Is er een boeddhist in de zaal?

KIS-communicatieadviseur Olaf Stomp schreef een persoonlijk blog naar aanleiding van de KIS-jaarbijeenkomst, waar hij maandag gekscherend werd omgedoopt tot de vertegenwoordiger van het boeddhisme in de congreszaal.

Blog
Religie

Geloven in een seculiere samenleving is de dubbelzinnige titel van ons KIS-congres. Dagvoorzitter Umar Mirza opent de bijeenkomst door de zaal te monsteren. Wie ziet zichzelf als katholiek? Wie is atheïst of agnost? Wie noemt zichzelf moslim, hindoe, protestants christen, jood? Alle wereldgodsdiensten en levensbeschouwingen met enig gewicht passeren de revue. Handen gaan omhoog bij de deelnemers, bij de ene categorie wat meer dan bij de andere.

Ook het boeddhisme komt voorbij en dan steek ik mijn hand op. Ik doe dat omdat ik het lafhartig vind om mijn hand onbeweeglijk in mijn schoot te laten liggen. Ook al hou ik het meestal op de zelftypering ‘sympathiserend boeddhist.’ Maar voor dat soort nuanceringen is hier en nu geen ruimte. Dit is het moment om soort van uit de kast te komen, besluit ik in een impuls. ‘Nou meneer, op u rust een grote verantwoordelijkheid vandaag’, grapt Mirza als hij ziet dat niemand anders van de deelnemers zijn hand heeft opgestoken. Ik roep halfslachtigs nog iets terug – de vraag of boeddhisme wel een religie is – maar mijn opmerking gaat verloren in de dynamiek van het evenement. Mirza is alweer bij de volgende categorie beland. Niet erg. 

Ook niet erg dat ik niet heb kunnen vertellen dat ik mezelf beschouw als een seculier boeddhist. Stephen Batchelor – zelf seculier boeddhist – schreef er een mooi boek over en hield vorig jaar een lezing aan de Radboud Universiteit. ‘Boeddha’s leer gaat over het begrijpen van lijden en het ontwikkelen van een manier van leven die onze totale menselijkheid omarmt. Dus niet alleen onze spirituele natuur, maar ook hoe we de wereld zien, hoe we keuzes maken, hoe we spreken, ons gedragen en hoe we werken.’ ‘Volgens Batchelor is de kern van Boeddha’s leer totaal gespeend van metafysica, ze geeft geen antwoord op grote levensvragen als wat is de zin van het leven? Wat is de oorsprong van het leven? Wat gebeurt er na de dood?’ Ik vind net als Batchelor vooral het eerste relevant – hoe leven wij, hoe gedragen wij ons? Niet in de laatste plaats met en ten opzichte van anderen. 

Na afloop van het congres komt een KIS-collega terug op mijn “coming out” eerder op de dag. We komen te spreken over het verschil tussen boeddhisme en boeddhisten in het Westen en het Oosten. Hoogleraar Aziatische religies aan de Radboud Universiteit, Paul van der Velde, heeft daar het nodige interessants over gezegd en geschreven. Bijvoorbeeld over het verschil in beleving van het boeddhisme in het Westen en het Oosten. En over de discrepantie tussen de beeldvorming over boeddhisten hier in het Westen – vredelievend – en de feitelijke, minder rooskleurige praktijk in de landen waar boeddhisten de absolute meerderheid van de bevolking vertegenwoordigen. Over dat er bijvoorbeeld op de maatschappelijke positie en de behandeling van vrouwen in die landen behoorlijk wat aan te merken valt. En dat valt weer moeilijk te rijmen met het rozengeur-en-maneschijn boeddhisme zoals we dat hier in Europa praktiseren. En dan vergeten we zelfs nog de verschillende incidenten met seksueel misbruik in boeddhistische kloostergemeenschappen waarover de Volkskrant in 2018 berichtte.

Ik stip het treurige lot van de moslim-minderheid, de Rohingya, aan in het boeddhistische Myanmar. Niets “menselijks”, lees gewelddadigs, is boeddhisten kennelijk vreemd. 

[Ik voel] dat ik het voor de echte boeddhisten wil opnemen, wie dat in Boeddha’s naam ook mogen zijn.

‘Nu moet ik me zeker verantwoorden voor hen?’, merk ik op. Ironisch bedoeld. ‘Ja natuurlijk!’, antwoordt een andere collega die zich ook in het gesprek heeft gemengd, met een even grote dosis ironie.

We zijn het er alle drie over eens dat ik hier niet op mijn knieën hoef neer te zinken om excuses aan te bieden voor het leed dat boeddhisten in Myanmar of elders andersgelovigen hebben berokkend. En toch, en toch. Ik voel tegenstrijdig genoeg daadwerkelijk iets van die verantwoordelijk op mijn schouders rusten waarover dagvoorzitter Mirza eerder op de middag repte. Dat ik het voor de echte boeddhisten wil opnemen, wie dat in Boeddha’s naam ook mogen zijn. Zo werkt dat kennelijk in mijn brein, in ons brein. 

En dat maakt weer dat ik nu iets anders aan den lijve ervaar. Dat ik meevoel met de miljoenen moslims aan wie in de loop van de pak ‘m beet twintig jaar – na 9/11 – impliciet of expliciet is gevraagd om verantwoording af te leggen. Verantwoording af te leggen over wat geradicaliseerde en ontspoorde types uit naam van hun geloof hebben aangericht in de wereld.
Dat zou je winst kunnen noemen vandaag, dat meevoelen. Een betere wereld begint bij empathie.