duidelijk effect en de ervaringen werden binnen en buiten de instelling gedeeld. Een groot netwerk van deskundigen ontstond en vrijwel iedere instelling had interculturalisatiebeleid. Een beweging die niet te stoppen leek. En, de initiatieven sloegen niet alleen aan bij mensen met een migratieachtergrond, ook veel Nederlanders zonder migratieachtergrond hadden hier baat bij. Er lag zelfs een advies klaar van de commissie interculturalisatie in opdracht van de rijksoverheid met aanbevelingen voor de gehele Nederlandse zorg.

We waren op weg naar betere zorg

Maar toen kwam de aanval op de Twin Towers in Amerika en ging het roer drastisch om, er ontstond een tegenbeweging met de overheid als roerganger. Er ontstond een anti-Islam-klimaat en de meeste initiatieven werden stopgezet. Er mocht geen onderscheid meer gemaakt worden, alles moest volgens de algemene richtlijnen.

De verschillen zijn nauwelijks afgenomen, terwijl er weer een generatie bijgekomen is

Het onderscheid dat echter niet verdween, waren de cijfers van armoede, discriminatie en achterstelling op de arbeids- en woningmarkt, en onlangs nog het etnisch profileren bij de politie en de Belastingdienst. Dit zijn cruciale veroorzakers van ziekte, met name psychische en psychiatrische problematiek. De verschillen zijn nauwelijks afgenomen, terwijl er weer een generatie bijgekomen is.

De meeste zorginstellingen zijn gestopt met hun interculturalisatiebeleid. De toegankelijkheid van de zorg neemt hierdoor af en de opgebouwde deskundigheid verdampt. Nederland bekent géén kleur: alles moet terug naar kleurloos ‘Oer-Hollands’.

Tot 2010 waren het voor mij jaren om trots op te zijn. Jaren van respectvolle en effectieve inzet. Verlangen naar toen is geen nostalgisch sentiment, maar het besef dat er echt iets moet gebeuren om grote groepen mensen niet langer in de kou te laten staan. Wat toen kon, kan nu ook…

Ronald May was van 1985 tot 2010 werkzaam bij de Haagse Riagg’s, Parnassia, en Altrecht