Houd zicht op integratie en diversiteit: meld je aan voor de nieuwsbrief van Kennisplatform Integratie & Samenleving.

Ruth Bader Ginsburg, de vorige week op 87-jarige leeftijd overleden opperrechter van het Amerikaanse Hooggerechtshof, was een vooraanstaand strijder van gelijkheid en gelijkwaardigheid, een rolmodel en een icoon voor progressie. Ze kwam op voor de rechten van vrouwen en burgers die tot minderheden behoorden (LHBTI’s en migranten). Wat kunnen we van haar strijd voor gerechtigheid leren? En hoe kunnen we haar levenslessen toepassen in de Nederlandse context?
Ginsburg (joods, kind van migrantenouders, vrouw en moeder) had een duidelijk inclusieve visie op de samenleving. Haar streven was om van de Verenigde Staten een inclusieve natie te maken: een natie gebaseerd op wettelijke gelijkheidsprincipes die alle burgers bij de wet bescherming gaf (‘Equal protection for all’). Ze maakte korte metten met stereotyperingen. Ginsburg probeerde een gemeenschappelijke basis te vinden tussen mensen met diverse achtergronden in de vorm van analogie: overeenkomst tussen twee zaken als basis voor een redenering. De logica van de ene kwestie over gelijkheid trok ze door naar andere kwesties. Ze was bijvoorbeeld van mening dat patriarchale normen niet alleen slecht waren voor vrouwen maar ook voor mannen. En dat rassenongelijkheid niet alleen diegenen raakt die onderdrukt worden, maar leidt tot ongelijke lasten voor de hele samenleving. Andersom geredeneerd: iedereen heeft er baat bij als er geen institutionele discriminatie meer is. Met haar inclusieve aanpak was ze in staat om scheidslijnen te overbruggen en iedereen te betrekken bij haar streven naar gelijkheid.
Ginsburg was van mening dat de overheid eerst discriminatoire barrières moet wegnemen voordat minderheden de vruchten van grondwettelijke gelijkheid daadwerkelijk kunnen plukken. Dat is niet alleen in Amerika zo, ook in de Nederlandse context zijn nog veel hobbels te nemen voordat de grondwettelijke gelijkheid ook in het dagelijks leven vorm krijgt. Denk bijvoorbeeld aan discriminatie in de woningbouw, op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en in de vorm van etnisch profileren of deurbeleid in het uitgaansleven.
Het rechtzetten van ‘historische discriminatie’ door de overheid is ook een belangrijk thema in het werk van Ruth Bader Ginsberg. Ze was van mening dat de overheid op basis van de grondwet discriminatie in het verleden moet rectificeren en of herstellen. Dit was volgens haar noodzakelijk om als samenleving vooruit te kunnen.
Kolonialisme leeft door in het heden en werpt voor burgers uit minderheidsgroeperingen nog steeds discriminatoire barrières op
Ook hier is de lijn door te trekken naar de Nederlandse context. Ruth Bader Ginsberg had zeker gewezen op het erkennen en rechtzetten van de misstanden uit het koloniale verleden van Nederland. Journalist Heleen Debeuckelaere schrijft dat racisme pas sinds de achttiende eeuw geïnstitutionaliseerd is toen in het westelijke wereld natiestaten ontstonden. ‘Om goed te praten dat hele volken systematisch onderdrukt werden, was het nodig om die volken af te schilderen als kinderlijk, dom, gevaarlijk voor elkaar en anderen’. Hedendaagse bewegingen zoals fascisme, rechts-extremisme en rechtspopulisme zijn gestoeld op dit gedachtengoed. Ruth Bader Ginsberg zou zeker een voorstander zijn van excuses van de overheid voor het slavernijverleden en dekoloniseren. Haar argument zou zijn: kolonialisme leeft door in het heden en werpt voor burgers uit minderheidsgroeperingen nog steeds discriminatoire barrières op.
Deze historische lijn zou je kunnen doortrekken naar genderdiscriminatie aangezien het tot 1871 duurde voordat Aletta Jacobs als eerste Nederlandse vrouw toestemming kreeg om naar de universiteit te gaan, en pas in 1919 vrouwen ook actief kiesrecht kregen. Ginsburg zou argumenteren dat omdat genderstereotypen nog steeds verankerd zijn in ons wetsysteem, vrouwen nog altijd bij wet ongelijk behandeld worden. Volgens cijfers van het Nationaal Salaris Onderzoek 2019 verdienen mannen 8% meer dan vrouwen. Een van de heikele punten voor de institutionele gelijkheid van vrouwen.
Empathie is ook een belangrijk sleutelwoord in haar werk. Om de (mannelijke) rechters te overtuigen van de schade die institutionele discriminatie van vrouwen met zich meebracht, presenteerde ze zaken waarbij mannen waren benadeeld door wettelijk verankerde genderstereotypen. Zo wakkerde ze de empathie van de mannelijke rechters aan. Die konden zich meer inleven in de door haar gepresenteerde casussen waarbij mannen het slachtoffer van genderdiscriminatie waren. Haar doel was uiteindelijk geslaagd: beleid dat gebaseerd was op genderstereotypen bekritiseren en de schade die het veroorzaakt voor iedereen blootleggen. Dit zorgde weer voor sociale hervormingen ten voordele van vrouwen én mannen.
Bij KIS hebben we diverse onderzoeken gedaan hoe discriminatie voorkomen kan worden of kan worden aangepakt. De stappen die daarin centraal staan, komen overeen met de aanpak van Ginsburg:
Als Ruth Bader Ginsburg iets wist, dan was het dat de verworvenheden waarvoor zij haar leven lang streed, kwetsbaar zijn en gekoesterd en beschermd moeten blijven worden. Als er door Trump nog voor de verkiezingen een ultraconservatieve vrouwelijke opperrechter voorgedragen wordt, kunnen deze verworvenheden zoals het recht op zelfbeschikking (abortus) van vrouwen en gelijke betaling voor hetzelfde werk, weer worden teruggedraaid. Ook in Nederland zijn verworvenheden geen zekerheden. Laten we ons elke dag weer inzetten voor een inclusieve samenleving.
Foto: Andrew Harnik / Pool via CNP
Jouw bijdrage